24.08.2024 - Provence (F)
Zaterdag 24 augustus 2024 … Vandaag zijn we toch kunnen vertrekken naar de Provence. Na het obligate tanken in Luxemburg rijden we Frankrijk binnen. Er is weinig verkeer op de Franse autosnelwegen en kunnen vlot doorrijden.
We zijn dan op onze eerste tussenstop, een 50tal km onder Nancy, aangekomen. We zijn in het plaatsje Nomexy op de camperplaats van Camping-car Park.
Morgen rijden we verder zuidwaarts.
Dag 2
We zijn ondertussen 800 km van huis en zijn toegekomen op onze 2de tussenstop. We hebben een mooi plaatsje op de CP van Camping-car Park in Saint-Vulbas.
Het enige nadeel om naast een weide met paarden, geiten, schapen en een ezel te staan zijn de vliegen en muggen die niet enkel de dieren terroriseren maar ons dus ook 12 .
Morgen nog een 280 km tot onze eerste bestemming.
Dag 3
In tegenstelling tot de twee vorige dagen is het zeer druk op de Franse snelwegen. Op de ring rond Lyon gaat het nog vlot, doch éénmaal op de A7 richting Marseille is er zeer veel verkeer. Geregeld zijn er traagrijdende files mede veroorzaakt door de vele vrachtwagens. In de andere rijrichting zijn er vele kilometers lange, stilstaande files.
In de vroege namiddag bereiken we dan onze eerste bestemming in de Provence: Saint-Remy-de-Provence.
In de plaatselijke supermarkt doen we eerst de nodige boodschappen en rijden dan naar camping Mas De Nicolas. De ontvangst is er hartelijk. Al het personeel is er zeer vriendelijk en behulpzaam. Voor de komende twee nachten krijgen we er een ruime plaats toegewezen (die we eerst konden bezichtigen en goedkeuren).
We installeren er ons in de schaduw van de aanwezige bomen. Gelukkig wordt de warmte een beetje getemperd door een strakke mistralwind.
Dag 4
In de namiddag bezoeken we het prachtige historische centrum van Saint-Rémy-de-Provence, een kunstenaarsdorp met een charmante uitstraling. 
Het onstond uit een Romeinse nederzetting en groeide uit tot een rijke stad met verdedigingsmuren en herenhuizen. Er kwamen ook veel kunstenaars naar de stad toe, één van hen was Vincent van Gogh. Tijdens zijn verblijf in het stadje maakte hij tientallen schilderijen. Je kan er een speciale route volgen, waar aangeduide locaties verwijzen naar zijn schilderijen.
We gaan het centrum binnen via één van de overgebleven stadspoorten en kuieren door de vele smalle straatjes.
Het is er gezellig wandelen langs oude fonteinen, schaduwrijke pleinen, pittoreske restaurants en leuke winkeltjes en boetiekjes. Onderweg likten we aan een verfrissend ijsje.
De kerk Saint-Martin die op een Romeins bouwwerk lijkt was niet te bezichtigen wegens renovatiewerken.
Tegen het einde van de namiddag zochten we de schaduw van een terras op. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot boven de 34° en de mistral … die was gaan liggen.
Dag 5
De zon staat al vroeg aan de hemel en op het gemak maken we ons klaar om opnieuw te vertrekken. Geen kilometers autosnelweg meer, maar rustig langs Provençaalse wegen.
We rijden 22 km verder naar Avignon, door velen gekend door het liedje:

“Sur le pont d'Avignon
l'on y danse, l'on y danse.
Sur le pont d'Avignon
l'on y danse tous en rond ...”

Onze GPS heeft wel moeilijkheden. De kaart komt niet volledig overeen met de effectieve weggesteldheid. Zo wil hij ons onder andere door straten met verboden rijrichting sturen. Dan maar op intuïtie naar de Rhone rijden. We rijden door de buitenwijken van de stad, die niet de gezelligste leken. Via de ring rijden we dan over de Rhone, waar op het eiland een paar campings gelegen zijn. We begeven ons naar camping Bagatelle omdat die te voet het dichtst bij het centrum gelegen is. We installeren er ons voor twee nachten. De camping is echter niet onderhouden. De plaatsen zijn verwilderd, het sanitair is verouderd doch proper ... Morgen bezoeken we de stad.
Dag 6
In de voormiddag, voor de grote hitte, wandelen we naar het historische centrum van Avignon. Ver hoeven we niet te lopen; de brug over de Rhone die recht naar de stad leidt ligt aan de uitgang van de camping.
De stad van de pausen met zijn wereldberoemde brug  is nog omringd door impossante vestingsmuren. We betreden de stad langs één van de vele poorten in de stadsmuur.
Onmiddellijk vallen de vele historische gebouwen en middeleeuwse straten die uitmonden in diverse pleinen op. De oude stad heeft zijn verleden op indrukwekkende wijze weten te bewaren.
We wandelen verder door de smalle straten en komen aan Les Halles, een grote overdekte markthal, waar talloze marktkraampjes met verse (streek)producten gelegen zijn. Je vindt er ook kleine restaurantjes waar je lokale gerechten kan proeven.
Verderop  bereiken we de Place d’Horloge waar we ons op een van de gezellige terrasjes nestelen voor een verfrissend drankje. Na een bezoekje aan de basiliek Saint-Pierre komen we verder op de Place du Palais.
Hier is het indrukwekkende Palais des Papes (pausenpaleis) gelegen. Het paleis lijkt eerder op een fort en was dan ook onneembaar. Het paleis dateert uit de 14e eeuw en bestaat uit het oude paleis (palais vieux) van Benedictus XII, en het nieuwe paleis (palais neuf) van Clemens VI. De volledige bouw duurde maar liefst 30 jaar!
Eerst lekker lunchen op het plein, en daarna kuieren we door de immense zalen van het paleis. Meubilering is er niet meer, maar via een tablet krijg je een beeld hoe de inrichting er destijds heeft uitgezien.
Na dit bezoek zoeken we opnieuw een terras op de Vergers Urbain V, een groene oase naast het paleis.
De laatste bezienswaardigheid die we bezoeken is de wereldwijd bekend geworden Pont St-Bénézet. Die naam doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar wanneer ik de populaire naam vermeld … de Pont d'Avignon!
Oorspronkelijk had de brug een lengte van 900 meter en maar liefst 19 bogen, maar in de 13e eeuw werd de brug bijna volledig verwoest en bleven er nog maar 4 bogen over. Er werd nog een poging gedaan om ze te herbouwen maar later werd ze definitief verwaarloosd. Op de brug kan je de Chapelle St.-Nicolas vinden. Het is hier waar de Heilige Bénézet begraven werd (een jonge herder die voor de bouw van de brug zorgde nadat hij een goddelijke stem had gehoord).
Na een laatste terrasje keren we terug naar de camping.
Dag 7
Vandaag zetten we onze toer door de Provence verder. We houden halt in Bédoin en installeren de camper op Camping-car Park Bédoin. Veel schaduw is er niet, maar achteraan hebben we nog een plekje met een paar boompjes die toch voor wat verkoeling kunnen zorgen. Voor zij die liever op een camping staan, naast de camperplaats is de camping municipal La Pinède gelegen. 
Bédoin is zeker gekend bij de wielertoeristen onder ons. Het is een mooi dorpje gelegen aan de voet van de Mont Ventoux. Het dorp geldt als een van de drie officiële startplaatsen voor de beklimming van de Mont Ventoux per fiets.
In de late namiddag wandelen we door de rustige straatjes van het dorp. We bestijgen de steile trappen die naar de Saint-Pierre-de-Bédoin kerk leiden. De kerk torent hoog boven het dorp uit en vanaf die plaats heb je een prachtig zicht op de omgeving en op de top van de Mont Ventoux. Het weerstation op de top is echter niet zo goed zichtbaar, het is omgeven door een sluier van wolken.
We dalen vervolgens af tot het commerciële hart van het dorp. Je vindt er verscheidene restaurantjes en bars. Hier verzamelen de fervente fietsers alvorens de "Reus van de Provence" te beklimmen. Wij doen het rustiger aan en nestelen ons op een terrasje in de schaduw van gigantische platanen.
Dag 8
Deze voormiddag bezoeken we L'Isle-sur-la-Sorgue, een charmant dorp aan de rivier de Sorgue. De plek wordt druk bezocht en is zeer populair bij de Franse bevolking. Er heerst een heel bijzondere sfeer doordat de rivier het dorp doorkruist. Het is aan de oevers van dit feeërieke water dat de meeste restaurantjes gelegen zijn en waar men graag vertoeft.
Zelf slenteren we eerst door de smalle straatjes van het centrum. Het schoepenrad aan het bruggetje die naar de winkelstraat Rue Carnot leidt, dateert nog van de industriêle revolutie in de 19e eeuw.
We nemen de tijd om in de vele winkeltjes rond te snuffelen en je kan er ook niet naast de talloze antiekwinkeltjes kijken. L'Isle-sur-la-Sorgue heeft een wereldwijde reputatie verworven als het om antiek en brocant gaat. Vier maal per jaar wordt het dorp overstroomd door antiekliefhebbers uit de hele wereld!
Na de lunch rijden we dan naar Fontaine de Vaucluse waar de bron van de rivier de Sorgue gelegen is en waar we op de aire de camping-car park de volgende twee nachten zullen doorbrengen.
We vinden er onder de bomen nog een plekje die een beetje beschutting biedt. De plaatsen zelf zijn niet afgebakend en de campers staan er dicht naast elkaar, wat een groot minpunt is. We hebben net voldoende plaats om de luifel neer te laten. De rest van de dag luieren we in de schaduw.
Dag 9
Het is 10u als we naar het plaatsje Fontaine de Vaucluse wandelen. Het ligt in een ingesloten vallei, omgeven door steile rotswanden.
Dit historisch dorp is niet groot maar charmant. Rondom het pleintje met zijn grote platanen ligt het gemeentehuis en een paar eetgelegenheden. Aan de rivier de Sorgue ligt het ene winkeltje naast het ander, dit om de vele toeristen te lokken.
Toeristen die het pad naast de rivier opwandelen om een bijzonder natuurfenoneem te bewonderen: de bron van de Sorgue of de Vaucluse fontein. Ik wandel ook het pad op en hogerop kom ik aan een 230 meter hoge rotswand. Hier, in deze diepe kloof, ontspringt de Sorgue. Het is een springbron, met een van de grootste debieten ter wereld. Het water komt als een fontein uit de kloof gegutst en stroomt dan verder. Doch nu is van een fontein geen sprake. Als ik in de kloof en de grot kijk zie ik het water maar geen stroming. De naastgelegen rotsen die de bedding van de rivier vormen staan droog. Onderdoor stroomt wel water die dan verder de rivier vormt.
Ik zie geen water omdat dit afhankelijk is van de seizoenen. Het regenwater dat valt op de flanken van de Mont Ventoux en de omringende bergen zakt door de poreuze bodem en verzamelt zich diep ondergronds  in een meer en vele ondergrondse rivieren. Via een verticale schacht komt het water dan omhoog in de grot onderaan de kloof en zeker in de winter gutst dan een massale waterkolom uit de grot.
Ik bleef dus een beetje op mijn honger zitten maar heb het toch kunnen aanschouwen. Ik wandelde terug naar beneden bij Monique die ondertussen rustig door de straatjes slenterde en binnenstapte in de vele winkeltjes.
24.08.2024 - Provence (F)
Zaterdag 24 augustus 2024 … Vandaag zijn we toch kunnen vertrekken naar de Provence. Na het obligate tanken in Luxemburg rijden we Frankrijk binnen. Er is weinig verkeer op de Franse autosnelwegen en kunnen vlot doorrijden.
We zijn dan op onze eerste tussenstop, een 50tal km onder Nancy, aangekomen. We zijn in het plaatsje Nomexy op de camperplaats van Camping-car Park.
Morgen rijden we verder zuidwaarts.
Dag 2
We zijn ondertussen 800 km van huis en zijn toegekomen op onze 2de tussenstop. We hebben een mooi plaatsje op de CP van Camping-car Park in Saint-Vulbas.
Het enige nadeel om naast een weide met paarden, geiten, schapen en een ezel te staan zijn de vliegen en muggen die niet enkel de dieren terroriseren maar ons dus ook 12 .
Morgen nog een 280 km tot onze eerste bestemming.
Dag 3
In tegenstelling tot de twee vorige dagen is het zeer druk op de Franse snelwegen. Op de ring rond Lyon gaat het nog vlot, doch éénmaal op de A7 richting Marseille is er zeer veel verkeer. Geregeld zijn er traagrijdende files mede veroorzaakt door de vele vrachtwagens. In de andere rijrichting zijn er vele kilometers lange, stilstaande files.
In de vroege namiddag bereiken we dan onze eerste bestemming in de Provence: Saint-Remy-de-Provence.
In de plaatselijke supermarkt doen we eerst de nodige boodschappen en rijden dan naar camping Mas De Nicolas. De ontvangst is er hartelijk. Al het personeel is er zeer vriendelijk en behulpzaam. Voor de komende twee nachten krijgen we er een ruime plaats toegewezen (die we eerst konden bezichtigen en goedkeuren).
We installeren er ons in de schaduw van de aanwezige bomen. Gelukkig wordt de warmte een beetje getemperd door een strakke mistralwind.
Dag 4
In de namiddag bezoeken we het prachtige historische centrum van Saint-Rémy-de-Provence, een kunstenaarsdorp met een charmante uitstraling. 
Het onstond uit een Romeinse nederzetting en groeide uit tot een rijke stad met verdedigingsmuren en herenhuizen. Er kwamen ook veel kunstenaars naar de stad toe, één van hen was Vincent van Gogh. Tijdens zijn verblijf in het stadje maakte hij tientallen schilderijen. Je kan er een speciale route volgen, waar aangeduide locaties verwijzen naar zijn schilderijen.
We gaan het centrum binnen via één van de overgebleven stadspoorten en kuieren door de vele smalle straatjes.
Het is er gezellig wandelen langs oude fonteinen, schaduwrijke pleinen, pittoreske restaurants en leuke winkeltjes en boetiekjes. Onderweg likten we aan een verfrissend ijsje.
De kerk Saint-Martin die op een Romeins bouwwerk lijkt was niet te bezichtigen wegens renovatiewerken.
Tegen het einde van de namiddag zochten we de schaduw van een terras op. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot boven de 34° en de mistral … die was gaan liggen.
Dag 5
De zon staat al vroeg aan de hemel en op het gemak maken we ons klaar om opnieuw te vertrekken. Geen kilometers autosnelweg meer, maar rustig langs Provençaalse wegen.
We rijden 22 km verder naar Avignon, door velen gekend door het liedje:

