25.08.2020 - Limousin (F)
25.08.2020 - Limousin (F)
25.08.2020 - Limousin (F)
Duitsland
Het is 25 augustus 2020, de weersverwachtingen ogen goed. We kunnen eindelijk nog eens vertrekken. Na een moeilijke familiale periode, en met de coronabesmettingen enigszins onder controle, rijden we richting de Limousin – een groene long in het hart van Frankrijk. De streek doet zijn naam eer aan; ook op de Europese kaart met coronabesmettingen kleurt de limousin groen! De dag zelf was koud, winderig en nat. Zelfs onderweg moesten we de verwarming aanleggen.

Zoals altijd doen we niet meer dan een 400 tal km per dag en stoppen we om te overnachten. We bevinden ons in Dreux. Een nette en rustige camperplaats van Camping-car Park, gelegen binnen een industriezone.
Dag 2
Het weer klaarde op en na een lange rit over autowegen en kronkelende baantjes houden we halt in Saint-Martial-sur-Isop, net binnen de grens van de Limousin. We bevinden ons op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion.
Een bizonfarm! We hadden de gelegenheid om samen met de eigenaar de in het wild levende bizons te bezichtigen. Een kudde van een 80 tal dieren. Bewust is er zo weinig mogelijk menselijke tussenkomst en verzorging. Dag en nacht, winter en zomer leven de dieren buiten. Wanneer de tijd om geslacht te worden is aangebroken worden ze naar een kraal gedreven. Dit is in vele gevallen hun enige contact met mensen.
In echte safaristijl reden we in zijn Jeep tussen de dieren, op nog geen meter afstand. Echt een leuke ervaring. Uitstappen was niet aangewezen. Zelfs de eigenaar riskeerde het niet om te voet tussen de dieren te lopen.
Dag 3
Na een zeer rustige nacht rijden we naar Oradour-sur-Glane. Op weinig plekken in Frankrijk zijn de gruwelen van de tweede wereldoorlog zo voelbaar als hier, een dorp dat in 1944 volledig werd uitgemoord door de SS.
Waarom vond deze gruwel plaats? Als vergelding voor de dood van een SS-generaal omcirkelden ze in de buurt van Limoges een willekeurig dorp op de kaart … Oradour-sur-Glane.

Op zaterdag 10 juni 1944 naderden de SS-troepen het dorp. Het was een zonnige dag en in Oradour stonden de mannen te wachten voor de distributie van de tabak toen de eerste SS-ers het dorpsplein opreden. Daarna ging het allemaal heel snel en volgens een draaiboek dat werd gebruikt bij het vernietigen van dorpen in Rusland.
Alle inwoners werden verzameld, waarna de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Niet veel later werden de mannelijke inwoners doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden vervolgens in de kerk opgesloten, die werd opgeblazen, en de rest van het dorp werd verwoest en in brand gestoken. In een paar uur werd een compleet dorp met koelbloedige efficiëntie verwoest. 642 mensen vonden die dag de dood, slechts zes dorpelingen wisten te ontsnappen.

Na de oorlog bepaalde generaal De Gaulle dat geen steen van het zwartgeblakerde Oradour verlegd zou worden. Een leeg, gehavend dorp als waarschuwing voor volgende generaties. ‘Souviens-toi. Remember‘ staat op een bord bij de ingang. En er vlakbij: ‘Silence’. Een aangrijpende plek om te bezoeken!
Het oude Oradour is enkel te bereiken via een tunnel die onder de weg loopt. Deze vertrekt in het bezoekerscentrum, dat in 1999 werd gebouwd. Na het bezoekerscentrum te hebben bezocht begaven we ons in de tunnel. Daar hangen twee enorme borden met de foto’s van de geïdentificeerde slachtoffers. Het was even slikken bij het zien van de vele foto's.

De meeste mensen liepen ingetogen door wat ooit een welvarend dorp was. Een dorp met een tramlijn, hotel, café's, bakkers, jongens- en meisjesschool... Het aanschouwen van de totaal vernielde huizen, de autowrakken, hier en daar een sober bordje dat de plekken aanduidde waar de mannen van het dorp werden opgesteld voor executie. We werden er stil van. Alles lag erbij zoals op het ogenblik van de Duitse inval. De auto van de dorpsdokter voor de fietswinkel waar hij op huisbezoek was, de kookpotten die nog boven de haard hingen. En dan de kerk … waar het grote drama zich voltrok. Je beeldt het je in: volgestouwd met vrouwen en kinderen en dan een grote knal. Huiveringwekkend.

Het dorp zelf werd na de oorlog een kilometer verder volledig opnieuw gebouwd.
Dag 4
Vandaag staat een bezoek aan Limoges op het programma. De hoofdstad van het porselein. Voor onze reis had ik contact opgenomen met de toeristische dienst van Limoges. Tijdens mijn voorbereidingen stelde ik vast dat er weinig mogelijkheden waren om met de motorhome te parkeren. Zij verwezen ons naar een grote parking net buiten het centrum. Je kan er indien nodig de bus nemen naar het centrum. Zie onderaan het verslag voor meer details hierover.
Niettegenstaande het drukke verkeer oogde de binnenstad verlaten. Geen volk in de winkelstraten, veel plaats op de terrassen. De stad zelf vinden we grauw, oogt niet gezellig. Het is zelfs zoeken naar een winkel waar ze het (veel te dure) porselein aanbieden.
De meeste activiteit vindt plaats op het Motteplein, een aangename en levendige plaats met terrassen en cafés. Ook de markthallen van de 19e eeuw zijn op dit plein gelegen. Binnen, tussen de kramen met streekproducten, heerste er een gezellige drukte. Een waar voedselparadijs. We hebben er heerlijk gegeten op één van de vele terrasjes in en rond de hallen.
De mooiste plek, volgens ons, is de omgeving van de Saint-Etiennekathedraal, een opmerkelijk voorbeeld van gotische kunst. Naast de kathedraal bevinden zich de tuinen van de Bisschop, zeer mooie terrastuinen die boven de rivier de Vienne hangen. Een ideale plek om te kuieren, maar ook om de vele plantensoorten van de botanische tuin te bewonderen. Aanpalend aan de tuinen, is het gemeentelijke museum van de Bisschop ondergebracht in het vroegere bisschoppelijke paleis.
Na het bezoek van Limoges rijden we door naar de camping van Saint-Léonard-de-Noblat om de nacht door te brengen.
Het is 25 augustus 2020, de weersverwachtingen ogen goed. We kunnen eindelijk nog eens vertrekken. Na een moeilijke familiale periode, en met de coronabesmettingen enigszins onder controle, rijden we richting de Limousin – een groene long in het hart van Frankrijk. De streek doet zijn naam eer aan; ook op de Europese kaart met coronabesmettingen kleurt de limousin groen! De dag zelf was koud, winderig en nat. Zelfs onderweg moesten we de verwarming aanleggen.

Zoals altijd doen we niet meer dan een 400 tal km per dag en stoppen we om te overnachten. We bevinden ons in Dreux. Een nette en rustige camperplaats van Camping-car Park, gelegen binnen een industriezone.
Dag 2
Het weer klaarde op en na een lange rit over autowegen en kronkelende baantjes houden we halt in Saint-Martial-sur-Isop, net binnen de grens van de Limousin. We bevinden ons op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion.
Een bizonfarm! We hadden de gelegenheid om samen met de eigenaar de in het wild levende bizons te bezichtigen. Een kudde van een 80 tal dieren. Bewust is er zo weinig mogelijk menselijke tussenkomst en verzorging. Dag en nacht, winter en zomer leven de dieren buiten. Wanneer de tijd om geslacht te worden is aangebroken worden ze naar een kraal gedreven. Dit is in vele gevallen hun enige contact met mensen.
In echte safaristijl reden we in zijn Jeep tussen de dieren, op nog geen meter afstand. Echt een leuke ervaring. Uitstappen was niet aangewezen. Zelfs de eigenaar riskeerde het niet om te voet tussen de dieren te lopen.
Dag 3
Na een zeer rustige nacht rijden we naar Oradour-sur-Glane. Op weinig plekken in Frankrijk zijn de gruwelen van de tweede wereldoorlog zo voelbaar als hier, een dorp dat in 1944 volledig werd uitgemoord door de SS.
Waarom vond deze gruwel plaats? Als vergelding voor de dood van een SS-generaal omcirkelden ze in de buurt van Limoges een willekeurig dorp op de kaart … Oradour-sur-Glane.

Op zaterdag 10 juni 1944 naderden de SS-troepen het dorp. Het was een zonnige dag en in Oradour stonden de mannen te wachten voor de distributie van de tabak toen de eerste SS-ers het dorpsplein opreden. Daarna ging het allemaal heel snel en volgens een draaiboek dat werd gebruikt bij het vernietigen van dorpen in Rusland.
Alle inwoners werden verzameld, waarna de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Niet veel later werden de mannelijke inwoners doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden vervolgens in de kerk opgesloten, die werd opgeblazen, en de rest van het dorp werd verwoest en in brand gestoken. In een paar uur werd een compleet dorp met koelbloedige efficiëntie verwoest. 642 mensen vonden die dag de dood, slechts zes dorpelingen wisten te ontsnappen.

Na de oorlog bepaalde generaal De Gaulle dat geen steen van het zwartgeblakerde Oradour verlegd zou worden. Een leeg, gehavend dorp als waarschuwing voor volgende generaties. ‘Souviens-toi. Remember‘ staat op een bord bij de ingang. En er vlakbij: ‘Silence’. Een aangrijpende plek om te bezoeken!
Het is 25 augustus 2020, de weersverwachtingen ogen goed. We kunnen eindelijk nog eens vertrekken. Na een moeilijke familiale periode, en met de coronabesmettingen enigszins onder controle, rijden we richting de Limousin – een groene long in het hart van Frankrijk. De streek doet zijn naam eer aan; ook op de Europese kaart met coronabesmettingen kleurt de limousin groen! De dag zelf was koud, winderig en nat. Zelfs onderweg moesten we de verwarming aanleggen.

Zoals altijd doen we niet meer dan een 400 tal km per dag en stoppen we om te overnachten. We bevinden ons in Dreux. Een nette en rustige camperplaats van Camping-car Park, gelegen binnen een industriezone.
Dag 2
Het weer klaarde op en na een lange rit over autowegen en kronkelende baantjes houden we halt in Saint-Martial-sur-Isop, net binnen de grens van de Limousin. We bevinden ons op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion.
Een bizonfarm! We hadden de gelegenheid om samen met de eigenaar de in het wild levende bizons te bezichtigen. Een kudde van een 80 tal dieren. Bewust is er zo weinig mogelijk menselijke tussenkomst en verzorging. Dag en nacht, winter en zomer leven de dieren buiten. Wanneer de tijd om geslacht te worden is aangebroken worden ze naar een kraal gedreven. Dit is in vele gevallen hun enige contact met mensen.
In echte safaristijl reden we in zijn Jeep tussen de dieren, op nog geen meter afstand. Echt een leuke ervaring. Uitstappen was niet aangewezen. Zelfs de eigenaar riskeerde het niet om te voet tussen de dieren te lopen.
Dag 3
Na een zeer rustige nacht rijden we naar Oradour-sur-Glane. Op weinig plekken in Frankrijk zijn de gruwelen van de tweede wereldoorlog zo voelbaar als hier, een dorp dat in 1944 volledig werd uitgemoord door de SS.
Waarom vond deze gruwel plaats? Als vergelding voor de dood van een SS-generaal omcirkelden ze in de buurt van Limoges een willekeurig dorp op de kaart … Oradour-sur-Glane.

Op zaterdag 10 juni 1944 naderden de SS-troepen het dorp. Het was een zonnige dag en in Oradour stonden de mannen te wachten voor de distributie van de tabak toen de eerste SS-ers het dorpsplein opreden. Daarna ging het allemaal heel snel en volgens een draaiboek dat werd gebruikt bij het vernietigen van dorpen in Rusland.
Alle inwoners werden verzameld, waarna de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Niet veel later werden de mannelijke inwoners doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden vervolgens in de kerk opgesloten, die werd opgeblazen, en de rest van het dorp werd verwoest en in brand gestoken. In een paar uur werd een compleet dorp met koelbloedige efficiëntie verwoest. 642 mensen vonden die dag de dood, slechts zes dorpelingen wisten te ontsnappen.

Na de oorlog bepaalde generaal De Gaulle dat geen steen van het zwartgeblakerde Oradour verlegd zou worden. Een leeg, gehavend dorp als waarschuwing voor volgende generaties. ‘Souviens-toi. Remember‘ staat op een bord bij de ingang. En er vlakbij: ‘Silence’. Een aangrijpende plek om te bezoeken!
Het oude Oradour is enkel te bereiken via een tunnel die onder de weg loopt. Deze vertrekt in het bezoekerscentrum, dat in 1999 werd gebouwd. Na het bezoekerscentrum te hebben bezocht begaven we ons in de tunnel. Daar hangen twee enorme borden met de foto’s van de geïdentificeerde slachtoffers. Het was even slikken bij het zien van de vele foto's.

De meeste mensen liepen ingetogen door wat ooit een welvarend dorp was. Een dorp met een tramlijn, hotel, café's, bakkers, jongens- en meisjesschool... Het aanschouwen van de totaal vernielde huizen, de autowrakken, hier en daar een sober bordje dat de plekken aanduidde waar de mannen van het dorp werden opgesteld voor executie. We werden er stil van. Alles lag erbij zoals op het ogenblik van de Duitse inval. De auto van de dorpsdokter voor de fietswinkel waar hij op huisbezoek was, de kookpotten die nog boven de haard hingen. En dan de kerk … waar het grote drama zich voltrok. Je beeldt het je in: volgestouwd met vrouwen en kinderen en dan een grote knal. Huiveringwekkend.