“Sur le pont d'Avignon
l'on y danse, l'on y danse.
Sur le pont d'Avignon
l'on y danse tous en rond ...”

Onze GPS heeft wel moeilijkheden. De kaart komt niet volledig overeen met de effectieve weggesteldheid. Zo wil hij ons onder andere door straten met verboden rijrichting sturen. Dan maar op intuïtie naar de Rhone rijden. We rijden door de buitenwijken van de stad, die niet de gezelligste leken. Via de ring rijden we dan over de Rhone, waar op het eiland een paar campings gelegen zijn. We begeven ons naar camping Bagatelle omdat die te voet het dichtst bij het centrum gelegen is. We installeren er ons voor twee nachten. De camping is echter niet onderhouden. De plaatsen zijn verwilderd, het sanitair is verouderd doch proper ... Morgen bezoeken we de stad.
Dag 6
In de voormiddag, voor de grote hitte, wandelen we naar het historische centrum van Avignon. Ver hoeven we niet te lopen; de brug over de Rhone die recht naar de stad leidt ligt aan de uitgang van de camping.
De stad van de pausen met zijn wereldberoemde brug  is nog omringd door impossante vestingsmuren. We betreden de stad langs één van de vele poorten in de stadsmuur.
Onmiddellijk vallen de vele historische gebouwen en middeleeuwse straten die uitmonden in diverse pleinen op. De oude stad heeft zijn verleden op indrukwekkende wijze weten te bewaren.
We wandelen verder door de smalle straten en komen aan Les Halles, een grote overdekte markthal, waar talloze marktkraampjes met verse (streek)producten gelegen zijn. Je vindt er ook kleine restaurantjes waar je lokale gerechten kan proeven.
24.08.2024 - Provence (F)
Zaterdag 24 augustus 2024 … Vandaag zijn we toch kunnen vertrekken naar de Provence. Na het obligate tanken in Luxemburg rijden we Frankrijk binnen. Er is weinig verkeer op de Franse autosnelwegen en kunnen vlot doorrijden.
We zijn dan op onze eerste tussenstop, een 50tal km onder Nancy, aangekomen. We zijn in het plaatsje Nomexy op de camperplaats van Camping-car Park.
Morgen rijden we verder zuidwaarts.
Dag 2
We zijn ondertussen 800 km van huis en zijn toegekomen op onze 2de tussenstop. We hebben een mooi plaatsje op de CP van Camping-car Park in Saint-Vulbas.
Het enige nadeel om naast een weide met paarden, geiten, schapen en een ezel te staan zijn de vliegen en muggen die niet enkel de dieren terroriseren maar ons dus ook 12 .
Morgen nog een 280 km tot onze eerste bestemming.
Dag 3
In tegenstelling tot de twee vorige dagen is het zeer druk op de Franse snelwegen. Op de ring rond Lyon gaat het nog vlot, doch éénmaal op de A7 richting Marseille is er zeer veel verkeer. Geregeld zijn er traagrijdende files mede veroorzaakt door de vele vrachtwagens. In de andere rijrichting zijn er vele kilometers lange, stilstaande files.
In de vroege namiddag bereiken we dan onze eerste bestemming in de Provence: Saint-Remy-de-Provence.
In de plaatselijke supermarkt doen we eerst de nodige boodschappen en rijden dan naar camping Mas De Nicolas. De ontvangst is er hartelijk. Al het personeel is er zeer vriendelijk en behulpzaam. Voor de komende twee nachten krijgen we er een ruime plaats toegewezen (die we eerst konden bezichtigen en goedkeuren).
We installeren er ons in de schaduw van de aanwezige bomen. Gelukkig wordt de warmte een beetje getemperd door een strakke mistralwind.
Dag 4
In de namiddag bezoeken we het prachtige historische centrum van Saint-Rémy-de-Provence, een kunstenaarsdorp met een charmante uitstraling. 
Het onstond uit een Romeinse nederzetting en groeide uit tot een rijke stad met verdedigingsmuren en herenhuizen. Er kwamen ook veel kunstenaars naar de stad toe, één van hen was Vincent van Gogh. Tijdens zijn verblijf in het stadje maakte hij tientallen schilderijen. Je kan er een speciale route volgen, waar aangeduide locaties verwijzen naar zijn schilderijen.
We gaan het centrum binnen via één van de overgebleven stadspoorten en kuieren door de vele smalle straatjes.
Het is er gezellig wandelen langs oude fonteinen, schaduwrijke pleinen, pittoreske restaurants en leuke winkeltjes en boetiekjes. Onderweg likten we aan een verfrissend ijsje.
De kerk Saint-Martin die op een Romeins bouwwerk lijkt was niet te bezichtigen wegens renovatiewerken.
Tegen het einde van de namiddag zochten we de schaduw van een terras op. De temperatuur was inmiddels opgelopen tot boven de 34° en de mistral … die was gaan liggen.
Dag 5
De zon staat al vroeg aan de hemel en op het gemak maken we ons klaar om opnieuw te vertrekken. Geen kilometers autosnelweg meer, maar rustig langs Provençaalse wegen.
We rijden 22 km verder naar Avignon, door velen gekend door het liedje:

“Sur le pont d'Avignon
l'on y danse, l'on y danse.
Sur le pont d'Avignon
l'on y danse tous en rond ...”