Het dorp zelf werd na de oorlog een kilometer verder volledig opnieuw gebouwd.
Dag 4
Vandaag staat een bezoek aan Limoges op het programma. De hoofdstad van het porselein. Voor onze reis had ik contact opgenomen met de toeristische dienst van Limoges. Tijdens mijn voorbereidingen stelde ik vast dat er weinig mogelijkheden waren om met de motorhome te parkeren. Zij verwezen ons naar een grote parking net buiten het centrum. Je kan er indien nodig de bus nemen naar het centrum. Zie onderaan het verslag voor meer details hierover.
Niettegenstaande het drukke verkeer oogde de binnenstad verlaten. Geen volk in de winkelstraten, veel plaats op de terrassen. De stad zelf vinden we grauw, oogt niet gezellig. Het is zelfs zoeken naar een winkel waar ze het (veel te dure) porselein aanbieden.
De meeste activiteit vindt plaats op het Motteplein, een aangename en levendige plaats met terrassen en cafés. Ook de markthallen van de 19e eeuw zijn op dit plein gelegen. Binnen, tussen de kramen met streekproducten, heerste er een gezellige drukte. Een waar voedselparadijs. We hebben er heerlijk gegeten op één van de vele terrasjes in en rond de hallen.
De mooiste plek, volgens ons, is de omgeving van de Saint-Etiennekathedraal, een opmerkelijk voorbeeld van gotische kunst. Naast de kathedraal bevinden zich de tuinen van de Bisschop, zeer mooie terrastuinen die boven de rivier de Vienne hangen. Een ideale plek om te kuieren, maar ook om de vele plantensoorten van de botanische tuin te bewonderen. Aanpalend aan de tuinen, is het gemeentelijke museum van de Bisschop ondergebracht in het vroegere bisschoppelijke paleis.
Na het bezoek van Limoges rijden we door naar de camping van Saint-Léonard-de-Noblat om de nacht door te brengen.
Dag 5
Na geparkeerd te hebben op de grote gemengde parking, wandelen we naar de oude binnenstad van Aubusson. Ondanks dat het zaterdag is, is ook hier zeer weinig volk aanwezig.
We kuierden door de pittoreske steegjes, spotten woningen met torentjes, oude huizen en fonteinen. Het oogt ook een beetje grauw. Dit komt door de alomtegenwoordige granietsteen die veelvuldig gebruikt werd in de architectuur van de stad.
Via de trappen naar de “cinema” bezoeken we de hoger gelegen Sainte-Croixkerk. Een voorbeeld van Romaanse kunst.

Aubusson is wereldwijd bekend om zijn tapijtindustrie. Een grootse ambachtelijke traditie die wel zes eeuwen oud is. Een bezoek aan het departementaal museum voor de Tapijtindustrie mocht we zeker niet missen. Binnen zagen we unieke stukken uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Er waren ook enkele tijdelijke tentoonstellingen met hedendaagse werken. Na afloop verpoosden we op een terrasje in de binnenstad.
06.08.2018 - Hochschwarzwald
05/08/2018: alles ingeladen, de watertank voor een derde gevuld… Op naar het Zwarte Woud. Meer specifiek het zuiden en dit tot in Waldshut aan de grens met Zwitserland, het “Hochschwarzwald”.  20 jaar geleden waren we er al en een tweede bezoek is het zeker waard.  De startafstand (625 km) die we normaal in één dag doen, doen we nu rustiger aan. De eerste middag brengen we door in Mehring, een mooi dorp aan de Moezel.  De camperplaats (met zijn restaurant) ligt pal aan het water.  Gelukkig, ondanks of dank zij de hitte zijn er geen muggen.
Meer moest dat niet zijn. Luieren in een stoel aan het water, even wandelen en dan rustig een glaasje drinken op het terras van het plaatselijke restaurant.
SONY DSC
SONY DSC
Dag 2
We rijden richting Titisee. We hadden gereserveerd op camping Bühlhof. De bedoeling was om er een aantal dagen ter plaatse te overnachten. De camping is boven een berg gelegen en de weg er naartoe is zeer steil. Een ideale omgeving voor … berggeiten. De 170 pk van de mobilhome was meer dan welkom. De camping is oud maar zeer net, de plaatsen best ruim doch zeker niet vlak. Na de installatie verkennen we de camping en genieten nog na van een mooie avond.
Dag 3
Vandaag wandelen we naar het stadje Titisee aan het gelijknamige meer. Erheen wandelen is, ondanks de hitte, geen probleem. Terugkeren was een ander paar mouwen. Het gedeelte van de grote baan naar de camping was zoals eerder gezegd, een echte kuitenbijter en niet een baantje om meerdere keren per dag te voet af te leggen.
De Titisee is het meest toeristische meer van het Zwarte Woud. Een prachtig natuurlijk meer op een hoogte van zowat 840 meter. In het plaatsje zelf vind je talrijke winkels, restaurants. Het is er heerlijk vertoeven. In de hoofdstraat zijn veel souvenir winkels gelegen, waar je veel producten uit het zwarte woud zoals hammen en kersenmarmelade vindt, en heel veel koekoeksklokken. We konen niet weerstaan aan de streekproducten en kochten zwarte woudham en ‘wald’honing! Geoefende wandelaars kunnen rond het meer wandelen. Het pas is ongeveer 7 km lang. Op het meer kan je leuke boottochten maken. Met een excursieboot, roeibootje, pedalo, of een electrisch bootje. Het is ook een luchtkuuroord. Het is niet het grootste meer, dat is de Schluchsee. 
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
Dag 4
Het is een weertje om luilekker te genieten op de camping. Ondanks de hoge temperaturen besluit ik, Dirk, om in de namiddag een wandeling te maken. Eén die start op de camping. Het pad naar de rand van het bos was al zeer steil. Toen ik boven aan de rand van het bos kwam, was ik blij dat ik even kon verpozen op een bankje. Een prachtig panoramisch zicht en wandelen tussen de koeien. Dat is het zwarte woud ten top.  ’s Nachts zorgt een stevig onweer ervoor dat alles opgefrist wordt.
Dag 5
Freiburg de belangrijkste stad van het Zwarte Woud. Het is nog steeds zeer warm.  Net aan de rand van de stad parkeren we op een grote camperplaats. Na een stevige wandeling (terugkeren doen we wijselijk met de tram) nemen we een kijkje in de talrijke historische straten en wandelen langs stadspoorten, de vele stadhuizen, marktpleinen, door winkelstraten en ... langs de beken! Ja, wel opletten als je in de straten van het centrum kuiert. In vele straten liggen nog kleine open beken (Bächle).
De Münsterkerk neemt prominent haar plaats in. In de Kaiser Joseph Strasse zijn vele grote warenhuizen gelegen.

Terwijl we op een terras genoten van een lekkere maaltijd werden we verrast door zowaar een windhoos. Deze trok over gans Freiburg.
De zware parasols waaiden allen om, kleinere kozen het luchtruim. Servieten, tafellakens, stoelkussens, en zelfs stoelen gingen vliegen. We moesten in allerijl onze borden nemen en in het restaurant vluchten. Na twee minuten was alles voorbij en scheen de zon weer. Nu nog wat winkelen (eindelijk) en dan de tram op. Dit gratis! Dankzij onze KONUS gastenkaart.
SONY DSC
Wanneer op je vakantie bent in het Zwarte Woud krijg je op campings of in je hotel of gastenverblijf een Konus gastenkaart.

De uitdrukking “KONUS” komt van de vroegere universele sleutel die trein conducteurs ooit gebruikten om bussen en treinstellen te openen. Deze uitdrukking staat voor gratis gebruik van openbaar vervoer voor bezoekers aan het gehele Zware Woud. Er zijn enige uitzonderingen.
Na aankomst op je vakantiebestemming kun je je voertuig laten staan en brengt het openbaar vervoer (bus, tram, trein, om het even) je naar elke plaats die je wenst, zonder je zorgen te hoeven maken over een parkeerplaats.

Meer info over deze kaart vind je op: zwartewoud.info

Overnachten doen we voor de laatste maal op camping Bühlhof in Titisee.
SONY DSC
Dag 6
Triberg bezoeken bleek niet mogelijk door een totaal gebrek aan parkeerplaatsen, de massa toeristen en overal achtergelaten fietsen.  De bedoeling was om er een bezoek te brengen, niet alleen aan het “Schwarzwaldmuseum” maar ook aan de grootste winkel met koekoeksklokken. We rijden dan maar door naar Schonach voor een bezoekje aan de tot voor kort, grootste koekoeksklok ter wereld en vervolgens verder naar de Schluchsee.  In Schluchsee vinden we nog net een plaats op de camperplaats. Deze is net aan het gelijknamige stuwmeer gelegen. Het meer is
drie maal groter dan de Titisee maar niet zo toeristisch uitgebaa(ui)t. Dit is onze overnachtingsplaats voor de komende 2 nachten.
Dag 7
Na een bezoek aan en een wandeling rond het leuke stadje gaan we ’s middags varen op het meer met de rondvaartboot. Een boot die drie haltes rond het meer aandoet. Vanaf die haltes kan je mooie wandelingen aan en rond het meer maken. Zoals gewoonlijk is er geen Nederlandstalige info (wel Chinees) aan boord, maar als je goed luistert kan je wel iets meepikken van de Duitstalige rondleiding.  Tenzij je natuurlijk geniet van een stuk taart, een ijsje of iets vloeibaars op de boot…
SONY DSC
SONY DSC
Dag 8
Onze reis gaat verder naar Waldshut, een klein oud stadje aan de Rijn en tegen de grens met Zwitserland. De mooie (luxe) camperplaats ligt naast de camping (waarvan de douches en toiletten ook voor de campers zijn) en heeft alle faciliteiten.  Via een korte wandeling langs de Rijn kom je in het stadje vol fraaie oude vakwerkhuizen, mooie winkels en terrasjes in de verkeersvrije Kaiserstrasse, die aan beide zijden omsloten wordt door een markante stadspoorttoren. In het midden van de straat stroomt door een stenen goot water. Ook zijn er drie moderne fonteinen.
Op het terras van een patisserie genoten we van dé taart van de streek: zwarte woudtaart; heerlijk!
SONY DSC
SONY DSC
Dag 9
We wippen even de Zwitserse grens over en bezoeken de Rijnwatervallen in Schaffhausen.  Er is een parking (P4) voorzien voor campers maar zoals gewoonlijk staan er ook vele personenauto’s tussen. Vroeg toekomen is de boodschap!  Je mag overnachten op de parking, maar het is er zeer duur. Waarschijnlijk komt dit door de dure Zwitserse frank!

De “Rheinfall” zijn de grootste watervallen van Europa. Je voelt het gebulder van het water door je hele lichaam. Je kan er met een boot naar de kastelen, in het bekken van de Rijnwaterval en zelfs naar het terras op de rots in het midden.
Je wordt er getrakteerd op een gratis, ijskoude douche door het opspattende water.  Het is een indrukwekkend schouwspel.
Dag 5
Na geparkeerd te hebben op de grote gemengde parking, wandelen we naar de oude binnenstad van Aubusson. Ondanks dat het zaterdag is, is ook hier zeer weinig volk aanwezig.
We kuierden door de pittoreske steegjes, spotten woningen met torentjes, oude huizen en fonteinen. Het oogt ook een beetje grauw. Dit komt door de alomtegenwoordige granietsteen die veelvuldig gebruikt werd in de architectuur van de stad.
Via de trappen naar de “cinema” bezoeken we de hoger gelegen Sainte-Croixkerk. Een voorbeeld van Romaanse kunst.

Aubusson is wereldwijd bekend om zijn tapijtindustrie. Een grootse ambachtelijke traditie die wel zes eeuwen oud is. Een bezoek aan het departementaal museum voor de Tapijtindustrie mocht we zeker niet missen. Binnen zagen we unieke stukken uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Er waren ook enkele tijdelijke tentoonstellingen met hedendaagse werken. Na afloop verpoosden we op een terrasje in de binnenstad.
Dag 6
We rijden het Regionaal Natuurpark Millevaches binnen en begeven ons in het hart van het park naar het meer van Vassivière. Door zijn grootte en ruige omtrek (oevers van 47 kilometer en meer dan 1000 ha water) lijkt het meer een beetje op de grote Scandinavische merengebieden.
We installeren ons op camping La Presqu’île, aan de oevers van het meer. Iets hoger staande, hebben we een prachtig zicht op het meer.
De bedoeling was om met een taxiboot naar het eiland van Vassivière midden in het meer te varen. Op het eiland zou je heerlijk kunnen wandelen en kan je een boerderij bezoeken waar er te genieten valt van regionale producten. Doch, het toeristisch seizoen was voorbij en was het nog meer dan twee uur wachten op de volgende taxiboot. En hield in dat we maar een uurtje op het eiland konden verblijven.  Het eiland is ook te bereiken via een brug. Van op  de parking aan de rand van de brug kan je dan met de “petit train” of te voet het eiland bereiken. De brug bevindt zich op een zestal kilometer van de camping, en was voor ons toch iets te ver om er te voet naar toe te gaan.
We besloten dan maar om een wandeling aan de oevers van het meer te maken. Wat ook zeer aangenaam en rustgevend was. Regelmatig verpozen en genieten van panoramisch zicht over het meer. Spijtig dat we geen enkele zitbank tegenkwamen. Een gebrek rond dit prachtige meer.
’s Avonds genoten we van aan onze camper verder van het mooie zicht en de ondergaande zon op het meer.
Dag 7
We maken een rondrit door het regionaal park van Millevaches. Een prachtig natuurgebied. De naam “duizend koeien” zou je doen denken aan vele limousin koeien die je in de streek ziet (een beetje gênant om te zeggen misschien, maar het is zeer lekker vlees).
Deels waar: een oude legende verhaalt hoe een herderinnetje duizend koeien moest hoeden. In een zwaar onweer raakte zij die allemaal kwijt, en voor straf werden alle koeien in rotsblokken met bizarre vormen veranderd. Een meer aannemelijke verklaring zou zijn dat de naam komt van een samenstelling van het Gallische woord “melo”, wat gebergte, heuvel betekent, met het Latijnse woord “vacua”, wat leeg, verlaten betekent. “De verlaten berg” is een beschrijving die overeenkomt met wat geweten is over het gebied tussen de derde eeuw en het begin van de Middeleeuwen, toen de streek volslagen verlaten was. Toch keert een recente studie weer terug naar het 'water', op basis van het dialect van de Limousin waar gacho 'modder' of 'moeras' betekent; bij het dorp Millevaches ontspringt niet alleen de Vienne, maar liggen inderdaad meerdere bronnen en ook een moeras. 

Langs steile en bochtige wegen rijden we door de afwisselende landschappen: langs een rotsachtige bergketen (het bergmassief van Monédières) en via het dorpje Millevache langs de moeraslanden van Longeyroux.
We arriveren op die manier in het historische stadje Meymac. We wandelen door de sfeervolle, maar verlaten straatjes van het historisch centrum. Jammer genoeg is het maandag; het museum en de schaarse winkeltjes zijn gesloten.
Zo wandelen we langs de oude hal uit de 16de eeuw, een voormalig ziekenhuis, de klokkentoren en aan het gemeentehuis een mooie fontein van Volvic-steen.

Aan de heel mooie romaanse kerk paalt de benedictijnse abdij Saint-André-Saint-Léger, gesticht aan het einde van de 11de eeuw. In de abdij huist het museum Marius Vazeilles, gewijd aan de geschiedenis van de hoogvlakte van Millevaches. Maar zoals gezegd was het die dag gesloten. In de kerk konden we wel een schitterende Zwarte Maagd uit de 12e eeuw bezichtigen.
Dag 8
’s Morgens wuifden we vanop de camperplaats in Meymac een paar pelgrims uit. Ze brachten de nacht door op de naastgelegen camping (waar wij een onaangename ontmoeting hadden met de uitbaatster – zie onderaan in het overzicht overnachtingen). Zij zetten hun voettocht verder, vergezeld van hun ezel.
Zelf reden we onder een stralende zon naar de watervallen van Gimel. Onze GPS volgend kwamen we toe aan de verkeerde kant van het dorp Gimel-les-Cascades. We waren wel aan de watervallen, maar konden nergens onze camper kwijt. Ommekeer maken was quasi onmogelijk.
De enige mogelijkheid die overbleef was om over het smalle stenen bruggetje naar de andere kant van het dorp te rijden. Wat niet echt de bedoeling was. Langs beide zijkanten was er minder dan 5cm ruimte vrij. Mijn spiegels moest ik niet inklappen, deze kwamen boven de stenen reling. Stapvoets reed ik de brug op. Ondertussen waren er al verscheidene kijklustigen die ons maneuver in de gaten hielden. Monique loodste me uitstekend naar de overzijde. Ongehavend konden we het dorp doorkruisen naar de parkings.
We keerden dan te voet terug door het kleine, maar verrassend leuk en gezellig dorp naar de watervallen. De watervallen bevinden zich in een ongerept natuurgebied. Er zijn drie opeenvolgende watervallen: de Grand Saut met een hoogte van 45 meter, la Redole van 27 meter, en de Queue de Cheval van 60 meter; deze laatste stort in de breuk van Inferno. De paden van het park Vuillier (private eigendom) die naar de watervallen leiden zijn oneffen, soms steil en slipperig, trappen uitgehouwen in de rotsen of via metalen trappen. Aan de eerste waterval besloot Monique om lekker op het terras van de taverne te blijven zitten en te genieten van het prachtige uitzicht. Ik besloot verder af te dalen naar de andere watervallen. Onderweg ontdekte ik, behalve de schitterende watervallen, ook bergkloven met weelderige beplanting; een waar spektakel van de natuur in al zijn glorie. Na dit wandeltochtje van ongeveer een uur kwam ik terug aan de café. Moe maar voldaan plofte ik mij neer op een stoel. Het was een leuke uitdaging en gelukkig had ik stevige wandelschoenen aan.
Als afsluiter van de namiddag liepen we aan de rand van Gimel door het Parc Vuillier, en bezochten de ruïnes van het kasteel. Waarna we naar Corrèze reden, waar de “camping municipal” onze rustplaats was voor de volgende twee nachten.

Dag 9
Geen zware tochten vandaag. Genieten van de ‘Indian Summer’, een prachtige nazomer, en een wandelingetje langs de rivier de Corrèze en door de Middeleeuwse dorpskern van Corrèze.
Onze eerste halte is de prachtige kapel Notre-Dame du Pont du Salut, aan de oever van de rivier. Met er naast zijn oude stenen brug met twee bogen over de rivier. Een idyllische locatie! We liepen er de pastoor tegen het lijf. Hij vertelde ons dat er ieder jaar op 8 september veel pelgrims toekomen voor een eredienst. Het dorp is ook een bedevaartsoord op de route naar Santiago di Compostella.
We wandelen verder naar het dorp. De Poort Margot geeft toegang tot het middeleeuws stadsgedeelte en we komen terecht op het kerkplein. De poort staat op de lijst van Historische Monumenten en is voorzien van een nis, met daarin een beeld van heilige Martialis van Limoges. De heilige Martialis kerk dateert uit de 12de, 13de en 15de eeuw. Rondom de kerk staan enkele huizen uit de Renaissance.
Groot is de kern niet en al vlug zoeken we het enige terras van Corrèze op voor een frisse pint.
Dag 10
De volgende halte op onze route is Argentat -  de stad van de gabare-schippers. Via de oevers van de rivier de Espérance wandelen we van de camping naar het centrum.
De hoofdtroef van het stadje is de kade “quai Lestourgie”, waar vroeger vele gabare-boten aanlagen (schepen met platte bodem bedoeld om ondanks de zware ladingen, meestal hout, toch op de ondiepe rivier te kunnen varen). Een gezellige kade met schilderachtige gevels en met verscheidene restaurants en terrassen.
We zouden graag een tochtje met een gabare-boot gemaakt hebben, maar alle vaarten waren reeds volgeboekt tot eind september!
Na een lekkere lunch kuieren we nog wat rond en vatten de terugweg aan. De rest van de namiddag en avond genieten we nog aan onze camper van het mooie weer. Lui in een zetel. Zalig.
Dag 11
Plaats van bestemming vandaag: Beaulieu-sur-Dordogne. We bevinden ons in het zuiden van de Corrèze, maar wanen ons, mede door de hoge temperaturen (32°C in de schaduw) en de aanwezige palmbomen, aan de Côte d’Azur.
De historische binnenstad, die op zo’n 500m van de camperplaats gelegen is, betreden we via de kapelpoort, “Porte de la Chapelle”. De smalle klinkerstraatjes zijn omringd door prachtige oude panden. Op een pleintje (place de la Bridolle) verderop verschijnt een statige romaanse abdijkerk uit de 9e eeuw. In de Sint-Pieterskerk ontdekken we, na zelf het licht in de glazen etagère aangestoken te hebben, een zeer mooi beeld van de Maagd met kind, blijkbaar uit de 12e eeuw.
We kuierden nog wat en verder en vonden dat het tijd was voor een ijsje. In een smal straatje achter de kerk bevindt zich een pannenkoekenhuis, maar wederom pech; het was gesloten op vrijdag.
Na het doorkruisen van de middeleeuwse kern arriveren we aan de kapel van de Boetelingen met een prachtige klokgevel met vijf openingen. Een bijzondere locatie aan de oevers van de Dordogne. Het was aangenaam wandelen langs de rivier. Het zicht was prachtig. Ik vond het een zeer fotogenieke locatie.
Dag 12
Een volgend hoogtepunt uit onze trip in de Limousin is Collonges-La-Rouge!
Door de aanwezigheid van vele toeristen was er ten gevolge van de geldende coronamaatregelen, de verplichting, in het gehele dorp, een mondmasker te dragen!
Dit middeleeuwse dorp is beroemd om zijn huizen van rode zandsteen (de zandsteen ziet zo rood door de aanwezigheid van zeer veel ijzererts. Door de oxidatie verkrijgt de steen zijn felrode kleur).
In de zestiende eeuw ontwikkelde het mooie dorp zich tot een soort vakantieplaats. De elite rond de burggraaf van Turenne vond het een prima plek om ’s zomers te verblijven. Dit ging gepaard met een bouwgekte, waarvan de mooie huizen en de kleine kastelen die in het dorp te vinden zijn getuigen.
Het eerste gebouw dat ons opviel bij het binnenkomen van het dorp was het Castel de Vassinhac. Dit kasteeltje is gebouwd aan het einde van de zestiende eeuw door de toenmalige heer van het dorp. Het kasteel met zijn mooie peperbustorentjes was bedoeld als paleis. De schietgaten in de torens waren enkel aanwezig voor de sier.
We konden het niet laten en bezochten het kasteeltje. We werden er ontvangen door de zeer enthousiaste “kasteeldame”. Toen ze hoorde dat we uit België kwamen was ze nog enthousiaster (haar grootmoeder was afkomstig van Ieper). Nadat ze ons een uitgebreide uiteenzetting gaf konden we op ons gemak rondgaan in alle kamers. Geen enkele was afgemaakt met koorden of zo. Buitengewoon prachtig.
Wij hebben in het verleden al veel kastelen bezocht. Dit interieur is zeker zo mooi als deze van de kastelen van de Loire.
Een leuke anekdote is dat het de bedoeling is om later de historische slaapkamers in te richten als B&B. Lijkt me alvast een heerlijke locatie om wakker te worden.
Vervolgens lieten we ons tijdens de wandeling door het dorp bekoren door de talrijke oude gebouwen. De binnenkant van de Sint-Pieterskerk oogde zeer speciaal door de rode steen.
De vele winkeltjes waren aanlokkelijk en nodigden uit tot het kopen van souvenirs of lokale kunstvoorwerpen. De terrassen zaten vol en gelukkig vonden we nog een paar plaatsjes. Het ijsje dat we op dag 11 moesten missen compenseerden we nu met een heerlijke ijscoupe.

Collonges-La-Rouge staat uitermate verdiend op de lijst: "mooiste dorpen van Frankrijk".
Dag 13
Onze reis door de Limousin startten we met een overnachting op een bizonfarm. Vandaag besluiten we opnieuw om te overnachten op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion. Wederom zijn het dieren. Nu van een andere grootorde: varkens!
“Les Délices du Gaulois” in Cublac, een varkenskwekerij in openlucht. We werden er zeer vriendelijk onthaalt door de uitbaatster. Spontaan gaf ze ons een rondleiding op het bedrijf. Ze werken er zonder personeel en haar man die ook beenhouwer is verwerkt het varkensvlees. Spijtig, we konden er geen vlees kopen. Door de kleinschalige kweek was alles reeds gereserveerd tot januari 2021.
De varkens leven er zoals gezegd in openlucht. Er zitten maar 9 varkens per hectare! Hun voeding bestaat uitsluitend uit korrels, maïs en zeer veel eikels. Eikels die ze in overvloed vinden op hun terrein, waar zeer veel eikenbomen staan. De varkens leven in volledige vrijheid en zijn dag en nacht buiten. Uiteraard hebben ze een hok waar ze kunnen schuilen of slapen.
Je zag werkelijk dat de varkens gelukkig waren. Van zodra ze ons aan de afsluiting van hun terrein zagen, kwamen ze luid knorrend aangestormd. Ik had een voorraadje eikels opgeraapt en die aten ze gretig op.
Palend aan het terrein waar we stonden (trouwens, we hadden de gehele weide voor ons alleen) zat een zeug met 11 biggetjes. Ook in volledige vrijheid. Het was zeer schattig om de kleine dieren bezig te zien.
Je zou denken, slapen naast varkens, wat met de stank? Uiteraard, deze situatie is volledig verschillend van bijvoorbeeld een hangar met honderden varkens, liggend in hun eigen mest. Een bedrijvigheid die je al van op een kilometer kunt ruiken! 
Wij hebben een zalige nacht gehad. Pikdonker, muisstil en zonder stank! Deze varkens ruik je enkel als je er vlak naast staat.
Dag 14
Onze laatste bestemming was het dorp Arnac-Pompadour, namelijk in het gehucht Pompadour, genoemd samen met het kasteel naar de gelijknamige bouwer van het kasteel: Geoffroy de Pompadour. Lodewijk de XVe schonk het aan zijn maitresse, Jeanne-Antoinette Poisson. Ze kreeg van de koning de titel van markiezin en was beter bekend onder de naam “madame de Pompadour”.
We gaan binnen via het statige ingang. Het is geflankeerd door twee indrukwekkende peperbustorens. Zoals op alle locaties is ook hier weinig volk, waardoor we bijna overal ons mondmasker konden aflaten. We wandelden door de elf gemeubelde kamers. Onder andere een bibliotheek uit de 19e eeuw en een zaal met wandtapijten uit Aubusson. Deze komen uit de zelfde periode als de tapijten die we zagen in het museum van aubusson. Alle kamers zijn zeer mooi voorgesteld, mede door de mannequinpoppen die gehuld zijn in kledij uit de 18e eeuw.
Terug buiten genoten we van de mooie tuin en gingen richting de stallingen. De prachtige paarden keken ons een beetje ongeïnteresseerd aan. Spijtig dat we ze niet mochten aanraken. De stoeterij is belangrijkste fokkerij van anglo-arabische paarden en huisvest ook de beroemde paardenrijschool. Die paarden vinden we in de Orangerie stallen.
Net buiten het kasteel aan de overzijde van de laan is de manege gelegen. Er was geen bedrijvigheid op het ogenblik van ons bezoek.
Iets buiten het dorp is de internationaal bekende paardenrenbaan gelegen. Ze heeft een zandbaan van 2000 meter en dankt zijn bekendheid mede door zijn natuurlijke heggen. In de zomer kan het er heel druk zijn op de dagen dat er wedstrijden worden gehouden. We konden de renbaan enkel van op afstand bekijken.
Onze laatste avond in de Limousin brachten we door op een gemeentecamping in Lubersac. Het leuke was dat de camping aan een meertje gelegen is. Het was nog steeds warm, waardoor het fijn vertoeven was aan het water.
Dag 15
De tussenstop op de terugreis is opnieuw de camperplaats in Dreux. Een gemakkelijke locatie en het is halfweg naar huis. Aan de camper nog even nagenieten van de warme nazomer

Dag 16
Het is tijd om naar huis te rijden. Onderweg blikken we terug op wat alweer een mooie trip was. Met pittoreske dorpen, middeleeuwse gebouwen, prachtige natuur en meren. We ontmoetten vriendelijke en dankbare mensen en hadden leuke contacten. En belangrijk in deze tijden; we konden het veilig houden.
Overzicht overnachtingen
Camping-Car Park de Dreux - Rue Jean-Louis Chanoine  28100 Dreux – 9pl/11€ - alle voorzieningen - GPS: n 48.74029, o 1.33227 – betalen via account camping-car park en ingang met pass Etapes kaart. Gezien wij het privilege pack hebben reserveerden we op voorhand een plaats. Ook voor de terugweg. Rustige camperplaats ideaal als tussenstop. Leuke anekdote: Er is voorzien dat je op de camperplaats overnacht en er een arrangement kunt boeken om Parijs te bezoeken.