Onze GPS heeft wel moeilijkheden. De kaart komt niet volledig overeen met de effectieve weggesteldheid. Zo wil hij ons onder andere door straten met verboden rijrichting sturen. Dan maar op intuïtie naar de Rhone rijden. We rijden door de buitenwijken van de stad, die niet de gezelligste leken. Via de ring rijden we dan over de Rhone, waar op het eiland een paar campings gelegen zijn. We begeven ons naar camping Bagatelle omdat die te voet het dichtst bij het centrum gelegen is. We installeren er ons voor twee nachten. De camping is echter niet onderhouden. De plaatsen zijn verwilderd, het sanitair is verouderd doch proper ... Morgen bezoeken we de stad.
Dag 6
In de voormiddag, voor de grote hitte, wandelen we naar het historische centrum van Avignon. Ver hoeven we niet te lopen; de brug over de Rhone die recht naar de stad leidt ligt aan de uitgang van de camping.
De stad van de pausen met zijn wereldberoemde brug  is nog omringd door impossante vestingsmuren. We betreden de stad langs één van de vele poorten in de stadsmuur.
Onmiddellijk vallen de vele historische gebouwen en middeleeuwse straten die uitmonden in diverse pleinen op. De oude stad heeft zijn verleden op indrukwekkende wijze weten te bewaren.
We wandelen verder door de smalle straten en komen aan Les Halles, een grote overdekte markthal, waar talloze marktkraampjes met verse (streek)producten gelegen zijn. Je vindt er ook kleine restaurantjes waar je lokale gerechten kan proeven.
Verderop  bereiken we de Place d’Horloge waar we ons op een van de gezellige terrasjes nestelen voor een verfrissend drankje. Na een bezoekje aan de basiliek Saint-Pierre komen we verder op de Place du Palais.
Ook zijn er enkele activiteiten van vroeger die hier bewaard gebleven zijn, zoals een ambachtelijke papierfabriek (Le moulin à papier) die nog papier maakt zoals in de 15e eeuw, en functioneert met een waterrad.
Nog even een terrasje doen voor het aperitief, waarna we terugkeerden naar de camperplaats om iets te eten en daarna zalig niets meer te doen.
Dag 10
We rijden verder door het Provençaalse landschap. Een beeld met paarse velden en hoogbloeiende zonnebloemen hebben we niet meer. De lavendel is gerooid, de zonnebloemen hebben hun zaden gevormd en staan een beetje uitgedroogd te wachten op de oogst. Doch de landschappen zijn er niet minder mooi door. We houden dan halt in Apt, een stadje gezien als de hoofdstad van de Luberon. De bedoeling is om twee dagen van de rust en het goede weer te genieten. We installeren ons om camping municipal Les Cèdres aan de rand van het centrum van het stadje en kunnen vrij een plaats kiezen. Van afbakening van de ruime plaatsen is niet veel sprake meer en is het een beetje gokken waar we de camper plaatsen. Veel maakt het eigenlijk niet uit aangezien het heel rustig is op de camping. We behoren ook tot laatste kampeerders op deze camping, die eind 2024 sluit. Het gemeentebestuur heeft beslist om er een grote parking te creeëren. Ondanks de nakende sluiting doet het personeel er toch alles aan om het (verouderde) sanitair en het terrein proper te houden.
Over de rest van de dag kan ik enkel vertellen dat het heerlijk genieten was aan de camper, in alle rust met een hapje en een drankje.
Dag 11
Apt is ook gekend voor zijn grote Provencaalse markt die er iedere zaterdag georganiseerd wordt. Vandaag is het woensdag, dus geen grote markt maar toch een kleine boerenmarkt waar je dagverse streekprodukten kunt kopen.
Deze voormiddag bezoeken we dit marktje en het stadje. Het centrum wordt letterlijk in twee gedeeld door een lange verkeersvrije winkelstraat, de Rue Saint-Pierre met in de verlenging de Rue des Marchand. We bezoeken eerst het boerenmarktje en via de Porte de Saignon wandelen we de Rue Saint-Pierre binnen. Deze poort is een overblijfsel van de middeleeuwse omwalling.
We kuieren langs de vele winkeltjes en iets verderop gaan we even de kathedraal Sainte-Anne, welke haar oorsprong vindt in de elfde eeuw, binnen.
Op het einde van de Rue des Marchand komen we uit op het plein met het stadhuis en de Sous-prefecture, een impossant gebouw gebruikt door de provinciale overheid.
We wandelen dan terug via de zelfde weg. Nog even een aperitiefje drinken en dan terug naar de camper.
In feite was het een goede keuze om het bezoekje in de voormiddag te doen. In de namiddag barst een hevig onweer los dat duurt tot de avond.
Dag 12
We zijn over de helft van onze rondreis en zijn in Gréoux-les-Bains toegekomen. Een stadje dat vooral gekend is als kuuroord.
We overnachten op de officiële camperplaats van Gréoux. Er zijn 70 plaatsen op de voormalige terrassencamping, waarvan er al meer dan de helft ingenomen zijn door langverblijvers die hier zijn om de thermen te bezoeken. De plaatsen zelf zijn smal, maar de prijs inclusief elektriciteit maakt veel goed (13€/nacht). Wij hebben geluk aangezien we aan onze plaats gebruik kunnen maken van een verloren hoek.
In de namiddag bezoeken we het mooie oude dorp. Gréoux is meer dan een kuuroord alleen. Het dorp wordt gedomineerd door het imposante Tempelierskasteel. De leuke straten lopen parrallel rond het kasteel, dat kan bereikt worden via steile zijstraatjes met trappen. Tijdens onze ontdekking van de vele oude gebouwen heeft het even geregend, doch onze klim naar het tempeliersslot verliep droog.
Eénmaal door La Porte du Vieil Horloge zien we het kasteel voor ons opdoemen. Het kasteel is redelijk vervallen en is binnenin niet te bezichtigen. Eén benedenvleugel is al gerestaureerd en daar vindt momenteel een tentoonstelling van plaatselijke kunstenaars plaats.
Op het einde van de namiddag zoeken we, zoals we meestal doen, een terrasje op.
Dag 13
’s Morgens verlaten we alweer onze overnachtingsplaats en rijden in de richting van Moustiers-Sainte-Marie dat aan het begin van de bekende kloof Gorges du Verdon ligt.
De Gorges du Verdon is één van de grootse natuurlijke bezienswaardigheden van Frankrijk. De kloof is de op-een-na-grootste kloof van Europa en er zijn rotswanden te vinden tot wel 700 meter hoog.
Er zijn verscheidene routes langs de gorges, maar wij rijden de route vanaf Moustiers naar La Palud-sur-Verdon en terug. 800 meter buiten La Palud kan je ook de route des Crêtes volgen tot Castellane.
Er is echter een zeer grote spelbreker: het weer. Bij ons vertrek begon het te regenen en nog vooraleer we Moustiers Sainte Marie bereiken valt de regen met bakken uit de lucht. We moeten ons langs de kant zetten omdat de zichtbaarheid nul was en het veel te gevaarlijk was om via de steile D952 met zijn vele haarspeldbochten verder te rijden.
De regen minderde dan en we rijden verder langs de Gorges tot op een hoogte van liefst 1032 meter (coil d’Ayen). Een beetje teleurstellend echter want veel is er door de regen en de mist in het dal niet te zien.
We bereiken dan op het einde van onze route het bergdorpje La Palud sur Verdon. Bij onze aankomst stopte de regen en kwam de zon tevoorschijn. We kunnen parkeren op de publieke parking aan de D23 en gaan dan een restaurantje binnen voor de lunch.
Na onze maaltijd wandelen we nog even het dorpje rond en rijden dan onze route langs de Gorges terug richting Moustiers.
Nu is het beeld wel spectaculair en groots. De steile rotsen, de diepe kloven schitteren in de zon. Alleen, de rivier de Verdon laat zich niet zien, zelfs wanneer ik aan de rand van de kloof sta kan ik geen water bespeuren. Op een volgend uitzichtpunt zien we de rivier wel en uiteraard ook wanneer hij het meer van Sainte-Croix vormt.
We eindigen onze route daar waar we ze startte, in Moustiers Sainte Marie. Daar begeven we ons naar camping Manaysse waar we ons installeren voor de komende twee nachten.
Dag 14
Gisteren reden we langs de gorges du Verdon, vandaag bezoeken we het dorp aan het begin van de route: Moustiers Sainte Marie.
Vanaf de camping zien we het dorp hoog op de rotsen, glimmend in de zon en na de middag vatten we de klim aan die ons anderhalve km verder in het centrum zal brengen.
Moustiers wordt ook wel het dorp onder de ster genoemd omdat er tussen de twee steile rotsen aan weerszijden van het dorp een vergulde ster hangt. Er zijn meerdere verhalen over de vraag waarom de ster hier zo is opgehangen maar de echte reden is niet meer gekend.
Wanneer we in het hart van Moustiers toekomen valt er ons één ding onmiddellijk op; dit is voor ons het mooiste dorp dat we tot nu toe zagen op onze reis door de Provence. Alles ademt er sfeer uit; de idyllische straatjes met leuke winkeltjes, de gezellige pleintjes met zijn terrassen, de kronkelige steegjes en de bloemen die de gevels sieren. We komen eigenlijk ogen te kort om alles goed te bekijken.
Terwijl Monique rondslentert in de vele winkeltjes rondom het centrale plein wandel ik het centrum uit op zoek naar de waterval: de cascade de Riou. Na een korte klim bereik ik de restanten van de stadswallen en onder de porte de Riou kom ik aan het stenen brugje van waarop je de waterval kunt zien. Maar helaas geen waterval, bij gebrek aan water staat het riviertje droog en ... geen water, geen waterval.
Doch het tochtje was niet nutteloos, het uitzicht is er prachtig.
De moedigen kunnen tijdens hun bezoek aan het dorp de klim wagen naar de Notre-Dame-de-Beauvoirkapel. De kapel  ligt hoog boven het dorp en is een populair bedevaartsoord. Je bereikt de kapel via een 262 treden tellende trap. Eénmaal boven is het zeker de moeite waard om in de kapel een kijkje te nemen. Je ziet er onder andere het altaar met als onderstel een sarcofaag uit de vierde eeuw. Plus, je hebt er een prachtig uitzicht over het dorp.
Mede door de hitte paste ik voor die uitdaging en vervoegde Monique op het centrale pleintje. Na iets gedronken te hebben op het gezellige terras bezochten we nog een aantal winkeltjes waaronder er velen hun faience aardewerk aanbieden, een ambacht waardoor Moustiers ook wereldberoemd geworden is.
Gelukkig ging het op de terugweg enkel bergafwaarts.
Dag 15
Na een hevige, winderige nacht zijn we al vroeg wakker en op ons gemak maken we de camper terug vertrekkensklaar.
We begeven ons vandaag richting Middellandse zee.
In de voormiddag doen we eerst de wekelijkse boodschappen. Daarna rijden we verder, doch stoppen we na de middag in Le Val waar we onze benimar installeren op de aire de Camping-car Park. Gelukkig is het geen 30° en meer, want de camperplaats is een open terrein en heeft niets van beschutting tegen de zon. Het is nog steeds warm maar er staat nog steeds een strakke oostenwind.
Na de middag besluiten we om even rond te wandelen in het oude stadje. Het contrast met gisteren is groot, maar Le Val heeft toch een paar leuke troeven.
Terwijl we rondwandelen passeren we vele oude gebouwen, al of niet onderhouden.
Opmerkelijk is het oude washuis uit de 16e eeuw dat in gebruik was tot 1946 en verder de Place de Remparts waar we de restanten van de middeleeuwse stadswallen en een verdedigingstoren zien.
Wanneer we onder de klokkentoren lopen komen we aan de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption uit de 11e eeuw, een parel die uitstekend bewaard gebleven is.
Het is een dagelijkse gewoonte geworden, we sluiten ons bezoek af op een terras, waar opvallend weinig toeristen aanwezig zijn, maar waar de lokale bevolking gezellig zit te keuvelen.

Dag 16
Het is zondagmorgen 9u en het begint te regenen. Na het opruimen vertrekken we om 85 km verder toe te komen in La Ciotat aan de Middellandse zee. We kunnen een plaats uitkiezen op camping de la Sauge. De ruime plaatsen onder de bomen zijn enkel in de lengte afgebakend wat blijkbaar bij vele toekomers voor verwarring zorgt. Je merkt dat het geen kampeerders zijn. Er zijn plaatsen waar ze kriskras door elkaar staan. De gehele camping en zeker het sanitair is verouderd. Op de 10 douches zijn er twee met warm water. De meeste toiletten zijn ‘Franse’ en bij verscheidene zijn zelfs geen deuren voorzien!
Het wordt een druilige, regenachtige dag, waarbij het bij poses zeer hard regent. Het is geen weer om een hond door te jagen en we besluiten de dag onder onze luifel door te brengen. ’ s Avonds laat stopt de regen maar begint het hevig te waaien. ’s Nachts heb ik moeite met slapen door het gekraak en gerommel van de luifel in de wind, doch morgen wordt weer volop zon verwacht.
Dag 17
La Ciotat is net zoals de gehele kustlijn tot Marseille gekend voor zijn “calanques”. Dit zijn kreken in de vorm van een diepe vallei met de rotsformaties die loodrecht uit zee komen. De calanques worden ook wel de Mediterrane fjorden genoemd.
Ter hoogte Cassis liggen de mooiste en onze bedoeling is om vandaag met de boot langs alle calanques tot Marseille te varen. Er werd aangeraden om op voorhand te reserveren, wat we ook deden.
Maar … gisteren was er de aanhoudende regen, vandaag is er de wind. Vanuit het noordwesten waait er een heel stevige mistralwind. De Franse weerdiensten waarschuwen voor rukwinden tot 80 km/u. Deze morgen krijg ik een sms, e-mail en telefoontje om te zeggen dat de rondvaarten wegens de weersomstandigheden afgelast zijn. Er zullen de gehele week geen rondvaarten plaatsvinden.
Een alternatief is de route des Cretes: één van de mooiste kustwegen tussen Cassis en La Ciotat, waarop je onderweg kunt genieten van het uitzicht over de calanques, doch de route werd ons afgeraden omdat het bijna niet te doen is om met een brede camper over de smalle, soms steile weggetjes te rijden! Wij pasten dan maar voor dit alternatief.
We besluiten om La Ciotat zelf te ontdekken. Het stadje heeft verschillende kleinere en grotere stranden, een aantal haventjes en een oud centrum.
Na een wandeling van anderhalve km langs verscheidene ‘plages’ en de plezierhaven komen we aan de Vieux-port de la Ciotat, een jachthaven waar zelfs enkele zeer grote jachten aangemeerd liggen. Er heerst een gezellige drukte, daar de meeste cafés en restaurants langs de promenade van deze haven gelegen zijn.
Via een smal straatje naast de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption wandelen we de oude stad binnen. Na enkele smalle straatjes doorkruist te hebben komen we steeds op een pleintje terecht. De boompjes waren er niet in de grond geplant maar in potten van ruim anderhalve meter hoog. We lijken wel lilliputters wanneer we naast zo’n bloempot staan!
De lange winkelstraat, Rue de Poilus, snijdt het oude centrum letterlijk doormidden. Spijtig genoeg moesten we weer vaststellen dat de meeste winkeltjes gesloten zijn: het is maandag en dan openen ze pas om 15u.
Ondertussen is het middag en kiezen één van de vele restaurantjes aan de Vieux-port voor een “menu du jour”.
Na de lunch wandelen we rustig langs de promenades richting camping, hetgeen op bepaalde ogenblikken zelfs gevaarlijk was. Door de harde wind vlogen er van de hoge palmbomen stukken verharde bladvoeten in het rond, die met een smak op de grond terechtkwamen. Even moest ik een sprintje inzetten om mijn weggewaaide pet te achterhalen.
Tenslotte genoten we nog op een bankje aan de plage van het uitzicht en de zon.
Dag 18
We verlaten La Ciotat en doordat we de calanques niet via het water konden ontdekken rijden we met de camper naar de parking aan de calanque de Mugel. Na een drietal km komen we aan de parking doch hebben geen enkele mogelijkheid om er parkeren! De ingang is zo ingericht dat enkel personenauto’s en gewone lichte vrachtauto’s er kunnen binnenrijden. Er is ook nog een parking voor een 25tal moto’s en een aantal bussen, maar voor motorhomes … niets voorzien!
We vervolgen dan maar onze reis en rijden naar Aix-en-Provence voor een bezoek. Daar aangekomen, zelfde verhaal. Nergens plaats om de camper te parkeren. Er was een grote parking waar je terecht kon met de motorhome, maar die zijn ze momenteel volledig aan het heraanleggen.
We rijden dan maar verder naar Cavaillon … de stad van de meloenen! Voor de komende twee nachten hebben we een plaats op camping La Durance. Een schril contrast met de vorige camping. Deze is zeer ordelijk. De plaatsen duidelijk afgebakend met hagen en iedereen krijgt er zijn plaats toegewezen. De sanitaire blokken zijn zoals ze moeten zijn, simpel maar mooi en proper. Aan deze camping is ook een camperplaats gekoppeld.
Het personeel van de camping is zeer vriendelijk en behulpzaam. Wat uiteraard helpt is het feit dat ze Nederlands spreken, maar ook Frans, Engels, Duits, … Wij hadden onmiddellijk een goede band met de dame die ons te woord stond en ons verderhielp. Kon ook niet anders, ze is Vlaamse en van … Gent.
Dag 19
Vandaag is het onze laatste dag in de Provence. Vanaf morgen rijden we terug richting België. Het belooft opnieuw een mooie dag te worden. De wind is voor meer dan de helft afgenomen en onder een stralende zon wandelen we in de voormiddag naar het oude centrum van Cavaillon. Een tochtje van ongeveer 2 km.
Gewapend met een stadsplan volgen we een uitgestippelde route doorheen het historische verleden van de stad en waar nog verschillende Romeinse overblijfselen zichtbaar zijn. De eerste bezienswaardigheid is de Romeinse boog, die de impossante toegang was van een groot publieksgebouw of forum.
We slenteren dan verder door de kleine straatjes en langs verschillende pleintjes. Dit brengt ons langs de kathedraal Saint-Véran die tijdelijk gesloten is wegens renovatiewerken en de Joodse synagoge.
Na de middag en na het nuttigen van een dagmenu in een restaurant op de Place Gambetta ontdekken we verder nog grote villa’s (zoals het hotel D’Agar) die gebouwd zijn op de ruïnes van de Romeinse stad, de kapel van Grand Couvent en het stadhuis …
Hoog boven de stad waakt de romaanse kapel Saint-Jacques. Deze is te voet bereikbaar via de chemin César de Bus. Een zeer steile klim van meer dan 20 minuten waarvoor ik pas en overlaat aan geoefende wandelaars.
Alhoewel Cavaillon een rijke geschiedenis heeft kent iedereen de stad als de stad van de meloenen en die er  echt wereldberoemd om is. En ja, ze zijn veel lekkerder dan de ‘melons de Charentais’ die we thuis kunnen kopen. Hier zijn ze echt topkwaliteit, gerijpt in de zon van de Vaucluse en omringende departementen, in plaats van thuis in de fruitmand. Wekelijks vind je ze massaal terug op de markt. We konden de geur van die markt niet opsnuiven aangezien die op maandag doorgaat en vandaag is het woensdag.
Dag 20
Voor we de Provence verlaten stoppen we nog bij een laatste dorpje. Hooggelegen op een heuvel bevindt zich Roussillon, een dorp dat omschreven wordt als één van de mooiste dorpen van Frankrijk.
Er is een gedeelde parking voor motorhomes en personenauto’s en gelukkig kunnen we nog tussen andere campers parkeren.
Vanaf de parking wandelen we gestaag bergop richting dorpskern. Het eerste wat we bereiken is een kleine markt waar je vele lokale producten kunt kopen. We doen er enkele aankopen en kuieren dan verder door een doolhof van straatjes met zijn okerkleurige huizen in verschillende tinten, gezellige cafeetjes, boetiekjes en levendige pleintjes. Het dorpje is op zich niet heel groot, maar heeft toch genoeg charme om er enkele uren rond te slenteren.
Het hart van het dorp is de Place de la Marie, hét centrale plein dat omgeven wordt door mooie historische gebouwen uit de 18e eeuw. Op het hoogste punt van het dorp is de charmante romaanse Sint-Michielskerk gelegen. Net naast de kerk, aan de rand van de klif, heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.
Van waar is die okerkleur nu afkomstig? In de 18e eeuw werd de grote hoeveelheid oker in de grond ontdekt, wat zeer belangrijk werd voor Roussillon en de omgeving. Het oker werd namelijk gebruikt als kleurstof voor textiel. Naarmate de vraag naar oker groter en groter werd liet men meerdere okergroeven uitgraven, ook in de omgeving van Roussillon, wat werkgelegenheid verschafte voor de mensen uit het dorp.
Naast het bezoek aan het dorp kan je ook een mooie wandeling  maken door de voormalige okergroeven. Het wandelpad “Le Sentier des Ocres” biedt twee bewegwijzerde wandelroutes: een route van 30 minuten en een route van 1u.
Zelf genoten we nog even in het dorp en na de middag begaven we ons noordwaarts.
Na 350 km arriveren we in Aix-les-Bains wat in de Savoie gelegen is. We installeren de camper voor 2 nachten op de aire van camping-car Park. De camperplaats telt 71 vrij smalle plaatsen en is alle dagen volzet. Dit komt mede doordat er vele Fransen voor langere tijd verblijven.
En het weer! Ik denk dat dit ons aan het voorbereiden is om naar huis te gaan. Amper 16 graden is het, 10 graden minder dan deze middag!

Dag 21
Het is een bewolkte morgen met af en toe wat regen. Ik maak een wandeling van 2,5 km naar het centrum van de stad, terwijl Monique van de gelegenheid gebruik maakt om de camper te kuisen zonder dat ik voor haar voeten loop.
Aix-les-Bains gelegen aan de flanken van de Alpen is een stad met een mooi en oud centrum en staat onder meer bekend om haar thermale bronnen. Deze plaats ligt aan het grootste natuurlijke meer van gletsjeroorsprong in Frankrijk, het meer van Bourget.
Velen bezoeken de stad om een welnesskuur te volgen in één van de spa resorts, ikzelf wandel enkel langs de belangrijkste monumenten en bezienswaardigheden van de stad en kom achtereenvolgens aan De Boog van Campanus, een Romeinse grafboog die de doorgang naar het hiernamaals symboliseert, Het oude stadhuis en ‘paleizen’ uit de 19e eeuw, zoals het Grand Hôtel. Er is ook plaats voor groen in de stad, zoals het park Thermal met een mooie fontein en zijn openluchttheater, en een kleine Japanse tuin. Hogerop in de stad vind je dan de Notre-Dame kerk.
Het opvallendste is het Casino Grand Cercle, een impossant gebouw uit de Belle Epoque. Ik ga er binnen en je voelt de grandeur uit die periode. De gokzalen zijn enkel toegankelijk als je een gokje wilt wagen, en ondanks het nog voormiddag is gaan er al verscheidene mensen van middelbare leeftijd binnen om te gokken.
Na de middag maken we een wandeling langs het prachtige meer, dat op amper 100m van de camperplaats gelegen is. Via de esplanade du Lac met zijn rijen bomen, wandelen we richting Grand Port, maar donkere wolken hangen dreigend boven de bergtoppen.
En ja, een beetje later begint het te regenen, hard te regenen. Langs de esplanade liggen verschillende horecazaken, die allemaal gesloten zijn. We besluiten dan maar om terug te keren en in de camper thee te zetten.
Dag 22
Het is 9u en koud als we opruimen. We verlaten Aix-les-Bains en begeven ons op de terugweg. Onze laatste tussenstop ligt 480 km verder. We zijn in Mirecourt aangekomen ook op een aire van Camping-car Park. Een plaats waar we vorig jaar ook al stonden. We hebben een zonnig hoekje uitgekozen en het is nog aangenaam zitten in de late namiddagzon. We genieten nog na bij de overschouwing van onze reis door de Provence. Opnieuw ontdekten we vele mooie plekken en maakten we kennis met de aangename en vriendelijke lokale bevolking.

Morgen vatten we de laatste rit aan tot thuis.
Overzicht overnachtingen
Aire Camping-Car Park de Nomexy - Rue de l'Estrey 31, 88440 Nomexy - GPS: n 48.3111,   o 006.385575 - 15,02€/14pl - alle voorzieningen
Aire camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: n45.832359 o005.29175 – 13,11€/10pl – alle voorzieningen
Camping Mas De Nicolas - Av. Plaisance du Touch, 13210 Saint-Rémy-de-Provence – 20€/nacht - alle voorzieningen – centrum 1,3 km
Camping Bagatelle - Alee Antoine Pinay 25, 84000 Avignon – 25,5€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje - centrum net over de brug, palais des papes 1 km, pont d’Avignon 1,4 km
Aire de camping-car park - Chemin des sablières, 84410 Bédoin – gps: n 44.124916 o 005.172477 – 14,15€/58pl – alle voorzieningen – dorp 350m – aan voet Mont-Ventoux
Aire de camping-car park - Route de Cavaillon, 84800 Fontaine de Vaucluse - GPS: n43.920219 o005.12473 – 13,16€/21pl – alle voorzieningen – fontein 600m
Camping municipal Les Cedres - Impasse de la Fantaisie 63, 84400, Apt – 25€/nacht – alle voorzieningen – centrum 800m
Officiële camperplaats - Chemin de la Barque, 04800, Gréoux-les-Bains – gps: n 43.75551 O 005.88851 – 13€/70pl – alle voorzieningen incl. – dorp 800m
Camping Manaysse - Avenue Fréderic Mistral 4, 04360 Moustiers ste Marie – 21€/nacht (TB inbegrepen) – alle voorzieningen – broodservice - dorp 800m
Aire de camping-car park du Val - le chemin de correns, 83143 Le Val - GPS: n 43.441448 o 006.073438 – 12,65€/20pl – alle voorzieningen – dorp 400m
Camping de la Sauge - 999 Av. Fernand Gassion, 13600 La Ciotat – 24€/nacht – alle voorzieningen – oude haven 1,4 km
Camping La Durance – Avenue Boscodomini 495, 84300 Cavaillon – 19€/nacht – alle voorzieningen – inchecken vanaf 14u – centrum 2 km
Aire camping-car park de Aix-les-Bains - Rue des Goëlands 5, 73101 Aix-les-Bains – 17,30€/71pl – alle voorzieningen – centrum 2,5 km
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: n48.299286 o006.136336 - 13,5€/20pl - alle voorzieningen