Camperplaats France Passion – kwekerij van bizons bij Jean Lutier – 5pl – geen voorzieningen – Lieu dit “Chez Peyrut”, 87330 Saint-Martial-sur-Isop – GPS: N 46.16049, O 000.89832. Plaats genoeg op de weide die als camperplaats wordt gebruikt. Zeer rustig. Samen met de eigenaar maakte we een rondrit tussen de bizons. Zeer speciaal; lees meer hierover in ons reisverhaal

Officiële camperplaats: Rue du Stade,  Oradour-sur-Glane – 30pl/gratis – voorzieningen zonder stroom - GPS: n 45.93570, o 1.02471 – op ±1km van herinneringscentrum. Het is een rustige camperplaats gelegen aan sportterreinen. De plaatsen zijn wel smal. Doch voor 1 nacht is dit voor ons geen probleem.

Camping de Beaufort: Moulin de Beaufort (Lieu-dit Beaufort) 87400 Saint-Léonard-de-Noblat – 17€/nacht + 1€ toeristenbelasting (TB) – alle voorzieningen – ruime plaatsen afgebakend met hagen. Door de coronamaatregelen worden de sanitaire blokken (net zoals op alle andere campings) meerdere malen per dag gekuist. Douches waren 1€ met voldoende warm (heet) water.

Parking Champ de Foire: Officiële camperplaats - Rue des Fusilles, 988  Aubusson – 70pl/gratis – servicestation, geen stroom -  GPS: n45.95694 o2.17528 – 500m van centrum. Het is een zeer grote gemengde parking. Overdag staat er uiteraard veel personenauto’s, doch er is plaats genoeg. Normaal is het er ’s avonds rustig, doch doordat het nog warm was die nacht, hadden we veel lawaai uit de openstaande ramen van de aanpalende (sociale) appartementen.

Camping La Presqu’île: - Broussas - 23460 Royère de Vassivière – 17€/nacht + 0,40€ TB – alle voorzieningen – onze plaats was iets hoger gelegen waardoor we een prachtig zicht hadden op het meer. Minpuntje: om de plaats te bereiken moet je de steile helling op. Hierbij raakte de achterbumper van onze motorhome de grond. Er was een volledig nieuw sanitair gebouw aanwezig.

Officiële camperplaats Meymac: beneden aan de camping municipale de la Garenne - Boulevard de la Garenne, 19250 Meymac. 30pl/gratis – servicestation, geen stroom – 500m van het stadje. Onze bedoeling was om toch op de camping te staan om stroom te hebben. Er waren geen uitbaters aanwezig en we zochten een plaatsje. We werden  al vlug door de weinige aanwezige kampeerders doorverwezen naar een andere plaats op de camping; zogezegd omdat we bij hen geen satellietverbinding hadden. Kwam al zeer bizar over. We vonden een mooiere plaats en wilden eerst vers water tanken. Op dat ogenblik arriveerde de uitbaatster die ons zeer onvriendelijk zei dat we er geen water konden nemen en maar water moesten tanken beneden op de camperplaats. Wij hebben haar toen vriendelijk bedankt en hebben ons beneden op de camperplaats geïnstalleerd. We hadden er wel geen stroom, maar spaarden zo toch de 11€ campinggeld uit. Die camping is de eerste camping die we zeer sterk afraden!

Camping municipale Corrèze – Rue de la Chapelle, Corrèze – 9€/nacht – alle voorzieningen – 650 van centrum - GPS: N 45.37167, E 1.88005. Wlij betaalden 18.80€ voor twee nachten, toeristenbelasting inbegrepen. Bij aankomst was het een beetje verwarrend. De Camping heeft 3 locaties aangeduid met 1 bordje: camping A, camping B en camping C. A betreft een camperplaats met 10 plaatsen. Doch enkel geschikt voor vans en kleinere campers. Wij konden er niet op de plaatsen indraaien omdat de bomen veel te laag kwamen. B is iets verderop gelegen en enkel bereikbaar via een smalle brug (2,10m breed). Is dus enkel toegankelijk voor buscampers en kampeerders met tent. Wij vonden uiteindelijk een plaats op camping C. Het is wel een gezellige camping met ruime afgebakende plaatsen. Sanitair is wel verouderd, maar was proper. De vriendelijke uitbater komt ter plaatse ontvangen.

camping municipale - Route du Longour, 19400 Argentat – 21€/nacht – alle voorzieningen – ruime plaatsen – nieuw sanitair, enkel toegankelijk met code. Douches 1€. Onmiddellijk aan de camping vertrekt een weggetje die dan verderop langs het water naar het stadje loopt, is ± 800m naar het centrum

Aire de Camping-Car - Rue du Général de Gaulle, 19120 Beaulieu-sur-Dordogne – 20pl/6€ - alle voorzieningen – 500m van centrum. Langgerekte camperplaats waar alle campers dwars tegenover de weg staan. Aan de achterzijde is een rugbyveld. Op het tweede stuk is het nu bedoeling dat er twee campers tussen de bomen staan. De plaatsen zijn dan zo smal dat je amper je deur kunt openen. Wij stonden, net zoals alle anderen op dat stuk alleen tussen de bomen opgesteld. Je kan zeggen; egoistisch, doch er resten nog voldoende plaatsen, ruim meer dan de 20 vooropgestelde plaatsen.

Parking Le Marchadial: officiële camperplaats Collonges-La-Rouge – gps: N 45.05833, O 001.65889 – 40pl/8€ - alle voorzieningen – op 500m van het prachtige dorp. Aangezien je enkel moet betalen van 19.00 tot 09.00u, staan er overdag veel campers die enkel parkeren om het dorp te bezoeken. Dus overdag zijn er weinig vrije plaatsen. Volgens mij is 10u het ideale uur om toe te komen. De eerste overnachters zijn vertrokken en de dagtoeristen zijn er nog niet.

Camperplaats France Passion: Les Délices du Gaulois, varkenskwekerij (in openlucht) – Les Granges, 19520  Cublac – 5pl/gratis – er kunnen ruim meer campers staan, wij hadden de gehele camperplaats voor ons alleen - GPS: N 45.15946 O 001.28463. Het was een leuke ervaring om daar te overnachten. De zeer vriendelijke eigenaars gaven ons een rondleiding op de kwekerij. Spijtig dat we geen vlees konden kopen. Alle producten die van hun kweek komen waren al gereserveerd tot in januari 2021. De varkens leven er in openlucht en hebben een slaapplaats op hun terrein. Er zitten maar 9 tot 12 varkens per hectare. Ze lijden er een luxe leventje en eten buiten hun voeding heel veel eikels. Hun domein staat vol eikenbomen.

camping La vénèzie: Route de Saint-Pardoux, 19210 Lubersac – 17€/nacht – alle voorzieningen – mooie camping, maar weinig kampeerplaatsen – de meeste plaatsen zijn lodges en residentiele caravans (bijna geen bezetting) – ook hier waren we de enige kampeerders. Het sanitair complex was zeer proper. Onze enige bedoeling van deze locatie was overnachten. Het was wel leuk omdat de camping aan een meer ligt. Bij goed weer is het er zeer druk.



De meeste camperplaatsen waar we overnachtten waren in de onmiddellijke omgeving van de plaatsjes die we bezochten. In de stadjes waar we niet overnachtten vonden we een degelijke parkeerplaats bij het centrum. Dat was voor volgende plaatsen:

Limoges : In Limoges zelf zijn alle parkeerplaatsen en parking enkel geschikt voor personenauto’s. Wij parkeerden net buiten het centrum op een grote gratis parking ter hoogte van de rue Victor Duruy. Via de avenue Jean Gagnant is het 800m naar het centrum.

Gimel-les-Cascades: Parking Le Bourg. Net voor het binnenrijden van Gimel loopt een smal weggetje naar de parkings beneden. Eén ervan is ook een camperplaats met een 20tal gratis plaatsen. Er is ook een servicestation. Gps: N 45.30215, O 001.85186. Door de coronapandemie waren er veel minder toeristen (enkel Fransen … en wij 12), doch in normale omstandigheden worden de watervallen zeer druk bezocht en zal het moeilijk zijn om er een parkeerplaats te vinden.

Arnac-Pompadour: Place du Château.  Ruime gratis parking langs de laan onmiddellijk aan het kasteel van mde de Pompadour. Opgelet aan de voorzijde van het kasteel is ook een parking, doch er mogen geen campers parkeren (staat zeer onduidelijk aangeduid).

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Het oude Oradour is enkel te bereiken via een tunnel die onder de weg loopt. Deze vertrekt in het bezoekerscentrum, dat in 1999 werd gebouwd. Na het bezoekerscentrum te hebben bezocht begaven we ons in de tunnel. Daar hangen twee enorme borden met de foto’s van de geïdentificeerde slachtoffers. Het was even slikken bij het zien van de vele foto's.

De meeste mensen liepen ingetogen door wat ooit een welvarend dorp was. Een dorp met een tramlijn, hotel, café's, bakkers, jongens- en meisjesschool... Het aanschouwen van de totaal vernielde huizen, de autowrakken, hier en daar een sober bordje dat de plekken aanduidde waar de mannen van het dorp werden opgesteld voor executie. We werden er stil van. Alles lag erbij zoals op het ogenblik van de Duitse inval. De auto van de dorpsdokter voor de fietswinkel waar hij op huisbezoek was, de kookpotten die nog boven de haard hingen. En dan de kerk … waar het grote drama zich voltrok. Je beeldt het je in: volgestouwd met vrouwen en kinderen en dan een grote knal. Huiveringwekkend.

Het dorp zelf werd na de oorlog een kilometer verder volledig opnieuw gebouwd.
Dag 4
Vandaag staat een bezoek aan Limoges op het programma. De hoofdstad van het porselein. Voor onze reis had ik contact opgenomen met de toeristische dienst van Limoges. Tijdens mijn voorbereidingen stelde ik vast dat er weinig mogelijkheden waren om met de motorhome te parkeren. Zij verwezen ons naar een grote parking net buiten het centrum. Je kan er indien nodig de bus nemen naar het centrum. Zie onderaan het verslag voor meer details hierover.
Niettegenstaande het drukke verkeer oogde de binnenstad verlaten. Geen volk in de winkelstraten, veel plaats op de terrassen. De stad zelf vinden we grauw, oogt niet gezellig. Het is zelfs zoeken naar een winkel waar ze het (veel te dure) porselein aanbieden.
De meeste activiteit vindt plaats op het Motteplein, een aangename en levendige plaats met terrassen en cafés. Ook de markthallen van de 19e eeuw zijn op dit plein gelegen. Binnen, tussen de kramen met streekproducten, heerste er een gezellige drukte. Een waar voedselparadijs. We hebben er heerlijk gegeten op één van de vele terrasjes in en rond de hallen.
Dag 6
We rijden het Regionaal Natuurpark Millevaches binnen en begeven ons in het hart van het park naar het meer van Vassivière. Door zijn grootte en ruige omtrek (oevers van 47 kilometer en meer dan 1000 ha water) lijkt het meer een beetje op de grote Scandinavische merengebieden.
We installeren ons op camping La Presqu’île, aan de oevers van het meer. Iets hoger staande, hebben we een prachtig zicht op het meer.
De bedoeling was om met een taxiboot naar het eiland van Vassivière midden in het meer te varen. Op het eiland zou je heerlijk kunnen wandelen en kan je een boerderij bezoeken waar er te genieten valt van regionale producten. Doch, het toeristisch seizoen was voorbij en was het nog meer dan twee uur wachten op de volgende taxiboot. En hield in dat we maar een uurtje op het eiland konden verblijven.  Het eiland is ook te bereiken via een brug. Van op  de parking aan de rand van de brug kan je dan met de “petit train” of te voet het eiland bereiken. De brug bevindt zich op een zestal kilometer van de camping, en was voor ons toch iets te ver om er te voet naar toe te gaan.
We besloten dan maar om een wandeling aan de oevers van het meer te maken. Wat ook zeer aangenaam en rustgevend was. Regelmatig verpozen en genieten van panoramisch zicht over het meer. Spijtig dat we geen enkele zitbank tegenkwamen. Een gebrek rond dit prachtige meer.
’s Avonds genoten we van aan onze camper verder van het mooie zicht en de ondergaande zon op het meer.
Dag 7
We maken een rondrit door het regionaal park van Millevaches. Een prachtig natuurgebied. De naam “duizend koeien” zou je doen denken aan vele limousin koeien die je in de streek ziet (een beetje gênant om te zeggen misschien, maar het is zeer lekker vlees).
Deels waar: een oude legende verhaalt hoe een herderinnetje duizend koeien moest hoeden. In een zwaar onweer raakte zij die allemaal kwijt, en voor straf werden alle koeien in rotsblokken met bizarre vormen veranderd. Een meer aannemelijke verklaring zou zijn dat de naam komt van een samenstelling van het Gallische woord “melo”, wat gebergte, heuvel betekent, met het Latijnse woord “vacua”, wat leeg, verlaten betekent. “De verlaten berg” is een beschrijving die overeenkomt met wat geweten is over het gebied tussen de derde eeuw en het begin van de Middeleeuwen, toen de streek volslagen verlaten was. Toch keert een recente studie weer terug naar het 'water', op basis van het dialect van de Limousin waar gacho 'modder' of 'moeras' betekent; bij het dorp Millevaches ontspringt niet alleen de Vienne, maar liggen inderdaad meerdere bronnen en ook een moeras. 

Langs steile en bochtige wegen rijden we door de afwisselende landschappen: langs een rotsachtige bergketen (het bergmassief van Monédières) en via het dorpje Millevache langs de moeraslanden van Longeyroux.
We arriveren op die manier in het historische stadje Meymac. We wandelen door de sfeervolle, maar verlaten straatjes van het historisch centrum. Jammer genoeg is het maandag; het museum en de schaarse winkeltjes zijn gesloten.
Zo wandelen we langs de oude hal uit de 16de eeuw, een voormalig ziekenhuis, de klokkentoren en aan het gemeentehuis een mooie fontein van Volvic-steen.

Aan de heel mooie romaanse kerk paalt de benedictijnse abdij Saint-André-Saint-Léger, gesticht aan het einde van de 11de eeuw. In de abdij huist het museum Marius Vazeilles, gewijd aan de geschiedenis van de hoogvlakte van Millevaches. Maar zoals gezegd was het die dag gesloten. In de kerk konden we wel een schitterende Zwarte Maagd uit de 12e eeuw bezichtigen.
Dag 8
’s Morgens wuifden we vanop de camperplaats in Meymac een paar pelgrims uit. Ze brachten de nacht door op de naastgelegen camping (waar wij een onaangename ontmoeting hadden met de uitbaatster – zie onderaan in het overzicht overnachtingen). Zij zetten hun voettocht verder, vergezeld van hun ezel.
Zelf reden we onder een stralende zon naar de watervallen van Gimel. Onze GPS volgend kwamen we toe aan de verkeerde kant van het dorp Gimel-les-Cascades. We waren wel aan de watervallen, maar konden nergens onze camper kwijt. Ommekeer maken was quasi onmogelijk.
De enige mogelijkheid die overbleef was om over het smalle stenen bruggetje naar de andere kant van het dorp te rijden. Wat niet echt de bedoeling was. Langs beide zijkanten was er minder dan 5cm ruimte vrij. Mijn spiegels moest ik niet inklappen, deze kwamen boven de stenen reling. Stapvoets reed ik de brug op. Ondertussen waren er al verscheidene kijklustigen die ons maneuver in de gaten hielden. Monique loodste me uitstekend naar de overzijde. Ongehavend konden we het dorp doorkruisen naar de parkings.
We keerden dan te voet terug door het kleine, maar verrassend leuk en gezellig dorp naar de watervallen. De watervallen bevinden zich in een ongerept natuurgebied. Er zijn drie opeenvolgende watervallen: de Grand Saut met een hoogte van 45 meter, la Redole van 27 meter, en de Queue de Cheval van 60 meter; deze laatste stort in de breuk van Inferno. De paden van het park Vuillier (private eigendom) die naar de watervallen leiden zijn oneffen, soms steil en slipperig, trappen uitgehouwen in de rotsen of via metalen trappen. Aan de eerste waterval besloot Monique om lekker op het terras van de taverne te blijven zitten en te genieten van het prachtige uitzicht. Ik besloot verder af te dalen naar de andere watervallen. Onderweg ontdekte ik, behalve de schitterende watervallen, ook bergkloven met weelderige beplanting; een waar spektakel van de natuur in al zijn glorie. Na dit wandeltochtje van ongeveer een uur kwam ik terug aan de café. Moe maar voldaan plofte ik mij neer op een stoel. Het was een leuke uitdaging en gelukkig had ik stevige wandelschoenen aan.
Als afsluiter van de namiddag liepen we aan de rand van Gimel door het Parc Vuillier, en bezochten de ruïnes van het kasteel. Waarna we naar Corrèze reden, waar de “camping municipal” onze rustplaats was voor de volgende twee nachten.

Dag 9
Geen zware tochten vandaag. Genieten van de ‘Indian Summer’, een prachtige nazomer, en een wandelingetje langs de rivier de Corrèze en door de Middeleeuwse dorpskern van Corrèze.
Onze eerste halte is de prachtige kapel Notre-Dame du Pont du Salut, aan de oever van de rivier. Met er naast zijn oude stenen brug met twee bogen over de rivier. Een idyllische locatie! We liepen er de pastoor tegen het lijf. Hij vertelde ons dat er ieder jaar op 8 september veel pelgrims toekomen voor een eredienst. Het dorp is ook een bedevaartsoord op de route naar Santiago di Compostella.
We wandelen verder naar het dorp. De Poort Margot geeft toegang tot het middeleeuws stadsgedeelte en we komen terecht op het kerkplein. De poort staat op de lijst van Historische Monumenten en is voorzien van een nis, met daarin een beeld van heilige Martialis van Limoges. De heilige Martialis kerk dateert uit de 12de, 13de en 15de eeuw. Rondom de kerk staan enkele huizen uit de Renaissance.
Groot is de kern niet en al vlug zoeken we het enige terras van Corrèze op voor een frisse pint.
SONY DSC
SONY DSC
’s Namiddags keren we terug naar Waldshut en de camperplaats voor de nacht.  In het stadje krijgen we een stevige regenbui. Lang leve de ijssalons als schuilplaats. Ook de porties ijs zijn van Duits formaat, gewoon reusachtig.
SONY DSC
Dag 10
Een panoramaroute liep langs de schilderachtige valleien en heuvels van het Zwarte Woud. Langs plaatsjes zoals Hochenschwand, Todnau, Bernau, Feldberg,  en via Titisee (waar we toch maar een koekoeksklok kopen) rijden we verder naar Altglashütten.  De camperplaats ligt net buiten het dorp naast de spoorweg (gelukkig net buiten gebruik wegens herstellingswerken – normaal twee treinen per dag).  Het dorp is de dag van vandaag bekend als skioord, doch heeft zijn ontstaan te danken aan de bouw van een glasfabriek in 1609. Vele glasblazers vestigden zich er. Het heeft een mooie kerk en één van de weinige resterende glasblazerijen. De man zit gewoon in zijn winkel te werken.  Er zijn prachtige dingen te koop van kleine juweeltjes (ringen, oorbellen, diertjes) tot glazen, vazen enz.  En de prijzen zijn zeer schappelijk. De omgeving nodigt uit tot het maken van lange wandelingen.
Dag 11
De laatste dag van ons bezoek aan het Zwarte Woud  rijden we terug huiswaarts. Niet rechtstreeks. Opnieuw nemen we een tussenstop aan de Moezel. Dit keer trekken we naar
Minheim (het zonne-eiland), een klein maar romantische wijndorpje verscholen aan een bocht in het schitterende Moezel landschap. Het dorp telt 452 inwoners en maar liefst 13 wijnhuizen.
De camperplaats (90 plaatsen), ligt vlak aan de rivier. Mooi, rustig, ruime plaatsen met alle voorzieningen (water, elektriciteit en loospunt). ’s Morgens brengt de bakker het daags voordien bestelde brood en koeken.  Tussen de wijngaarden en wijnhuizen tref je er enkele restaurants en één winkel (van diezelfde bakker, tevens een minisupermarkt met een relatief ruim assortiment aan taart, charcuterie, groenten, fruit, kranten, boekjes en zelfs postzegels!). Tijdens ons bezoek heerste er een gezellige sfeer en drukte. Het was feest in het dorp met orkestjes die speelden op de pleinen, en drank- en wijnstandjes alom.
Dag 12
Na het optrekken van de ochtendmist die in slierten over het water hing, scheen het zonnetje opnieuw heerlijk. We besloten om toch terug naar huis te rijden.

We waren blij dat we deze streek na al de jaren, toch nog eens bezocht hebben. Terugkeren naar het Zwarte Woud is altijd leuk en aangenaam om te verblijven.
Overzicht overnachtingen
Camperplaats Wohnmobilstellplatz del Mosel – Mehring: bij boerderij/wijnboer - 72 plaatsen – 10€ - men komt ter plaatse ontvangen tussen 17 en 18u. Servicevoorzieningen water: 1€ - stroom: 2€. Mooie, rustige ligging. Ideaal aan het water. Restaurant met groot terras aan de camperplaats.

Camping Bühlhof - Hinterzarten (Titisee): 27,75€/nacht (toeristenbelastingen stroom inbegrepen). Oudere camping maar wel zeer netjes en goed onderhouden. Geen specifieke plaatsen voor motorhomes. Wel alle voorzieningen. Zeer ruime plaatsen van 120 m². Op het ogenblik dat wij er waren was het er niet zo rustig. Veel kleine tentjes en groepen. Maakten nogal wat lawaai. De weg naar de camping is zeer steil.

Officiële camperplaats Parking Aqua Fun – Schluchsee: 22 plaatsen, doch er staan ook veel campers op de rest van de parking – 10€ betaalautomaat. Normaal moet je je toeristenbelasting betaling in het toerismebureau van Schluchsee. Wij gingen er op zondag informeren. Gezien ze geen formulieren meer hadden dienden we niet te betalen. Men was verwonderd dat we wilden betalen. Nooit komt iemand van de camperplaats toeristenbelasting betalen!
Servicevoorzieningen water: 1€ - stroom: 1€/8u. ’s Avonds zeer rustig.

Camperpark Wohmobil-Park - Waldshut-Tiengen: 44 plaatsen – 12€ betaalautomaat. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/kwh. De camperplaats is luxueus afgewerkt! De camperplaatsen zijn voorzien voor verschillende lengtes. Zo staan bvb alle vans samen. Aan de overzijde van de straat is de camping gelegen. Je mag er alle sanitaire voorzieningen gebruiken. Er is ook een groot restaurant.

Officiële camperplaats – Altglashütten (Feldberg): 16 plaatsen – 8€ aan betaalautomaat. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/8u. Zeer rustige camperplaats. Ideaal als je op doorreis bent. Aan het begin van de parking is een café-restaurant gelegen. Dit is ook het station waar je een trein kan nemen.

Camperpark Reisemobilpark Sonneninsel – Minheim: 90 plaatsen – 7,20€, men komt ter plaatse ontvangen rond 18u. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/2 kwh. Er is ’s morgens een broodjesservice, verzorgd door de lokale bakker.
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
De mooiste plek, volgens ons, is de omgeving van de Saint-Etiennekathedraal, een opmerkelijk voorbeeld van gotische kunst. Naast de kathedraal bevinden zich de tuinen van de Bisschop, zeer mooie terrastuinen die boven de rivier de Vienne hangen. Een ideale plek om te kuieren, maar ook om de vele plantensoorten van de botanische tuin te bewonderen. Aanpalend aan de tuinen, is het gemeentelijke museum van de Bisschop ondergebracht in het vroegere bisschoppelijke paleis.
Na het bezoek van Limoges rijden we door naar de camping van Saint-Léonard-de-Noblat om de nacht door te brengen.
Dag 5
Na geparkeerd te hebben op de grote gemengde parking, wandelen we naar de oude binnenstad van Aubusson. Ondanks dat het zaterdag is, is ook hier zeer weinig volk aanwezig.
We kuierden door de pittoreske steegjes, spotten woningen met torentjes, oude huizen en fonteinen. Het oogt ook een beetje grauw. Dit komt door de alomtegenwoordige granietsteen die veelvuldig gebruikt werd in de architectuur van de stad.
Via de trappen naar de “cinema” bezoeken we de hoger gelegen Sainte-Croixkerk. Een voorbeeld van Romaanse kunst.

Aubusson is wereldwijd bekend om zijn tapijtindustrie. Een grootse ambachtelijke traditie die wel zes eeuwen oud is. Een bezoek aan het departementaal museum voor de Tapijtindustrie mocht we zeker niet missen. Binnen zagen we unieke stukken uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Er waren ook enkele tijdelijke tentoonstellingen met hedendaagse werken. Na afloop verpoosden we op een terrasje in de binnenstad.
Dag 6
We rijden het Regionaal Natuurpark Millevaches binnen en begeven ons in het hart van het park naar het meer van Vassivière. Door zijn grootte en ruige omtrek (oevers van 47 kilometer en meer dan 1000 ha water) lijkt het meer een beetje op de grote Scandinavische merengebieden.
We installeren ons op camping La Presqu’île, aan de oevers van het meer. Iets hoger staande, hebben we een prachtig zicht op het meer.
De bedoeling was om met een taxiboot naar het eiland van Vassivière midden in het meer te varen. Op het eiland zou je heerlijk kunnen wandelen en kan je een boerderij bezoeken waar er te genieten valt van regionale producten. Doch, het toeristisch seizoen was voorbij en was het nog meer dan twee uur wachten op de volgende taxiboot. En hield in dat we maar een uurtje op het eiland konden verblijven.  Het eiland is ook te bereiken via een brug. Van op  de parking aan de rand van de brug kan je dan met de “petit train” of te voet het eiland bereiken. De brug bevindt zich op een zestal kilometer van de camping, en was voor ons toch iets te ver om er te voet naar toe te gaan.
We besloten dan maar om een wandeling aan de oevers van het meer te maken. Wat ook zeer aangenaam en rustgevend was. Regelmatig verpozen en genieten van panoramisch zicht over het meer. Spijtig dat we geen enkele zitbank tegenkwamen. Een gebrek rond dit prachtige meer.
’s Avonds genoten we van aan onze camper verder van het mooie zicht en de ondergaande zon op het meer.
Dag 7
We maken een rondrit door het regionaal park van Millevaches. Een prachtig natuurgebied. De naam “duizend koeien” zou je doen denken aan vele limousin koeien die je in de streek ziet (een beetje gênant om te zeggen misschien, maar het is zeer lekker vlees).
Deels waar: een oude legende verhaalt hoe een herderinnetje duizend koeien moest hoeden. In een zwaar onweer raakte zij die allemaal kwijt, en voor straf werden alle koeien in rotsblokken met bizarre vormen veranderd. Een meer aannemelijke verklaring zou zijn dat de naam komt van een samenstelling van het Gallische woord “melo”, wat gebergte, heuvel betekent, met het Latijnse woord “vacua”, wat leeg, verlaten betekent. “De verlaten berg” is een beschrijving die overeenkomt met wat geweten is over het gebied tussen de derde eeuw en het begin van de Middeleeuwen, toen de streek volslagen verlaten was. Toch keert een recente studie weer terug naar het 'water', op basis van het dialect van de Limousin waar gacho 'modder' of 'moeras' betekent; bij het dorp Millevaches ontspringt niet alleen de Vienne, maar liggen inderdaad meerdere bronnen en ook een moeras. 