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Verderop  bereiken we de Place d’Horloge waar we ons op een van de gezellige terrasjes nestelen voor een verfrissend drankje. Na een bezoekje aan de basiliek Saint-Pierre komen we verder op de Place du Palais.
Hier is het indrukwekkende Palais des Papes (pausenpaleis) gelegen. Het paleis lijkt eerder op een fort en was dan ook onneembaar. Het paleis dateert uit de 14e eeuw en bestaat uit het oude paleis (palais vieux) van Benedictus XII, en het nieuwe paleis (palais neuf) van Clemens VI. De volledige bouw duurde maar liefst 30 jaar!
Eerst lekker lunchen op het plein, en daarna kuieren we door de immense zalen van het paleis. Meubilering is er niet meer, maar via een tablet krijg je een beeld hoe de inrichting er destijds heeft uitgezien.
Na dit bezoek zoeken we opnieuw een terras op de Vergers Urbain V, een groene oase naast het paleis.
De laatste bezienswaardigheid die we bezoeken is de wereldwijd bekend geworden Pont St-Bénézet. Die naam doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar wanneer ik de populaire naam vermeld … de Pont d'Avignon!
Oorspronkelijk had de brug een lengte van 900 meter en maar liefst 19 bogen, maar in de 13e eeuw werd de brug bijna volledig verwoest en bleven er nog maar 4 bogen over. Er werd nog een poging gedaan om ze te herbouwen maar later werd ze definitief verwaarloosd. Op de brug kan je de Chapelle St.-Nicolas vinden. Het is hier waar de Heilige Bénézet begraven werd (een jonge herder die voor de bouw van de brug zorgde nadat hij een goddelijke stem had gehoord).
Na een laatste terrasje keren we terug naar de camping.
Dag 7
Vandaag zetten we onze toer door de Provence verder. We houden halt in Bédoin en installeren de camper op Camping-car Park Bédoin. Veel schaduw is er niet, maar achteraan hebben we nog een plekje met een paar boompjes die toch voor wat verkoeling kunnen zorgen. Voor zij die liever op een camping staan, naast de camperplaats is de camping municipal La Pinède gelegen. 
Bédoin is zeker gekend bij de wielertoeristen onder ons. Het is een mooi dorpje gelegen aan de voet van de Mont Ventoux. Het dorp geldt als een van de drie officiële startplaatsen voor de beklimming van de Mont Ventoux per fiets.
In de late namiddag wandelen we door de rustige straatjes van het dorp. We bestijgen de steile trappen die naar de Saint-Pierre-de-Bédoin kerk leiden. De kerk torent hoog boven het dorp uit en vanaf die plaats heb je een prachtig zicht op de omgeving en op de top van de Mont Ventoux. Het weerstation op de top is echter niet zo goed zichtbaar, het is omgeven door een sluier van wolken.
We dalen vervolgens af tot het commerciële hart van het dorp. Je vindt er verscheidene restaurantjes en bars. Hier verzamelen de fervente fietsers alvorens de "Reus van de Provence" te beklimmen. Wij doen het rustiger aan en nestelen ons op een terrasje in de schaduw van gigantische platanen.
Dag 8
Deze voormiddag bezoeken we L'Isle-sur-la-Sorgue, een charmant dorp aan de rivier de Sorgue. De plek wordt druk bezocht en is zeer populair bij de Franse bevolking. Er heerst een heel bijzondere sfeer doordat de rivier het dorp doorkruist. Het is aan de oevers van dit feeërieke water dat de meeste restaurantjes gelegen zijn en waar men graag vertoeft.
Zelf slenteren we eerst door de smalle straatjes van het centrum. Het schoepenrad aan het bruggetje die naar de winkelstraat Rue Carnot leidt, dateert nog van de industriêle revolutie in de 19e eeuw.
We nemen de tijd om in de vele winkeltjes rond te snuffelen en je kan er ook niet naast de talloze antiekwinkeltjes kijken. L'Isle-sur-la-Sorgue heeft een wereldwijde reputatie verworven als het om antiek en brocant gaat. Vier maal per jaar wordt het dorp overstroomd door antiekliefhebbers uit de hele wereld!
Na de lunch rijden we dan naar Fontaine de Vaucluse waar de bron van de rivier de Sorgue gelegen is en waar we op de aire de camping-car park de volgende twee nachten zullen doorbrengen.
We vinden er onder de bomen nog een plekje die een beetje beschutting biedt. De plaatsen zelf zijn niet afgebakend en de campers staan er dicht naast elkaar, wat een groot minpunt is. We hebben net voldoende plaats om de luifel neer te laten. De rest van de dag luieren we in de schaduw.
Dag 9
Het is 10u als we naar het plaatsje Fontaine de Vaucluse wandelen. Het ligt in een ingesloten vallei, omgeven door steile rotswanden.
Dit historisch dorp is niet groot maar charmant. Rondom het pleintje met zijn grote platanen ligt het gemeentehuis en een paar eetgelegenheden. Aan de rivier de Sorgue ligt het ene winkeltje naast het ander, dit om de vele toeristen te lokken.
Toeristen die het pad naast de rivier opwandelen om een bijzonder natuurfenoneem te bewonderen: de bron van de Sorgue of de Vaucluse fontein. Ik wandel ook het pad op en hogerop kom ik aan een 230 meter hoge rotswand. Hier, in deze diepe kloof, ontspringt de Sorgue. Het is een springbron, met een van de grootste debieten ter wereld. Het water komt als een fontein uit de kloof gegutst en stroomt dan verder. Doch nu is van een fontein geen sprake. Als ik in de kloof en de grot kijk zie ik het water maar geen stroming. De naastgelegen rotsen die de bedding van de rivier vormen staan droog. Onderdoor stroomt wel water die dan verder de rivier vormt.
Ik zie geen water omdat dit afhankelijk is van de seizoenen. Het regenwater dat valt op de flanken van de Mont Ventoux en de omringende bergen zakt door de poreuze bodem en verzamelt zich diep ondergronds  in een meer en vele ondergrondse rivieren. Via een verticale schacht komt het water dan omhoog in de grot onderaan de kloof en zeker in de winter gutst dan een massale waterkolom uit de grot.
Ik bleef dus een beetje op mijn honger zitten maar heb het toch kunnen aanschouwen. Ik wandelde terug naar beneden bij Monique die ondertussen rustig door de straatjes slenterde en binnenstapte in de vele winkeltjes.
Ook zijn er enkele activiteiten van vroeger die hier bewaard gebleven zijn, zoals een ambachtelijke papierfabriek (Le moulin à papier) die nog papier maakt zoals in de 15e eeuw, en functioneert met een waterrad.
Nog even een terrasje doen voor het aperitief, waarna we terugkeerden naar de camperplaats om iets te eten en daarna zalig niets meer te doen.
Dag 10
We rijden verder door het Provençaalse landschap. Een beeld met paarse velden en hoogbloeiende zonnebloemen hebben we niet meer. De lavendel is gerooid, de zonnebloemen hebben hun zaden gevormd en staan een beetje uitgedroogd te wachten op de oogst. Doch de landschappen zijn er niet minder mooi door. We houden dan halt in Apt, een stadje gezien als de hoofdstad van de Luberon. De bedoeling is om twee dagen van de rust en het goede weer te genieten. We installeren ons om camping municipal Les Cèdres aan de rand van het centrum van het stadje en kunnen vrij een plaats kiezen. Van afbakening van de ruime plaatsen is niet veel sprake meer en is het een beetje gokken waar we de camper plaatsen. Veel maakt het eigenlijk niet uit aangezien het heel rustig is op de camping. We behoren ook tot laatste kampeerders op deze camping, die eind 2024 sluit. Het gemeentebestuur heeft beslist om er een grote parking te creeëren. Ondanks de nakende sluiting doet het personeel er toch alles aan om het (verouderde) sanitair en het terrein proper te houden.
Over de rest van de dag kan ik enkel vertellen dat het heerlijk genieten was aan de camper, in alle rust met een hapje en een drankje.
Dag 11
Apt is ook gekend voor zijn grote Provencaalse markt die er iedere zaterdag georganiseerd wordt. Vandaag is het woensdag, dus geen grote markt maar toch een kleine boerenmarkt waar je dagverse streekprodukten kunt kopen.
Deze voormiddag bezoeken we dit marktje en het stadje. Het centrum wordt letterlijk in twee gedeeld door een lange verkeersvrije winkelstraat, de Rue Saint-Pierre met in de verlenging de Rue des Marchand. We bezoeken eerst het boerenmarktje en via de Porte de Saignon wandelen we de Rue Saint-Pierre binnen. Deze poort is een overblijfsel van de middeleeuwse omwalling.
We kuieren langs de vele winkeltjes en iets verderop gaan we even de kathedraal Sainte-Anne, welke haar oorsprong vindt in de elfde eeuw, binnen.
Op het einde van de Rue des Marchand komen we uit op het plein met het stadhuis en de Sous-prefecture, een impossant gebouw gebruikt door de provinciale overheid.
We wandelen dan terug via de zelfde weg. Nog even een aperitiefje drinken en dan terug naar de camper.
In feite was het een goede keuze om het bezoekje in de voormiddag te doen. In de namiddag barst een hevig onweer los dat duurt tot de avond.
Dag 12
We zijn over de helft van onze rondreis en zijn in Gréoux-les-Bains toegekomen. Een stadje dat vooral gekend is als kuuroord.
We overnachten op de officiële camperplaats van Gréoux. Er zijn 70 plaatsen op de voormalige terrassencamping, waarvan er al meer dan de helft ingenomen zijn door langverblijvers die hier zijn om de thermen te bezoeken. De plaatsen zelf zijn smal, maar de prijs inclusief elektriciteit maakt veel goed (13€/nacht). Wij hebben geluk aangezien we aan onze plaats gebruik kunnen maken van een verloren hoek.
In de namiddag bezoeken we het mooie oude dorp. Gréoux is meer dan een kuuroord alleen. Het dorp wordt gedomineerd door het imposante Tempelierskasteel. De leuke straten lopen parrallel rond het kasteel, dat kan bereikt worden via steile zijstraatjes met trappen. Tijdens onze ontdekking van de vele oude gebouwen heeft het even geregend, doch onze klim naar het tempeliersslot verliep droog.
Eénmaal door La Porte du Vieil Horloge zien we het kasteel voor ons opdoemen. Het kasteel is redelijk vervallen en is binnenin niet te bezichtigen. Eén benedenvleugel is al gerestaureerd en daar vindt momenteel een tentoonstelling van plaatselijke kunstenaars plaats.
Op het einde van de namiddag zoeken we, zoals we meestal doen, een terrasje op.
Dag 13
’s Morgens verlaten we alweer onze overnachtingsplaats en rijden in de richting van Moustiers-Sainte-Marie dat aan het begin van de bekende kloof Gorges du Verdon ligt.
De Gorges du Verdon is één van de grootse natuurlijke bezienswaardigheden van Frankrijk. De kloof is de op-een-na-grootste kloof van Europa en er zijn rotswanden te vinden tot wel 700 meter hoog.
Er zijn verscheidene routes langs de gorges, maar wij rijden de route vanaf Moustiers naar La Palud-sur-Verdon en terug. 800 meter buiten La Palud kan je ook de route des Crêtes volgen tot Castellane.
Er is echter een zeer grote spelbreker: het weer. Bij ons vertrek begon het te regenen en nog vooraleer we Moustiers Sainte Marie bereiken valt de regen met bakken uit de lucht. We moeten ons langs de kant zetten omdat de zichtbaarheid nul was en het veel te gevaarlijk was om via de steile D952 met zijn vele haarspeldbochten verder te rijden.
De regen minderde dan en we rijden verder langs de Gorges tot op een hoogte van liefst 1032 meter (coil d’Ayen). Een beetje teleurstellend echter want veel is er door de regen en de mist in het dal niet te zien.
We bereiken dan op het einde van onze route het bergdorpje La Palud sur Verdon. Bij onze aankomst stopte de regen en kwam de zon tevoorschijn. We kunnen parkeren op de publieke parking aan de D23 en gaan dan een restaurantje binnen voor de lunch.
Na onze maaltijd wandelen we nog even het dorpje rond en rijden dan onze route langs de Gorges terug richting Moustiers.
Nu is het beeld wel spectaculair en groots. De steile rotsen, de diepe kloven schitteren in de zon. Alleen, de rivier de Verdon laat zich niet zien, zelfs wanneer ik aan de rand van de kloof sta kan ik geen water bespeuren. Op een volgend uitzichtpunt zien we de rivier wel en uiteraard ook wanneer hij het meer van Sainte-Croix vormt.
We eindigen onze route daar waar we ze startte, in Moustiers Sainte Marie. Daar begeven we ons naar camping Manaysse waar we ons installeren voor de komende twee nachten.
Dag 14
Gisteren reden we langs de gorges du Verdon, vandaag bezoeken we het dorp aan het begin van de route: Moustiers Sainte Marie.
Vanaf de camping zien we het dorp hoog op de rotsen, glimmend in de zon en na de middag vatten we de klim aan die ons anderhalve km verder in het centrum zal brengen.
Moustiers wordt ook wel het dorp onder de ster genoemd omdat er tussen de twee steile rotsen aan weerszijden van het dorp een vergulde ster hangt. Er zijn meerdere verhalen over de vraag waarom de ster hier zo is opgehangen maar de echte reden is niet meer gekend.
Wanneer we in het hart van Moustiers toekomen valt er ons één ding onmiddellijk op; dit is voor ons het mooiste dorp dat we tot nu toe zagen op onze reis door de Provence. Alles ademt er sfeer uit; de idyllische straatjes met leuke winkeltjes, de gezellige pleintjes met zijn terrassen, de kronkelige steegjes en de bloemen die de gevels sieren. We komen eigenlijk ogen te kort om alles goed te bekijken.
Terwijl Monique rondslentert in de vele winkeltjes rondom het centrale plein wandel ik het centrum uit op zoek naar de waterval: de cascade de Riou. Na een korte klim bereik ik de restanten van de stadswallen en onder de porte de Riou kom ik aan het stenen brugje van waarop je de waterval kunt zien. Maar helaas geen waterval, bij gebrek aan water staat het riviertje droog en ... geen water, geen waterval.
Doch het tochtje was niet nutteloos, het uitzicht is er prachtig.
De moedigen kunnen tijdens hun bezoek aan het dorp de klim wagen naar de Notre-Dame-de-Beauvoirkapel. De kapel  ligt hoog boven het dorp en is een populair bedevaartsoord. Je bereikt de kapel via een 262 treden tellende trap. Eénmaal boven is het zeker de moeite waard om in de kapel een kijkje te nemen. Je ziet er onder andere het altaar met als onderstel een sarcofaag uit de vierde eeuw. Plus, je hebt er een prachtig uitzicht over het dorp.
Mede door de hitte paste ik voor die uitdaging en vervoegde Monique op het centrale pleintje. Na iets gedronken te hebben op het gezellige terras bezochten we nog een aantal winkeltjes waaronder er velen hun faience aardewerk aanbieden, een ambacht waardoor Moustiers ook wereldberoemd geworden is. Gelukkig ging het op de terugweg enkel bergafwaarts.
Dag 15
Na een hevige, winderige nacht zijn we al vroeg wakker en op ons gemak maken we de camper terug vertrekkensklaar.
We begeven ons vandaag richting Middellandse zee.
In de voormiddag doen we eerst de wekelijkse boodschappen. Daarna rijden we verder, doch stoppen we na de middag in Le Val waar we onze benimar installeren op de aire de Camping-car Park. Gelukkig is het geen 30° en meer, want de camperplaats is een open terrein en heeft niets van beschutting tegen de zon. Het is nog steeds warm maar er staat nog steeds een strakke oostenwind.
Na de middag besluiten we om even rond te wandelen in het oude stadje. Het contrast met gisteren is groot, maar Le Val heeft toch een paar leuke troeven.
Terwijl we rondwandelen passeren we vele oude gebouwen, al of niet onderhouden.
Opmerkelijk is het oude washuis uit de 16e eeuw dat in gebruik was tot 1946 en verder de Place de Remparts waar we de restanten van de middeleeuwse stadswallen en een verdedigingstoren zien.
Wanneer we onder de klokkentoren lopen komen we aan de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption uit de 11e eeuw, een parel die uitstekend bewaard gebleven is.
Het is een dagelijkse gewoonte geworden, we sluiten ons bezoek af op een terras, waar opvallend weinig toeristen aanwezig zijn, maar waar de lokale bevolking gezellig zit te keuvelen.