Langs steile en bochtige wegen rijden we door de afwisselende landschappen: langs een rotsachtige bergketen (het bergmassief van Monédières) en via het dorpje Millevache langs de moeraslanden van Longeyroux.
We arriveren op die manier in het historische stadje Meymac. We wandelen door de sfeervolle, maar verlaten straatjes van het historisch centrum. Jammer genoeg is het maandag; het museum en de schaarse winkeltjes zijn gesloten.
Zo wandelen we langs de oude hal uit de 16de eeuw, een voormalig ziekenhuis, de klokkentoren en aan het gemeentehuis een mooie fontein van Volvic-steen.

Aan de heel mooie romaanse kerk paalt de benedictijnse abdij Saint-André-Saint-Léger, gesticht aan het einde van de 11de eeuw. In de abdij huist het museum Marius Vazeilles, gewijd aan de geschiedenis van de hoogvlakte van Millevaches. Maar zoals gezegd was het die dag gesloten. In de kerk konden we wel een schitterende Zwarte Maagd uit de 12e eeuw bezichtigen.
Dag 8
’s Morgens wuifden we vanop de camperplaats in Meymac een paar pelgrims uit. Ze brachten de nacht door op de naastgelegen camping (waar wij een onaangename ontmoeting hadden met de uitbaatster – zie onderaan in het overzicht overnachtingen). Zij zetten hun voettocht verder, vergezeld van hun ezel.
Zelf reden we onder een stralende zon naar de watervallen van Gimel. Onze GPS volgend kwamen we toe aan de verkeerde kant van het dorp Gimel-les-Cascades. We waren wel aan de watervallen, maar konden nergens onze camper kwijt. Ommekeer maken was quasi onmogelijk.
De enige mogelijkheid die overbleef was om over het smalle stenen bruggetje naar de andere kant van het dorp te rijden. Wat niet echt de bedoeling was. Langs beide zijkanten was er minder dan 5cm ruimte vrij. Mijn spiegels moest ik niet inklappen, deze kwamen boven de stenen reling. Stapvoets reed ik de brug op. Ondertussen waren er al verscheidene kijklustigen die ons maneuver in de gaten hielden. Monique loodste me uitstekend naar de overzijde. Ongehavend konden we het dorp doorkruisen naar de parkings.
We keerden dan te voet terug door het kleine, maar verrassend leuk en gezellig dorp naar de watervallen. De watervallen bevinden zich in een ongerept natuurgebied. Er zijn drie opeenvolgende watervallen: de Grand Saut met een hoogte van 45 meter, la Redole van 27 meter, en de Queue de Cheval van 60 meter; deze laatste stort in de breuk van Inferno. De paden van het park Vuillier (private eigendom) die naar de watervallen leiden zijn oneffen, soms steil en slipperig, trappen uitgehouwen in de rotsen of via metalen trappen. Aan de eerste waterval besloot Monique om lekker op het terras van de taverne te blijven zitten en te genieten van het prachtige uitzicht. Ik besloot verder af te dalen naar de andere watervallen. Onderweg ontdekte ik, behalve de schitterende watervallen, ook bergkloven met weelderige beplanting; een waar spektakel van de natuur in al zijn glorie. Na dit wandeltochtje van ongeveer een uur kwam ik terug aan de café. Moe maar voldaan plofte ik mij neer op een stoel. Het was een leuke uitdaging en gelukkig had ik stevige wandelschoenen aan.
Als afsluiter van de namiddag liepen we aan de rand van Gimel door het Parc Vuillier, en bezochten de ruïnes van het kasteel. Waarna we naar Corrèze reden, waar de “camping municipal” onze rustplaats was voor de volgende twee nachten.

Dag 9
Geen zware tochten vandaag. Genieten van de ‘Indian Summer’, een prachtige nazomer, en een wandelingetje langs de rivier de Corrèze en door de Middeleeuwse dorpskern van Corrèze.
Onze eerste halte is de prachtige kapel Notre-Dame du Pont du Salut, aan de oever van de rivier. Met er naast zijn oude stenen brug met twee bogen over de rivier. Een idyllische locatie! We liepen er de pastoor tegen het lijf. Hij vertelde ons dat er ieder jaar op 8 september veel pelgrims toekomen voor een eredienst. Het dorp is ook een bedevaartsoord op de route naar Santiago di Compostella.
We wandelen verder naar het dorp. De Poort Margot geeft toegang tot het middeleeuws stadsgedeelte en we komen terecht op het kerkplein. De poort staat op de lijst van Historische Monumenten en is voorzien van een nis, met daarin een beeld van heilige Martialis van Limoges. De heilige Martialis kerk dateert uit de 12de, 13de en 15de eeuw. Rondom de kerk staan enkele huizen uit de Renaissance.
Groot is de kern niet en al vlug zoeken we het enige terras van Corrèze op voor een frisse pint.
Dag 10
De volgende halte op onze route is Argentat -  de stad van de gabare-schippers. Via de oevers van de rivier de Espérance wandelen we van de camping naar het centrum.
De hoofdtroef van het stadje is de kade “quai Lestourgie”, waar vroeger vele gabare-boten aanlagen (schepen met platte bodem bedoeld om ondanks de zware ladingen, meestal hout, toch op de ondiepe rivier te kunnen varen). Een gezellige kade met schilderachtige gevels en met verscheidene restaurants en terrassen.
We zouden graag een tochtje met een gabare-boot gemaakt hebben, maar alle vaarten waren reeds volgeboekt tot eind september!
Na een lekkere lunch kuieren we nog wat rond en vatten de terugweg aan. De rest van de namiddag en avond genieten we nog aan onze camper van het mooie weer. Lui in een zetel. Zalig.
Dag 11
Plaats van bestemming vandaag: Beaulieu-sur-Dordogne. We bevinden ons in het zuiden van de Corrèze, maar wanen ons, mede door de hoge temperaturen (32°C in de schaduw) en de aanwezige palmbomen, aan de Côte d’Azur.
De historische binnenstad, die op zo’n 500m van de camperplaats gelegen is, betreden we via de kapelpoort, “Porte de la Chapelle”. De smalle klinkerstraatjes zijn omringd door prachtige oude panden. Op een pleintje (place de la Bridolle) verderop verschijnt een statige romaanse abdijkerk uit de 9e eeuw. In de Sint-Pieterskerk ontdekken we, na zelf het licht in de glazen etagère aangestoken te hebben, een zeer mooi beeld van de Maagd met kind, blijkbaar uit de 12e eeuw.
We kuierden nog wat en verder en vonden dat het tijd was voor een ijsje. In een smal straatje achter de kerk bevindt zich een pannenkoekenhuis, maar wederom pech; het was gesloten op vrijdag.
Na het doorkruisen van de middeleeuwse kern arriveren we aan de kapel van de Boetelingen met een prachtige klokgevel met vijf openingen. Een bijzondere locatie aan de oevers van de Dordogne. Het was aangenaam wandelen langs de rivier. Het zicht was prachtig. Ik vond het een zeer fotogenieke locatie.
Dag 12
Een volgend hoogtepunt uit onze trip in de Limousin is Collonges-La-Rouge!
Door de aanwezigheid van vele toeristen was er ten gevolge van de geldende coronamaatregelen, de verplichting, in het gehele dorp, een mondmasker te dragen!
Dit middeleeuwse dorp is beroemd om zijn huizen van rode zandsteen (de zandsteen ziet zo rood door de aanwezigheid van zeer veel ijzererts. Door de oxidatie verkrijgt de steen zijn felrode kleur).
In de zestiende eeuw ontwikkelde het mooie dorp zich tot een soort vakantieplaats. De elite rond de burggraaf van Turenne vond het een prima plek om ’s zomers te verblijven. Dit ging gepaard met een bouwgekte, waarvan de mooie huizen en de kleine kastelen die in het dorp te vinden zijn getuigen.
Het eerste gebouw dat ons opviel bij het binnenkomen van het dorp was het Castel de Vassinhac. Dit kasteeltje is gebouwd aan het einde van de zestiende eeuw door de toenmalige heer van het dorp. Het kasteel met zijn mooie peperbustorentjes was bedoeld als paleis. De schietgaten in de torens waren enkel aanwezig voor de sier.
We konden het niet laten en bezochten het kasteeltje. We werden er ontvangen door de zeer enthousiaste “kasteeldame”. Toen ze hoorde dat we uit België kwamen was ze nog enthousiaster (haar grootmoeder was afkomstig van Ieper). Nadat ze ons een uitgebreide uiteenzetting gaf konden we op ons gemak rondgaan in alle kamers. Geen enkele was afgemaakt met koorden of zo. Buitengewoon prachtig.
Wij hebben in het verleden al veel kastelen bezocht. Dit interieur is zeker zo mooi als deze van de kastelen van de Loire.
Een leuke anekdote is dat het de bedoeling is om later de historische slaapkamers in te richten als B&B. Lijkt me alvast een heerlijke locatie om wakker te worden.
Vervolgens lieten we ons tijdens de wandeling door het dorp bekoren door de talrijke oude gebouwen. De binnenkant van de Sint-Pieterskerk oogde zeer speciaal door de rode steen.
De vele winkeltjes waren aanlokkelijk en nodigden uit tot het kopen van souvenirs of lokale kunstvoorwerpen. De terrassen zaten vol en gelukkig vonden we nog een paar plaatsjes. Het ijsje dat we op dag 11 moesten missen compenseerden we nu met een heerlijke ijscoupe.

Collonges-La-Rouge staat uitermate verdiend op de lijst: "mooiste dorpen van Frankrijk".
Dag 13
Onze reis door de Limousin startten we met een overnachting op een bizonfarm. Vandaag besluiten we opnieuw om te overnachten op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion. Wederom zijn het dieren. Nu van een andere grootorde: varkens!
“Les Délices du Gaulois” in Cublac, een varkenskwekerij in openlucht. We werden er zeer vriendelijk onthaalt door de uitbaatster. Spontaan gaf ze ons een rondleiding op het bedrijf. Ze werken er zonder personeel en haar man die ook beenhouwer is verwerkt het varkensvlees. Spijtig, we konden er geen vlees kopen. Door de kleinschalige kweek was alles reeds gereserveerd tot januari 2021.
De varkens leven er zoals gezegd in openlucht. Er zitten maar 9 varkens per hectare! Hun voeding bestaat uitsluitend uit korrels, maïs en zeer veel eikels. Eikels die ze in overvloed vinden op hun terrein, waar zeer veel eikenbomen staan. De varkens leven in volledige vrijheid en zijn dag en nacht buiten. Uiteraard hebben ze een hok waar ze kunnen schuilen of slapen.
Je zag werkelijk dat de varkens gelukkig waren. Van zodra ze ons aan de afsluiting van hun terrein zagen, kwamen ze luid knorrend aangestormd. Ik had een voorraadje eikels opgeraapt en die aten ze gretig op.
Palend aan het terrein waar we stonden (trouwens, we hadden de gehele weide voor ons alleen) zat een zeug met 11 biggetjes. Ook in volledige vrijheid. Het was zeer schattig om de kleine dieren bezig te zien.
Je zou denken, slapen naast varkens, wat met de stank? Uiteraard, deze situatie is volledig verschillend van bijvoorbeeld een hangar met honderden varkens, liggend in hun eigen mest. Een bedrijvigheid die je al van op een kilometer kunt ruiken! 
Wij hebben een zalige nacht gehad. Pikdonker, muisstil en zonder stank! Deze varkens ruik je enkel als je er vlak naast staat.
Dag 14
Onze laatste bestemming was het dorp Arnac-Pompadour, namelijk in het gehucht Pompadour, genoemd samen met het kasteel naar de gelijknamige bouwer van het kasteel: Geoffroy de Pompadour. Lodewijk de XVe schonk het aan zijn maitresse, Jeanne-Antoinette Poisson. Ze kreeg van de koning de titel van markiezin en was beter bekend onder de naam “madame de Pompadour”.
We gaan binnen via het statige ingang. Het is geflankeerd door twee indrukwekkende peperbustorens. Zoals op alle locaties is ook hier weinig volk, waardoor we bijna overal ons mondmasker konden aflaten. We wandelden door de elf gemeubelde kamers. Onder andere een bibliotheek uit de 19e eeuw en een zaal met wandtapijten uit Aubusson. Deze komen uit de zelfde periode als de tapijten die we zagen in het museum van aubusson. Alle kamers zijn zeer mooi voorgesteld, mede door de mannequinpoppen die gehuld zijn in kledij uit de 18e eeuw.
Terug buiten genoten we van de mooie tuin en gingen richting de stallingen. De prachtige paarden keken ons een beetje ongeïnteresseerd aan. Spijtig dat we ze niet mochten aanraken. De stoeterij is belangrijkste fokkerij van anglo-arabische paarden en huisvest ook de beroemde paardenrijschool. Die paarden vinden we in de Orangerie stallen.
Net buiten het kasteel aan de overzijde van de laan is de manege gelegen. Er was geen bedrijvigheid op het ogenblik van ons bezoek.
Iets buiten het dorp is de internationaal bekende paardenrenbaan gelegen. Ze heeft een zandbaan van 2000 meter en dankt zijn bekendheid mede door zijn natuurlijke heggen. In de zomer kan het er heel druk zijn op de dagen dat er wedstrijden worden gehouden. We konden de renbaan enkel van op afstand bekijken.
Onze laatste avond in de Limousin brachten we door op een gemeentecamping in Lubersac. Het leuke was dat de camping aan een meertje gelegen is. Het was nog steeds warm, waardoor het fijn vertoeven was aan het water.
Dag 15
De tussenstop op de terugreis is opnieuw de camperplaats in Dreux. Een gemakkelijke locatie en het is halfweg naar huis. Aan de camper nog even nagenieten van de warme nazomer

Dag 16
Het is tijd om naar huis te rijden. Onderweg blikken we terug op wat alweer een mooie trip was. Met pittoreske dorpen, middeleeuwse gebouwen, prachtige natuur en meren. We ontmoetten vriendelijke en dankbare mensen en hadden leuke contacten. En belangrijk in deze tijden; we konden het veilig houden.
Overzicht overnachtingen
Camping-Car Park de Dreux - Rue Jean-Louis Chanoine  28100 Dreux – 9pl/11€ - alle voorzieningen - GPS: n 48.74029, o 1.33227 – betalen via account camping-car park en ingang met pass Etapes kaart. Gezien wij het privilege pack hebben reserveerden we op voorhand een plaats. Ook voor de terugweg. Rustige camperplaats ideaal als tussenstop. Leuke anekdote: Er is voorzien dat je op de camperplaats overnacht en er een arrangement kunt boeken om Parijs te bezoeken.