Dag 16
Het is zondagmorgen 9u en het begint te regenen. Na het opruimen vertrekken we om 85 km verder toe te komen in La Ciotat aan de Middellandse zee. We kunnen een plaats uitkiezen op camping de la Sauge. De ruime plaatsen onder de bomen zijn enkel in de lengte afgebakend wat blijkbaar bij vele toekomers voor verwarring zorgt. Je merkt dat het geen kampeerders zijn. Er zijn plaatsen waar ze kriskras door elkaar staan. De gehele camping en zeker het sanitair is verouderd. Op de 10 douches zijn er twee met warm water. De meeste toiletten zijn ‘Franse’ en bij verscheidene zijn zelfs geen deuren voorzien!
Het wordt een druilige, regenachtige dag, waarbij het bij poses zeer hard regent. Het is geen weer om een hond door te jagen en we besluiten de dag onder onze luifel door te brengen. ’ s Avonds laat stopt de regen maar begint het hevig te waaien. ’s Nachts heb ik moeite met slapen door het gekraak en gerommel van de luifel in de wind, doch morgen wordt weer volop zon verwacht.
Dag 17
La Ciotat is net zoals de gehele kustlijn tot Marseille gekend voor zijn “calanques”. Dit zijn kreken in de vorm van een diepe vallei met de rotsformaties die loodrecht uit zee komen. De calanques worden ook wel de Mediterrane fjorden genoemd.
Ter hoogte Cassis liggen de mooiste en onze bedoeling is om vandaag met de boot langs alle calanques tot Marseille te varen. Er werd aangeraden om op voorhand te reserveren, wat we ook deden.
Maar … gisteren was er de aanhoudende regen, vandaag is er de wind. Vanuit het noordwesten waait er een heel stevige mistralwind. De Franse weerdiensten waarschuwen voor rukwinden tot 80 km/u. Deze morgen krijg ik een sms, e-mail en telefoontje om te zeggen dat de rondvaarten wegens de weersomstandigheden afgelast zijn. Er zullen de gehele week geen rondvaarten plaatsvinden.
Een alternatief is de route des Cretes: één van de mooiste kustwegen tussen Cassis en La Ciotat, waarop je onderweg kunt genieten van het uitzicht over de calanques, doch de route werd ons afgeraden omdat het bijna niet te doen is om met een brede camper over de smalle, soms steile weggetjes te rijden! Wij pasten dan maar voor dit alternatief.
We besluiten om La Ciotat zelf te ontdekken. Het stadje heeft verschillende kleinere en grotere stranden, een aantal haventjes en een oud centrum.
Na een wandeling van anderhalve km langs verscheidene ‘plages’ en de plezierhaven komen we aan de Vieux-port de la Ciotat, een jachthaven waar zelfs enkele zeer grote jachten aangemeerd liggen. Er heerst een gezellige drukte, daar de meeste cafés en restaurants langs de promenade van deze haven gelegen zijn.
Via een smal straatje naast de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption wandelen we de oude stad binnen. Na enkele smalle straatjes doorkruist te hebben komen we steeds op een pleintje terecht. De boompjes waren er niet in de grond geplant maar in potten van ruim anderhalve meter hoog. We lijken wel lilliputters wanneer we naast zo’n bloempot staan!
De lange winkelstraat, Rue de Poilus, snijdt het oude centrum letterlijk doormidden. Spijtig genoeg moesten we weer vaststellen dat de meeste winkeltjes gesloten zijn: het is maandag en dan openen ze pas om 15u.
Ondertussen is het middag en kiezen één van de vele restaurantjes aan de Vieux-port voor een “menu du jour”.
Na de lunch wandelen we rustig langs de promenades richting camping, hetgeen op bepaalde ogenblikken zelfs gevaarlijk was. Door de harde wind vlogen er van de hoge palmbomen stukken verharde bladvoeten in het rond, die met een smak op de grond terechtkwamen. Even moest ik een sprintje inzetten om mijn weggewaaide pet te achterhalen.
Tenslotte genoten we nog op een bankje aan de plage van het uitzicht en de zon.
Dag 18
We verlaten La Ciotat en doordat we de calanques niet via het water konden ontdekken rijden we met de camper naar de parking aan de calanque de Mugel. Na een drietal km komen we aan de parking doch hebben geen enkele mogelijkheid om er parkeren! De ingang is zo ingericht dat enkel personenauto’s en gewone lichte vrachtauto’s er kunnen binnenrijden. Er is ook nog een parking voor een 25tal moto’s en een aantal bussen, maar voor motorhomes … niets voorzien!
We vervolgen dan maar onze reis en rijden naar Aix-en-Provence voor een bezoek. Daar aangekomen, zelfde verhaal. Nergens plaats om de camper te parkeren. Er was een grote parking waar je terecht kon met de motorhome, maar die zijn ze momenteel volledig aan het heraanleggen.
We rijden dan maar verder naar Cavaillon … de stad van de meloenen! Voor de komende twee nachten hebben we een plaats op camping La Durance. Een schril contrast met de vorige camping. Deze is zeer ordelijk. De plaatsen duidelijk afgebakend met hagen en iedereen krijgt er zijn plaats toegewezen. De sanitaire blokken zijn zoals ze moeten zijn, simpel maar mooi en proper. Aan deze camping is ook een camperplaats gekoppeld.
Het personeel van de camping is zeer vriendelijk en behulpzaam. Wat uiteraard helpt is het feit dat ze Nederlands spreken, maar ook Frans, Engels, Duits, … Wij hadden onmiddellijk een goede band met de dame die ons te woord stond en ons verderhielp. Kon ook niet anders, ze is Vlaamse en van … Gent.
Dag 19
Vandaag is het onze laatste dag in de Provence. Vanaf morgen rijden we terug richting België. Het belooft opnieuw een mooie dag te worden. De wind is voor meer dan de helft afgenomen en onder een stralende zon wandelen we in de voormiddag naar het oude centrum van Cavaillon. Een tochtje van ongeveer 2 km.
Gewapend met een stadsplan volgen we een uitgestippelde route doorheen het historische verleden van de stad en waar nog verschillende Romeinse overblijfselen zichtbaar zijn. De eerste bezienswaardigheid is de Romeinse boog, die de impossante toegang was van een groot publieksgebouw of forum.
We slenteren dan verder door de kleine straatjes en langs verschillende pleintjes. Dit brengt ons langs de kathedraal Saint-Véran die tijdelijk gesloten is wegens renovatiewerken en de Joodse synagoge.
Na de middag en na het nuttigen van een dagmenu in een restaurant op de Place Gambetta ontdekken we verder nog grote villa’s (zoals het hotel D’Agar) die gebouwd zijn op de ruïnes van de Romeinse stad, de kapel van Grand Couvent en het stadhuis …
Hoog boven de stad waakt de romaanse kapel Saint-Jacques. Deze is te voet bereikbaar via de chemin César de Bus. Een zeer steile klim van meer dan 20 minuten waarvoor ik pas en overlaat aan geoefende wandelaars.
Alhoewel Cavaillon een rijke geschiedenis heeft kent iedereen de stad als de stad van de meloenen en die er  echt wereldberoemd om is. En ja, ze zijn veel lekkerder dan de ‘melons de Charentais’ die we thuis kunnen kopen. Hier zijn ze echt topkwaliteit, gerijpt in de zon van de Vaucluse en omringende departementen, in plaats van thuis in de fruitmand. Wekelijks vind je ze massaal terug op de markt. We konden de geur van die markt niet opsnuiven aangezien die op maandag doorgaat en vandaag is het woensdag.
Dag 20
Voor we de Provence verlaten stoppen we nog bij een laatste dorpje. Hooggelegen op een heuvel bevindt zich Roussillon, een dorp dat omschreven wordt als één van de mooiste dorpen van Frankrijk.
Er is een gedeelde parking voor motorhomes en personenauto’s en gelukkig kunnen we nog tussen andere campers parkeren.
Vanaf de parking wandelen we gestaag bergop richting dorpskern. Het eerste wat we bereiken is een kleine markt waar je vele lokale producten kunt kopen. We doen er enkele aankopen en kuieren dan verder door een doolhof van straatjes met zijn okerkleurige huizen in verschillende tinten, gezellige cafeetjes, boetiekjes en levendige pleintjes. Het dorpje is op zich niet heel groot, maar heeft toch genoeg charme om er enkele uren rond te slenteren.
Het hart van het dorp is de Place de la Marie, hét centrale plein dat omgeven wordt door mooie historische gebouwen uit de 18e eeuw. Op het hoogste punt van het dorp is de charmante romaanse Sint-Michielskerk gelegen. Net naast de kerk, aan de rand van de klif, heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.
Van waar is die okerkleur nu afkomstig? In de 18e eeuw werd de grote hoeveelheid oker in de grond ontdekt, wat zeer belangrijk werd voor Roussillon en de omgeving. Het oker werd namelijk gebruikt als kleurstof voor textiel. Naarmate de vraag naar oker groter en groter werd liet men meerdere okergroeven uitgraven, ook in de omgeving van Roussillon, wat werkgelegenheid verschafte voor de mensen uit het dorp.
Naast het bezoek aan het dorp kan je ook een mooie wandeling  maken door de voormalige okergroeven. Het wandelpad “Le Sentier des Ocres” biedt twee bewegwijzerde wandelroutes: een route van 30 minuten en een route van 1u.
Zelf genoten we nog even in het dorp en na de middag begaven we ons noordwaarts.
Na 350 km arriveren we in Aix-les-Bains wat in de Savoie gelegen is. We installeren de camper voor 2 nachten op de aire van camping-car Park. De camperplaats telt 71 vrij smalle plaatsen en is alle dagen volzet. Dit komt mede doordat er vele Fransen voor langere tijd verblijven.
En het weer! Ik denk dat dit ons aan het voorbereiden is om naar huis te gaan. Amper 16 graden is het, 10 graden minder dan deze middag!

Dag 21
Het is een bewolkte morgen met af en toe wat regen. Ik maak een wandeling van 2,5 km naar het centrum van de stad, terwijl Monique van de gelegenheid gebruik maakt om de camper te kuisen zonder dat ik voor haar voeten loop.
Aix-les-Bains gelegen aan de flanken van de Alpen is een stad met een mooi en oud centrum en staat onder meer bekend om haar thermale bronnen. Deze plaats ligt aan het grootste natuurlijke meer van gletsjeroorsprong in Frankrijk, het meer van Bourget.
Velen bezoeken de stad om een welnesskuur te volgen in één van de spa resorts, ikzelf wandel enkel langs de belangrijkste monumenten en bezienswaardigheden van de stad en kom achtereenvolgens aan De Boog van Campanus, een Romeinse grafboog die de doorgang naar het hiernamaals symboliseert, Het oude stadhuis en ‘paleizen’ uit de 19e eeuw, zoals het Grand Hôtel. Er is ook plaats voor groen in de stad, zoals het park Thermal met een mooie fontein en zijn openluchttheater, en een kleine Japanse tuin. Hogerop in de stad vind je dan de Notre-Dame kerk.
Het opvallendste is het Casino Grand Cercle, een impossant gebouw uit de Belle Epoque. Ik ga er binnen en je voelt de grandeur uit die periode. De gokzalen zijn enkel toegankelijk als je een gokje wilt wagen, en ondanks het nog voormiddag is gaan er al verscheidene mensen van middelbare leeftijd binnen om te gokken.
Na de middag maken we een wandeling langs het prachtige meer, dat op amper 100m van de camperplaats gelegen is. Via de esplanade du Lac met zijn rijen bomen, wandelen we richting Grand Port, maar donkere wolken hangen dreigend boven de bergtoppen.
En ja, een beetje later begint het te regenen, hard te regenen. Langs de esplanade liggen verschillende horecazaken, die allemaal gesloten zijn. We besluiten dan maar om terug te keren en in de camper thee te zetten.
Dag 22
Het is 9u en koud als we opruimen. We verlaten Aix-les-Bains en begeven ons op de terugweg. Onze laatste tussenstop ligt 480 km verder. We zijn in Mirecourt aangekomen ook op een aire van Camping-car Park. Een plaats waar we vorig jaar ook al stonden. We hebben een zonnig hoekje uitgekozen en het is nog aangenaam zitten in de late namiddagzon. We genieten nog na bij de overschouwing van onze reis door de Provence. Opnieuw ontdekten we vele mooie plekken en maakten we kennis met de aangename en vriendelijke lokale bevolking.

Morgen vatten we de laatste rit aan tot thuis.
Overzicht overnachtingen
Aire Camping-Car Park de Nomexy - Rue de l'Estrey 31, 88440 Nomexy - GPS: n 48.3111,   o 006.385575 - 15,02€/14pl - alle voorzieningen
Aire camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: n45.832359 o005.29175 – 13,11€/10pl – alle voorzieningen
Camping Mas De Nicolas - Av. Plaisance du Touch, 13210 Saint-Rémy-de-Provence – 20€/nacht - alle voorzieningen – centrum 1,3 km
Camping Bagatelle - Alee Antoine Pinay 25, 84000 Avignon – 25,5€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje - centrum net over de brug, palais des papes 1 km, pont d’Avignon 1,4 km
Aire de camping-car park - Chemin des sablières, 84410 Bédoin – gps: n 44.124916 o 005.172477 – 14,15€/58pl – alle voorzieningen – dorp 350m – aan voet Mont-Ventoux
Aire de camping-car park - Route de Cavaillon, 84800 Fontaine de Vaucluse - GPS: n43.920219 o005.12473 – 13,16€/21pl – alle voorzieningen – fontein 600m
Camping municipal Les Cedres - Impasse de la Fantaisie 63, 84400, Apt – 25€/nacht – alle voorzieningen – centrum 800m
Officiële camperplaats - Chemin de la Barque, 04800, Gréoux-les-Bains – gps: n 43.75551 O 005.88851 – 13€/70pl – alle voorzieningen incl. – dorp 800m
Camping Manaysse - Avenue Fréderic Mistral 4, 04360 Moustiers ste Marie – 21€/nacht (TB inbegrepen) – alle voorzieningen – broodservice - dorp 800m
Aire de camping-car park du Val - le chemin de correns, 83143 Le Val - GPS: n 43.441448 o 006.073438 – 12,65€/20pl – alle voorzieningen – dorp 400m
Camping de la Sauge - 999 Av. Fernand Gassion, 13600 La Ciotat – 24€/nacht – alle voorzieningen – oude haven 1,4 km
Camping La Durance – Avenue Boscodomini 495, 84300 Cavaillon – 19€/nacht – alle voorzieningen – inchecken vanaf 14u – centrum 2 km
Aire camping-car park de Aix-les-Bains - Rue des Goëlands 5, 73101 Aix-les-Bains – 17,30€/71pl – alle voorzieningen – centrum 2,5 km
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: n48.299286 o006.136336 - 13,5€/20pl - alle voorzieningen