Camperplaats France Passion – kwekerij van bizons bij Jean Lutier – 5pl – geen voorzieningen – Lieu dit “Chez Peyrut”, 87330 Saint-Martial-sur-Isop – GPS: N 46.16049, O 000.89832. Plaats genoeg op de weide die als camperplaats wordt gebruikt. Zeer rustig. Samen met de eigenaar maakte we een rondrit tussen de bizons. Zeer speciaal; lees meer hierover in ons reisverhaal

Officiële camperplaats: Rue du Stade,  Oradour-sur-Glane – 30pl/gratis – voorzieningen zonder stroom - GPS: n 45.93570, o 1.02471 – op ±1km van herinneringscentrum. Het is een rustige camperplaats gelegen aan sportterreinen. De plaatsen zijn wel smal. Doch voor 1 nacht is dit voor ons geen probleem.

Camping de Beaufort: Moulin de Beaufort (Lieu-dit Beaufort) 87400 Saint-Léonard-de-Noblat – 17€/nacht + 1€ toeristenbelasting (TB) – alle voorzieningen – ruime plaatsen afgebakend met hagen. Door de coronamaatregelen worden de sanitaire blokken (net zoals op alle andere campings) meerdere malen per dag gekuist. Douches waren 1€ met voldoende warm (heet) water.

Parking Champ de Foire: Officiële camperplaats - Rue des Fusilles, 988  Aubusson – 70pl/gratis – servicestation, geen stroom -  GPS: n45.95694 o2.17528 – 500m van centrum. Het is een zeer grote gemengde parking. Overdag staat er uiteraard veel personenauto’s, doch er is plaats genoeg. Normaal is het er ’s avonds rustig, doch doordat het nog warm was die nacht, hadden we veel lawaai uit de openstaande ramen van de aanpalende (sociale) appartementen.

Camping La Presqu’île: - Broussas - 23460 Royère de Vassivière – 17€/nacht + 0,40€ TB – alle voorzieningen – onze plaats was iets hoger gelegen waardoor we een prachtig zicht hadden op het meer. Minpuntje: om de plaats te bereiken moet je de steile helling op. Hierbij raakte de achterbumper van onze motorhome de grond. Er was een volledig nieuw sanitair gebouw aanwezig.

Officiële camperplaats Meymac: beneden aan de camping municipale de la Garenne - Boulevard de la Garenne, 19250 Meymac. 30pl/gratis – servicestation, geen stroom – 500m van het stadje. Onze bedoeling was om toch op de camping te staan om stroom te hebben. Er waren geen uitbaters aanwezig en we zochten een plaatsje. We werden  al vlug door de weinige aanwezige kampeerders doorverwezen naar een andere plaats op de camping; zogezegd omdat we bij hen geen satellietverbinding hadden. Kwam al zeer bizar over. We vonden een mooiere plaats en wilden eerst vers water tanken. Op dat ogenblik arriveerde de uitbaatster die ons zeer onvriendelijk zei dat we er geen water konden nemen en maar water moesten tanken beneden op de camperplaats. Wij hebben haar toen vriendelijk bedankt en hebben ons beneden op de camperplaats geïnstalleerd. We hadden er wel geen stroom, maar spaarden zo toch de 11€ campinggeld uit. Die camping is de eerste camping die we zeer sterk afraden!

Camping municipale Corrèze – Rue de la Chapelle, Corrèze – 9€/nacht – alle voorzieningen – 650 van centrum - GPS: N 45.37167, E 1.88005. Wlij betaalden 18.80€ voor twee nachten, toeristenbelasting inbegrepen. Bij aankomst was het een beetje verwarrend. De Camping heeft 3 locaties aangeduid met 1 bordje: camping A, camping B en camping C. A betreft een camperplaats met 10 plaatsen. Doch enkel geschikt voor vans en kleinere campers. Wij konden er niet op de plaatsen indraaien omdat de bomen veel te laag kwamen. B is iets verderop gelegen en enkel bereikbaar via een smalle brug (2,10m breed). Is dus enkel toegankelijk voor buscampers en kampeerders met tent. Wij vonden uiteindelijk een plaats op camping C. Het is wel een gezellige camping met ruime afgebakende plaatsen. Sanitair is wel verouderd, maar was proper. De vriendelijke uitbater komt ter plaatse ontvangen.

camping municipale - Route du Longour, 19400 Argentat – 21€/nacht – alle voorzieningen – ruime plaatsen – nieuw sanitair, enkel toegankelijk met code. Douches 1€. Onmiddellijk aan de camping vertrekt een weggetje die dan verderop langs het water naar het stadje loopt, is ± 800m naar het centrum

Aire de Camping-Car - Rue du Général de Gaulle, 19120 Beaulieu-sur-Dordogne – 20pl/6€ - alle voorzieningen – 500m van centrum. Langgerekte camperplaats waar alle campers dwars tegenover de weg staan. Aan de achterzijde is een rugbyveld. Op het tweede stuk is het nu bedoeling dat er twee campers tussen de bomen staan. De plaatsen zijn dan zo smal dat je amper je deur kunt openen. Wij stonden, net zoals alle anderen op dat stuk alleen tussen de bomen opgesteld. Je kan zeggen; egoistisch, doch er resten nog voldoende plaatsen, ruim meer dan de 20 vooropgestelde plaatsen.

Parking Le Marchadial: officiële camperplaats Collonges-La-Rouge – gps: N 45.05833, O 001.65889 – 40pl/8€ - alle voorzieningen – op 500m van het prachtige dorp. Aangezien je enkel moet betalen van 19.00 tot 09.00u, staan er overdag veel campers die enkel parkeren om het dorp te bezoeken. Dus overdag zijn er weinig vrije plaatsen. Volgens mij is 10u het ideale uur om toe te komen. De eerste overnachters zijn vertrokken en de dagtoeristen zijn er nog niet.

Camperplaats France Passion: Les Délices du Gaulois, varkenskwekerij (in openlucht) – Les Granges, 19520  Cublac – 5pl/gratis – er kunnen ruim meer campers staan, wij hadden de gehele camperplaats voor ons alleen - GPS: N 45.15946 O 001.28463. Het was een leuke ervaring om daar te overnachten. De zeer vriendelijke eigenaars gaven ons een rondleiding op de kwekerij. Spijtig dat we geen vlees konden kopen. Alle producten die van hun kweek komen waren al gereserveerd tot in januari 2021. De varkens leven er in openlucht en hebben een slaapplaats op hun terrein. Er zitten maar 9 tot 12 varkens per hectare. Ze lijden er een luxe leventje en eten buiten hun voeding heel veel eikels. Hun domein staat vol eikenbomen.

camping La vénèzie: Route de Saint-Pardoux, 19210 Lubersac – 17€/nacht – alle voorzieningen – mooie camping, maar weinig kampeerplaatsen – de meeste plaatsen zijn lodges en residentiele caravans (bijna geen bezetting) – ook hier waren we de enige kampeerders. Het sanitair complex was zeer proper. Onze enige bedoeling van deze locatie was overnachten. Het was wel leuk omdat de camping aan een meer ligt. Bij goed weer is het er zeer druk.



De meeste camperplaatsen waar we overnachtten waren in de onmiddellijke omgeving van de plaatsjes die we bezochten. In de stadjes waar we niet overnachtten vonden we een degelijke parkeerplaats bij het centrum. Dat was voor volgende plaatsen:

Limoges : In Limoges zelf zijn alle parkeerplaatsen en parking enkel geschikt voor personenauto’s. Wij parkeerden net buiten het centrum op een grote gratis parking ter hoogte van de rue Victor Duruy. Via de avenue Jean Gagnant is het 800m naar het centrum.

Gimel-les-Cascades: Parking Le Bourg. Net voor het binnenrijden van Gimel loopt een smal weggetje naar de parkings beneden. Eén ervan is ook een camperplaats met een 20tal gratis plaatsen. Er is ook een servicestation. Gps: N 45.30215, O 001.85186. Door de coronapandemie waren er veel minder toeristen (enkel Fransen … en wij 12), doch in normale omstandigheden worden de watervallen zeer druk bezocht en zal het moeilijk zijn om er een parkeerplaats te vinden.

Arnac-Pompadour: Place du Château.  Ruime gratis parking langs de laan onmiddellijk aan het kasteel van mde de Pompadour. Opgelet aan de voorzijde van het kasteel is ook een parking, doch er mogen geen campers parkeren (staat zeer onduidelijk aangeduid).

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Dag 10
De volgende halte op onze route is Argentat -  de stad van de gabare-schippers. Via de oevers van de rivier de Espérance wandelen we van de camping naar het centrum.
De hoofdtroef van het stadje is de kade “quai Lestourgie”, waar vroeger vele gabare-boten aanlagen (schepen met platte bodem bedoeld om ondanks de zware ladingen, meestal hout, toch op de ondiepe rivier te kunnen varen). Een gezellige kade met schilderachtige gevels en met verscheidene restaurants en terrassen.
We zouden graag een tochtje met een gabare-boot gemaakt hebben, maar alle vaarten waren reeds volgeboekt tot eind september!
Na een lekkere lunch kuieren we nog wat rond en vatten de terugweg aan. De rest van de namiddag en avond genieten we nog aan onze camper van het mooie weer. Lui in een zetel. Zalig.
Dag 11
Plaats van bestemming vandaag: Beaulieu-sur-Dordogne. We bevinden ons in het zuiden van de Corrèze, maar wanen ons, mede door de hoge temperaturen (32°C in de schaduw) en de aanwezige palmbomen, aan de Côte d’Azur.
De historische binnenstad, die op zo’n 500m van de camperplaats gelegen is, betreden we via de kapelpoort, “Porte de la Chapelle”. De smalle klinkerstraatjes zijn omringd door prachtige oude panden. Op een pleintje (place de la Bridolle) verderop verschijnt een statige romaanse abdijkerk uit de 9e eeuw. In de Sint-Pieterskerk ontdekken we, na zelf het licht in de glazen etagère aangestoken te hebben, een zeer mooi beeld van de Maagd met kind, blijkbaar uit de 12e eeuw.
We kuierden nog wat en verder en vonden dat het tijd was voor een ijsje. In een smal straatje achter de kerk bevindt zich een pannenkoekenhuis, maar wederom pech; het was gesloten op vrijdag.
Na het doorkruisen van de middeleeuwse kern arriveren we aan de kapel van de Boetelingen met een prachtige klokgevel met vijf openingen. Een bijzondere locatie aan de oevers van de Dordogne. Het was aangenaam wandelen langs de rivier. Het zicht was prachtig. Ik vond het een zeer fotogenieke locatie.
Dag 12
Een volgend hoogtepunt uit onze trip in de Limousin is Collonges-La-Rouge!
Door de aanwezigheid van vele toeristen was er ten gevolge van de geldende coronamaatregelen, de verplichting, in het gehele dorp, een mondmasker te dragen!
Dit middeleeuwse dorp is beroemd om zijn huizen van rode zandsteen (de zandsteen ziet zo rood door de aanwezigheid van zeer veel ijzererts. Door de oxidatie verkrijgt de steen zijn felrode kleur).
In de zestiende eeuw ontwikkelde het mooie dorp zich tot een soort vakantieplaats. De elite rond de burggraaf van Turenne vond het een prima plek om ’s zomers te verblijven. Dit ging gepaard met een bouwgekte, waarvan de mooie huizen en de kleine kastelen die in het dorp te vinden zijn getuigen.
Het eerste gebouw dat ons opviel bij het binnenkomen van het dorp was het Castel de Vassinhac. Dit kasteeltje is gebouwd aan het einde van de zestiende eeuw door de toenmalige heer van het dorp. Het kasteel met zijn mooie peperbustorentjes was bedoeld als paleis. De schietgaten in de torens waren enkel aanwezig voor de sier.
We konden het niet laten en bezochten het kasteeltje. We werden er ontvangen door de zeer enthousiaste “kasteeldame”. Toen ze hoorde dat we uit België kwamen was ze nog enthousiaster (haar grootmoeder was afkomstig van Ieper). Nadat ze ons een uitgebreide uiteenzetting gaf konden we op ons gemak rondgaan in alle kamers. Geen enkele was afgemaakt met koorden of zo. Buitengewoon prachtig.
Wij hebben in het verleden al veel kastelen bezocht. Dit interieur is zeker zo mooi als deze van de kastelen van de Loire.
Een leuke anekdote is dat het de bedoeling is om later de historische slaapkamers in te richten als B&B. Lijkt me alvast een heerlijke locatie om wakker te worden.
Vervolgens lieten we ons tijdens de wandeling door het dorp bekoren door de talrijke oude gebouwen. De binnenkant van de Sint-Pieterskerk oogde zeer speciaal door de rode steen.
De vele winkeltjes waren aanlokkelijk en nodigden uit tot het kopen van souvenirs of lokale kunstvoorwerpen. De terrassen zaten vol en gelukkig vonden we nog een paar plaatsjes. Het ijsje dat we op dag 11 moesten missen compenseerden we nu met een heerlijke ijscoupe.

Collonges-La-Rouge staat uitermate verdiend op de lijst: "mooiste dorpen van Frankrijk".
Dag 13
Onze reis door de Limousin startten we met een overnachting op een bizonfarm. Vandaag besluiten we opnieuw om te overnachten op een gratis camperplaats uit de catalogus van France Passion. Wederom zijn het dieren. Nu van een andere grootorde: varkens!
“Les Délices du Gaulois” in Cublac, een varkenskwekerij in openlucht. We werden er zeer vriendelijk onthaalt door de uitbaatster. Spontaan gaf ze ons een rondleiding op het bedrijf. Ze werken er zonder personeel en haar man die ook beenhouwer is verwerkt het varkensvlees. Spijtig, we konden er geen vlees kopen. Door de kleinschalige kweek was alles reeds gereserveerd tot januari 2021.
De varkens leven er zoals gezegd in openlucht. Er zitten maar 9 varkens per hectare! Hun voeding bestaat uitsluitend uit korrels, maïs en zeer veel eikels. Eikels die ze in overvloed vinden op hun terrein, waar zeer veel eikenbomen staan. De varkens leven in volledige vrijheid en zijn dag en nacht buiten. Uiteraard hebben ze een hok waar ze kunnen schuilen of slapen.
Je zag werkelijk dat de varkens gelukkig waren. Van zodra ze ons aan de afsluiting van hun terrein zagen, kwamen ze luid knorrend aangestormd. Ik had een voorraadje eikels opgeraapt en die aten ze gretig op.
Palend aan het terrein waar we stonden (trouwens, we hadden de gehele weide voor ons alleen) zat een zeug met 11 biggetjes. Ook in volledige vrijheid. Het was zeer schattig om de kleine dieren bezig te zien.
Je zou denken, slapen naast varkens, wat met de stank? Uiteraard, deze situatie is volledig verschillend van bijvoorbeeld een hangar met honderden varkens, liggend in hun eigen mest. Een bedrijvigheid die je al van op een kilometer kunt ruiken! 
Wij hebben een zalige nacht gehad. Pikdonker, muisstil en zonder stank! Deze varkens ruik je enkel als je er vlak naast staat.
Dag 14
Onze laatste bestemming was het dorp Arnac-Pompadour, namelijk in het gehucht Pompadour, genoemd samen met het kasteel naar de gelijknamige bouwer van het kasteel: Geoffroy de Pompadour. Lodewijk de XVe schonk het aan zijn maitresse, Jeanne-Antoinette Poisson. Ze kreeg van de koning de titel van markiezin en was beter bekend onder de naam “madame de Pompadour”.
We gaan binnen via het statige ingang. Het is geflankeerd door twee indrukwekkende peperbustorens. Zoals op alle locaties is ook hier weinig volk, waardoor we bijna overal ons mondmasker konden aflaten. We wandelden door de elf gemeubelde kamers. Onder andere een bibliotheek uit de 19e eeuw en een zaal met wandtapijten uit Aubusson. Deze komen uit de zelfde periode als de tapijten die we zagen in het museum van aubusson. Alle kamers zijn zeer mooi voorgesteld, mede door de mannequinpoppen die gehuld zijn in kledij uit de 18e eeuw.
Terug buiten genoten we van de mooie tuin en gingen richting de stallingen. De prachtige paarden keken ons een beetje ongeïnteresseerd aan. Spijtig dat we ze niet mochten aanraken. De stoeterij is belangrijkste fokkerij van anglo-arabische paarden en huisvest ook de beroemde paardenrijschool. Die paarden vinden we in de Orangerie stallen.
Net buiten het kasteel aan de overzijde van de laan is de manege gelegen. Er was geen bedrijvigheid op het ogenblik van ons bezoek.
Iets buiten het dorp is de internationaal bekende paardenrenbaan gelegen. Ze heeft een zandbaan van 2000 meter en dankt zijn bekendheid mede door zijn natuurlijke heggen. In de zomer kan het er heel druk zijn op de dagen dat er wedstrijden worden gehouden. We konden de renbaan enkel van op afstand bekijken.
Onze laatste avond in de Limousin brachten we door op een gemeentecamping in Lubersac. Het leuke was dat de camping aan een meertje gelegen is. Het was nog steeds warm, waardoor het fijn vertoeven was aan het water.
Overzicht overnachtingen
Camping-Car Park de Dreux - Rue Jean-Louis Chanoine  28100 Dreux – 9pl/11€ - alle voorzieningen - GPS: n 48.74029, o 1.33227 – betalen via account camping-car park en ingang met pass Etapes kaart. Gezien wij het privilege pack hebben reserveerden we op voorhand een plaats. Ook voor de terugweg. Rustige camperplaats ideaal als tussenstop. Leuke anekdote: Er is voorzien dat je op de camperplaats overnacht en er een arrangement kunt boeken om Parijs te bezoeken.

Camperplaats France Passion – kwekerij van bizons bij Jean Lutier – 5pl – geen voorzieningen – Lieu dit “Chez Peyrut”, 87330 Saint-Martial-sur-Isop – GPS: N 46.16049, O 000.89832. Plaats genoeg op de weide die als camperplaats wordt gebruikt. Zeer rustig. Samen met de eigenaar maakte we een rondrit tussen de bizons. Zeer speciaal; lees meer hierover in ons reisverhaal

Officiële camperplaats: Rue du Stade,  Oradour-sur-Glane – 30pl/gratis – voorzieningen zonder stroom - GPS: n 45.93570, o 1.02471 – op ±1km van herinneringscentrum. Het is een rustige camperplaats gelegen aan sportterreinen. De plaatsen zijn wel smal. Doch voor 1 nacht is dit voor ons geen probleem.

Camping de Beaufort: Moulin de Beaufort (Lieu-dit Beaufort) 87400 Saint-Léonard-de-Noblat – 17€/nacht + 1€ toeristenbelasting (TB) – alle voorzieningen – ruime plaatsen afgebakend met hagen. Door de coronamaatregelen worden de sanitaire blokken (net zoals op alle andere campings) meerdere malen per dag gekuist. Douches waren 1€ met voldoende warm (heet) water.

Parking Champ de Foire: Officiële camperplaats - Rue des Fusilles, 988  Aubusson – 70pl/gratis – servicestation, geen stroom -  GPS: n45.95694 o2.17528 – 500m van centrum. Het is een zeer grote gemengde parking. Overdag staat er uiteraard veel personenauto’s, doch er is plaats genoeg. Normaal is het er ’s avonds rustig, doch doordat het nog warm was die nacht, hadden we veel lawaai uit de openstaande ramen van de aanpalende (sociale) appartementen.

Camping La Presqu’île: - Broussas - 23460 Royère de Vassivière – 17€/nacht + 0,40€ TB – alle voorzieningen – onze plaats was iets hoger gelegen waardoor we een prachtig zicht hadden op het meer. Minpuntje: om de plaats te bereiken moet je de steile helling op. Hierbij raakte de achterbumper van onze motorhome de grond. Er was een volledig nieuw sanitair gebouw aanwezig.

Officiële camperplaats Meymac: beneden aan de camping municipale de la Garenne - Boulevard de la Garenne, 19250 Meymac. 30pl/gratis – servicestation, geen stroom – 500m van het stadje. Onze bedoeling was om toch op de camping te staan om stroom te hebben. Er waren geen uitbaters aanwezig en we zochten een plaatsje. We werden  al vlug door de weinige aanwezige kampeerders doorverwezen naar een andere plaats op de camping; zogezegd omdat we bij hen geen satellietverbinding hadden. Kwam al zeer bizar over. We vonden een mooiere plaats en wilden eerst vers water tanken. Op dat ogenblik arriveerde de uitbaatster die ons zeer onvriendelijk zei dat we er geen water konden nemen en maar water moesten tanken beneden op de camperplaats. Wij hebben haar toen vriendelijk bedankt en hebben ons beneden op de camperplaats geïnstalleerd. We hadden er wel geen stroom, maar spaarden zo toch de 11€ campinggeld uit. Die camping is de eerste camping die we zeer sterk afraden!

Camping municipale Corrèze – Rue de la Chapelle, Corrèze – 9€/nacht – alle voorzieningen – 650 van centrum - GPS: N 45.37167, E 1.88005. Wlij betaalden 18.80€ voor twee nachten, toeristenbelasting inbegrepen. Bij aankomst was het een beetje verwarrend. De Camping heeft 3 locaties aangeduid met 1 bordje: camping A, camping B en camping C. A betreft een camperplaats met 10 plaatsen. Doch enkel geschikt voor vans en kleinere campers. Wij konden er niet op de plaatsen indraaien omdat de bomen veel te laag kwamen. B is iets verderop gelegen en enkel bereikbaar via een smalle brug (2,10m breed). Is dus enkel toegankelijk voor buscampers en kampeerders met tent. Wij vonden uiteindelijk een plaats op camping C. Het is wel een gezellige camping met ruime afgebakende plaatsen. Sanitair is wel verouderd, maar was proper. De vriendelijke uitbater komt ter plaatse ontvangen.

camping municipale - Route du Longour, 19400 Argentat – 21€/nacht – alle voorzieningen – ruime plaatsen – nieuw sanitair, enkel toegankelijk met code. Douches 1€. Onmiddellijk aan de camping vertrekt een weggetje die dan verderop langs het water naar het stadje loopt, is ± 800m naar het centrum

Aire de Camping-Car - Rue du Général de Gaulle, 19120 Beaulieu-sur-Dordogne – 20pl/6€ - alle voorzieningen – 500m van centrum. Langgerekte camperplaats waar alle campers dwars tegenover de weg staan. Aan de achterzijde is een rugbyveld. Op het tweede stuk is het nu bedoeling dat er twee campers tussen de bomen staan. De plaatsen zijn dan zo smal dat je amper je deur kunt openen. Wij stonden, net zoals alle anderen op dat stuk alleen tussen de bomen opgesteld. Je kan zeggen; egoistisch, doch er resten nog voldoende plaatsen, ruim meer dan de 20 vooropgestelde plaatsen.

Parking Le Marchadial: officiële camperplaats Collonges-La-Rouge – gps: N 45.05833, O 001.65889 – 40pl/8€ - alle voorzieningen – op 500m van het prachtige dorp. Aangezien je enkel moet betalen van 19.00 tot 09.00u, staan er overdag veel campers die enkel parkeren om het dorp te bezoeken. Dus overdag zijn er weinig vrije plaatsen. Volgens mij is 10u het ideale uur om toe te komen. De eerste overnachters zijn vertrokken en de dagtoeristen zijn er nog niet.

Camperplaats France Passion: Les Délices du Gaulois, varkenskwekerij (in openlucht) – Les Granges, 19520  Cublac – 5pl/gratis – er kunnen ruim meer campers staan, wij hadden de gehele camperplaats voor ons alleen - GPS: N 45.15946 O 001.28463. Het was een leuke ervaring om daar te overnachten. De zeer vriendelijke eigenaars gaven ons een rondleiding op de kwekerij. Spijtig dat we geen vlees konden kopen. Alle producten die van hun kweek komen waren al gereserveerd tot in januari 2021. De varkens leven er in openlucht en hebben een slaapplaats op hun terrein. Er zitten maar 9 tot 12 varkens per hectare. Ze lijden er een luxe leventje en eten buiten hun voeding heel veel eikels. Hun domein staat vol eikenbomen.

camping La vénèzie: Route de Saint-Pardoux, 19210 Lubersac – 17€/nacht – alle voorzieningen – mooie camping, maar weinig kampeerplaatsen – de meeste plaatsen zijn lodges en residentiele caravans (bijna geen bezetting) – ook hier waren we de enige kampeerders. Het sanitair complex was zeer proper. Onze enige bedoeling van deze locatie was overnachten. Het was wel leuk omdat de camping aan een meer ligt. Bij goed weer is het er zeer druk.



De meeste camperplaatsen waar we overnachtten waren in de onmiddellijke omgeving van de plaatsjes die we bezochten. In de stadjes waar we niet overnachtten vonden we een degelijke parkeerplaats bij het centrum. Dat was voor volgende plaatsen:

Limoges : In Limoges zelf zijn alle parkeerplaatsen en parking enkel geschikt voor personenauto’s. Wij parkeerden net buiten het centrum op een grote gratis parking ter hoogte van de rue Victor Duruy. Via de avenue Jean Gagnant is het 800m naar het centrum.

Gimel-les-Cascades: Parking Le Bourg. Net voor het binnenrijden van Gimel loopt een smal weggetje naar de parkings beneden. Eén ervan is ook een camperplaats met een 20tal gratis plaatsen. Er is ook een servicestation. Gps: N 45.30215, O 001.85186. Door de coronapandemie waren er veel minder toeristen (enkel Fransen … en wij 12), doch in normale omstandigheden worden de watervallen zeer druk bezocht en zal het moeilijk zijn om er een parkeerplaats te vinden.

Arnac-Pompadour: Place du Château.  Ruime gratis parking langs de laan onmiddellijk aan het kasteel van mde de Pompadour. Opgelet aan de voorzijde van het kasteel is ook een parking, doch er mogen geen campers parkeren (staat zeer onduidelijk aangeduid).
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.