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Hier is het indrukwekkende Palais des Papes (pausenpaleis) gelegen. Het paleis lijkt eerder op een fort en was dan ook onneembaar. Het paleis dateert uit de 14e eeuw en bestaat uit het oude paleis (palais vieux) van Benedictus XII, en het nieuwe paleis (palais neuf) van Clemens VI. De volledige bouw duurde maar liefst 30 jaar!
Eerst lekker lunchen op het plein, en daarna kuieren we door de immense zalen van het paleis. Meubilering is er niet meer, maar via een tablet krijg je een beeld hoe de inrichting er destijds heeft uitgezien.
Na dit bezoek zoeken we opnieuw een terras op de Vergers Urbain V, een groene oase naast het paleis.
De laatste bezienswaardigheid die we bezoeken is de wereldwijd bekend geworden Pont St-Bénézet. Die naam doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar wanneer ik de populaire naam vermeld … de Pont d'Avignon!
Oorspronkelijk had de brug een lengte van 900 meter en maar liefst 19 bogen, maar in de 13e eeuw werd de brug bijna volledig verwoest en bleven er nog maar 4 bogen over. Er werd nog een poging gedaan om ze te herbouwen maar later werd ze definitief verwaarloosd. Op de brug kan je de Chapelle St.-Nicolas vinden. Het is hier waar de Heilige Bénézet begraven werd (een jonge herder die voor de bouw van de brug zorgde nadat hij een goddelijke stem had gehoord).
Na een laatste terrasje keren we terug naar de camping.
Dag 7
Vandaag zetten we onze toer door de Provence verder. We houden halt in Bédoin en installeren de camper op Camping-car Park Bédoin. Veel schaduw is er niet, maar achteraan hebben we nog een plekje met een paar boompjes die toch voor wat verkoeling kunnen zorgen. Voor zij die liever op een camping staan, naast de camperplaats is de camping municipal La Pinède gelegen. 
Bédoin is zeker gekend bij de wielertoeristen onder ons. Het is een mooi dorpje gelegen aan de voet van de Mont Ventoux. Het dorp geldt als een van de drie officiële startplaatsen voor de beklimming van de Mont Ventoux per fiets.
In de late namiddag wandelen we door de rustige straatjes van het dorp. We bestijgen de steile trappen die naar de Saint-Pierre-de-Bédoin kerk leiden. De kerk torent hoog boven het dorp uit en vanaf die plaats heb je een prachtig zicht op de omgeving en op de top van de Mont Ventoux. Het weerstation op de top is echter niet zo goed zichtbaar, het is omgeven door een sluier van wolken.
We dalen vervolgens af tot het commerciële hart van het dorp. Je vindt er verscheidene restaurantjes en bars. Hier verzamelen de fervente fietsers alvorens de "Reus van de Provence" te beklimmen. Wij doen het rustiger aan en nestelen ons op een terrasje in de schaduw van gigantische platanen.
Dag 8
Deze voormiddag bezoeken we L'Isle-sur-la-Sorgue, een charmant dorp aan de rivier de Sorgue. De plek wordt druk bezocht en is zeer populair bij de Franse bevolking. Er heerst een heel bijzondere sfeer doordat de rivier het dorp doorkruist. Het is aan de oevers van dit feeërieke water dat de meeste restaurantjes gelegen zijn en waar men graag vertoeft.
Zelf slenteren we eerst door de smalle straatjes van het centrum. Het schoepenrad aan het bruggetje die naar de winkelstraat Rue Carnot leidt, dateert nog van de industriêle revolutie in de 19e eeuw.
We nemen de tijd om in de vele winkeltjes rond te snuffelen en je kan er ook niet naast de talloze antiekwinkeltjes kijken. L'Isle-sur-la-Sorgue heeft een wereldwijde reputatie verworven als het om antiek en brocant gaat. Vier maal per jaar wordt het dorp overstroomd door antiekliefhebbers uit de hele wereld!
Na de lunch rijden we dan naar Fontaine de Vaucluse waar de bron van de rivier de Sorgue gelegen is en waar we op de aire de camping-car park de volgende twee nachten zullen doorbrengen.
We vinden er onder de bomen nog een plekje die een beetje beschutting biedt. De plaatsen zelf zijn niet afgebakend en de campers staan er dicht naast elkaar, wat een groot minpunt is. We hebben net voldoende plaats om de luifel neer te laten. De rest van de dag luieren we in de schaduw.
Dag 9
Het is 10u als we naar het plaatsje Fontaine de Vaucluse wandelen. Het ligt in een ingesloten vallei, omgeven door steile rotswanden.
Dit historisch dorp is niet groot maar charmant. Rondom het pleintje met zijn grote platanen ligt het gemeentehuis en een paar eetgelegenheden. Aan de rivier de Sorgue ligt het ene winkeltje naast het ander, dit om de vele toeristen te lokken.
Toeristen die het pad naast de rivier opwandelen om een bijzonder natuurfenoneem te bewonderen: de bron van de Sorgue of de Vaucluse fontein. Ik wandel ook het pad op en hogerop kom ik aan een 230 meter hoge rotswand. Hier, in deze diepe kloof, ontspringt de Sorgue. Het is een springbron, met een van de grootste debieten ter wereld. Het water komt als een fontein uit de kloof gegutst en stroomt dan verder. Doch nu is van een fontein geen sprake. Als ik in de kloof en de grot kijk zie ik het water maar geen stroming. De naastgelegen rotsen die de bedding van de rivier vormen staan droog. Onderdoor stroomt wel water die dan verder de rivier vormt.
Ik zie geen water omdat dit afhankelijk is van de seizoenen. Het regenwater dat valt op de flanken van de Mont Ventoux en de omringende bergen zakt door de poreuze bodem en verzamelt zich diep ondergronds  in een meer en vele ondergrondse rivieren. Via een verticale schacht komt het water dan omhoog in de grot onderaan de kloof en zeker in de winter gutst dan een massale waterkolom uit de grot.
Ik bleef dus een beetje op mijn honger zitten maar heb het toch kunnen aanschouwen. Ik wandelde terug naar beneden bij Monique die ondertussen rustig door de straatjes slenterde en binnenstapte in de vele winkeltjes.
Ook zijn er enkele activiteiten van vroeger die hier bewaard gebleven zijn, zoals een ambachtelijke papierfabriek (Le moulin à papier) die nog papier maakt zoals in de 15e eeuw, en functioneert met een waterrad.
Nog even een terrasje doen voor het aperitief, waarna we terugkeerden naar de camperplaats om iets te eten en daarna zalig niets meer te doen.
Dag 10
We rijden verder door het Provençaalse landschap. Een beeld met paarse velden en hoogbloeiende zonnebloemen hebben we niet meer. De lavendel is gerooid, de zonnebloemen hebben hun zaden gevormd en staan een beetje uitgedroogd te wachten op de oogst. Doch de landschappen zijn er niet minder mooi door. We houden dan halt in Apt, een stadje gezien als de hoofdstad van de Luberon. De bedoeling is om twee dagen van de rust en het goede weer te genieten. We installeren ons om camping municipal Les Cèdres aan de rand van het centrum van het stadje en kunnen vrij een plaats kiezen. Van afbakening van de ruime plaatsen is niet veel sprake meer en is het een beetje gokken waar we de camper plaatsen. Veel maakt het eigenlijk niet uit aangezien het heel rustig is op de camping. We behoren ook tot laatste kampeerders op deze camping, die eind 2024 sluit. Het gemeentebestuur heeft beslist om er een grote parking te creeëren. Ondanks de nakende sluiting doet het personeel er toch alles aan om het (verouderde) sanitair en het terrein proper te houden.
Over de rest van de dag kan ik enkel vertellen dat het heerlijk genieten was aan de camper, in alle rust met een hapje en een drankje.
Dag 11
Apt is ook gekend voor zijn grote Provencaalse markt die er iedere zaterdag georganiseerd wordt. Vandaag is het woensdag, dus geen grote markt maar toch een kleine boerenmarkt waar je dagverse streekprodukten kunt kopen.
Deze voormiddag bezoeken we dit marktje en het stadje. Het centrum wordt letterlijk in twee gedeeld door een lange verkeersvrije winkelstraat, de Rue Saint-Pierre met in de verlenging de Rue des Marchand. We bezoeken eerst het boerenmarktje en via de Porte de Saignon wandelen we de Rue Saint-Pierre binnen. Deze poort is een overblijfsel van de middeleeuwse omwalling.
We kuieren langs de vele winkeltjes en iets verderop gaan we even de kathedraal Sainte-Anne, welke haar oorsprong vindt in de elfde eeuw, binnen.
Op het einde van de Rue des Marchand komen we uit op het plein met het stadhuis en de Sous-prefecture, een impossant gebouw gebruikt door de provinciale overheid.
We wandelen dan terug via de zelfde weg. Nog even een aperitiefje drinken en dan terug naar de camper.
In feite was het een goede keuze om het bezoekje in de voormiddag te doen. In de namiddag barst een hevig onweer los dat duurt tot de avond.
Dag 12
We zijn over de helft van onze rondreis en zijn in Gréoux-les-Bains toegekomen. Een stadje dat vooral gekend is als kuuroord.
We overnachten op de officiële camperplaats van Gréoux. Er zijn 70 plaatsen op de voormalige terrassencamping, waarvan er al meer dan de helft ingenomen zijn door langverblijvers die hier zijn om de thermen te bezoeken. De plaatsen zelf zijn smal, maar de prijs inclusief elektriciteit maakt veel goed (13€/nacht). Wij hebben geluk aangezien we aan onze plaats gebruik kunnen maken van een verloren hoek.
In de namiddag bezoeken we het mooie oude dorp. Gréoux is meer dan een kuuroord alleen. Het dorp wordt gedomineerd door het imposante Tempelierskasteel. De leuke straten lopen parrallel rond het kasteel, dat kan bereikt worden via steile zijstraatjes met trappen. Tijdens onze ontdekking van de vele oude gebouwen heeft het even geregend, doch onze klim naar het tempeliersslot verliep droog.
Eénmaal door La Porte du Vieil Horloge zien we het kasteel voor ons opdoemen. Het kasteel is redelijk vervallen en is binnenin niet te bezichtigen. Eén benedenvleugel is al gerestaureerd en daar vindt momenteel een tentoonstelling van plaatselijke kunstenaars plaats.
Op het einde van de namiddag zoeken we, zoals we meestal doen, een terrasje op.
Dag 13
’s Morgens verlaten we alweer onze overnachtingsplaats en rijden in de richting van Moustiers-Sainte-Marie dat aan het begin van de bekende kloof Gorges du Verdon ligt.
De Gorges du Verdon is één van de grootse natuurlijke bezienswaardigheden van Frankrijk. De kloof is de op-een-na-grootste kloof van Europa en er zijn rotswanden te vinden tot wel 700 meter hoog.
Er zijn verscheidene routes langs de gorges, maar wij rijden de route vanaf Moustiers naar La Palud-sur-Verdon en terug. 800 meter buiten La Palud kan je ook de route des Crêtes volgen tot Castellane.
Er is echter een zeer grote spelbreker: het weer. Bij ons vertrek begon het te regenen en nog vooraleer we Moustiers Sainte Marie bereiken valt de regen met bakken uit de lucht. We moeten ons langs de kant zetten omdat de zichtbaarheid nul was en het veel te gevaarlijk was om via de steile D952 met zijn vele haarspeldbochten verder te rijden.
De regen minderde dan en we rijden verder langs de Gorges tot op een hoogte van liefst 1032 meter (coil d’Ayen). Een beetje teleurstellend echter want veel is er door de regen en de mist in het dal niet te zien.
We bereiken dan op het einde van onze route het bergdorpje La Palud sur Verdon. Bij onze aankomst stopte de regen en kwam de zon tevoorschijn. We kunnen parkeren op de publieke parking aan de D23 en gaan dan een restaurantje binnen voor de lunch.
Na onze maaltijd wandelen we nog even het dorpje rond en rijden dan onze route langs de Gorges terug richting Moustiers.
Nu is het beeld wel spectaculair en groots. De steile rotsen, de diepe kloven schitteren in de zon. Alleen, de rivier de Verdon laat zich niet zien, zelfs wanneer ik aan de rand van de kloof sta kan ik geen water bespeuren. Op een volgend uitzichtpunt zien we de rivier wel en uiteraard ook wanneer hij het meer van Sainte-Croix vormt.
We eindigen onze route daar waar we ze startte, in Moustiers Sainte Marie. Daar begeven we ons naar camping Manaysse waar we ons installeren voor de komende twee nachten.
Dag 14
Gisteren reden we langs de gorges du Verdon, vandaag bezoeken we het dorp aan het begin van de route: Moustiers Sainte Marie.
Vanaf de camping zien we het dorp hoog op de rotsen, glimmend in de zon en na de middag vatten we de klim aan die ons anderhalve km verder in het centrum zal brengen.
Moustiers wordt ook wel het dorp onder de ster genoemd omdat er tussen de twee steile rotsen aan weerszijden van het dorp een vergulde ster hangt. Er zijn meerdere verhalen over de vraag waarom de ster hier zo is opgehangen maar de echte reden is niet meer gekend.
Wanneer we in het hart van Moustiers toekomen valt er ons één ding onmiddellijk op; dit is voor ons het mooiste dorp dat we tot nu toe zagen op onze reis door de Provence. Alles ademt er sfeer uit; de idyllische straatjes met leuke winkeltjes, de gezellige pleintjes met zijn terrassen, de kronkelige steegjes en de bloemen die de gevels sieren. We komen eigenlijk ogen te kort om alles goed te bekijken.
Terwijl Monique rondslentert in de vele winkeltjes rondom het centrale plein wandel ik het centrum uit op zoek naar de waterval: de cascade de Riou. Na een korte klim bereik ik de restanten van de stadswallen en onder de porte de Riou kom ik aan het stenen brugje van waarop je de waterval kunt zien. Maar helaas geen waterval, bij gebrek aan water staat het riviertje droog en ... geen water, geen waterval.
Doch het tochtje was niet nutteloos, het uitzicht is er prachtig.
De moedigen kunnen tijdens hun bezoek aan het dorp de klim wagen naar de Notre-Dame-de-Beauvoirkapel. De kapel  ligt hoog boven het dorp en is een populair bedevaartsoord. Je bereikt de kapel via een 262 treden tellende trap. Eénmaal boven is het zeker de moeite waard om in de kapel een kijkje te nemen. Je ziet er onder andere het altaar met als onderstel een sarcofaag uit de vierde eeuw. Plus, je hebt er een prachtig uitzicht over het dorp.
Mede door de hitte paste ik voor die uitdaging en vervoegde Monique op het centrale pleintje. Na iets gedronken te hebben op het gezellige terras bezochten we nog een aantal winkeltjes waaronder er velen hun faience aardewerk aanbieden, een ambacht waardoor Moustiers ook wereldberoemd geworden is. Gelukkig ging het op de terugweg enkel bergafwaarts.
Dag 15
Na een hevige, winderige nacht zijn we al vroeg wakker en op ons gemak maken we de camper terug vertrekkensklaar.
We begeven ons vandaag richting Middellandse zee.
In de voormiddag doen we eerst de wekelijkse boodschappen. Daarna rijden we verder, doch stoppen we na de middag in Le Val waar we onze benimar installeren op de aire de Camping-car Park. Gelukkig is het geen 30° en meer, want de camperplaats is een open terrein en heeft niets van beschutting tegen de zon. Het is nog steeds warm maar er staat nog steeds een strakke oostenwind.
Na de middag besluiten we om even rond te wandelen in het oude stadje. Het contrast met gisteren is groot, maar Le Val heeft toch een paar leuke troeven.
Terwijl we rondwandelen passeren we vele oude gebouwen, al of niet onderhouden.
Opmerkelijk is het oude washuis uit de 16e eeuw dat in gebruik was tot 1946 en verder de Place de Remparts waar we de restanten van de middeleeuwse stadswallen en een verdedigingstoren zien.
Wanneer we onder de klokkentoren lopen komen we aan de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption uit de 11e eeuw, een parel die uitstekend bewaard gebleven is.
Het is een dagelijkse gewoonte geworden, we sluiten ons bezoek af op een terras, waar opvallend weinig toeristen aanwezig zijn, maar waar de lokale bevolking gezellig zit te keuvelen.

Dag 16
Het is zondagmorgen 9u en het begint te regenen. Na het opruimen vertrekken we om 85 km verder toe te komen in La Ciotat aan de Middellandse zee. We kunnen een plaats uitkiezen op camping de la Sauge. De ruime plaatsen onder de bomen zijn enkel in de lengte afgebakend wat blijkbaar bij vele toekomers voor verwarring zorgt. Je merkt dat het geen kampeerders zijn. Er zijn plaatsen waar ze kriskras door elkaar staan. De gehele camping en zeker het sanitair is verouderd. Op de 10 douches zijn er twee met warm water. De meeste toiletten zijn ‘Franse’ en bij verscheidene zijn zelfs geen deuren voorzien!
Het wordt een druilige, regenachtige dag, waarbij het bij poses zeer hard regent. Het is geen weer om een hond door te jagen en we besluiten de dag onder onze luifel door te brengen. ’ s Avonds laat stopt de regen maar begint het hevig te waaien. ’s Nachts heb ik moeite met slapen door het gekraak en gerommel van de luifel in de wind, doch morgen wordt weer volop zon verwacht.
Dag 17
La Ciotat is net zoals de gehele kustlijn tot Marseille gekend voor zijn “calanques”. Dit zijn kreken in de vorm van een diepe vallei met de rotsformaties die loodrecht uit zee komen. De calanques worden ook wel de Mediterrane fjorden genoemd.
Ter hoogte Cassis liggen de mooiste en onze bedoeling is om vandaag met de boot langs alle calanques tot Marseille te varen. Er werd aangeraden om op voorhand te reserveren, wat we ook deden.
Maar … gisteren was er de aanhoudende regen, vandaag is er de wind. Vanuit het noordwesten waait er een heel stevige mistralwind. De Franse weerdiensten waarschuwen voor rukwinden tot 80 km/u. Deze morgen krijg ik een sms, e-mail en telefoontje om te zeggen dat de rondvaarten wegens de weersomstandigheden afgelast zijn. Er zullen de gehele week geen rondvaarten plaatsvinden.
Een alternatief is de route des Cretes: één van de mooiste kustwegen tussen Cassis en La Ciotat, waarop je onderweg kunt genieten van het uitzicht over de calanques, doch de route werd ons afgeraden omdat het bijna niet te doen is om met een brede camper over de smalle, soms steile weggetjes te rijden! Wij pasten dan maar voor dit alternatief.
We besluiten om La Ciotat zelf te ontdekken. Het stadje heeft verschillende kleinere en grotere stranden, een aantal haventjes en een oud centrum.
Na een wandeling van anderhalve km langs verscheidene ‘plages’ en de plezierhaven komen we aan de Vieux-port de la Ciotat, een jachthaven waar zelfs enkele zeer grote jachten aangemeerd liggen. Er heerst een gezellige drukte, daar de meeste cafés en restaurants langs de promenade van deze haven gelegen zijn.
Via een smal straatje naast de kerk Notre-Dame-de-l'Assomption wandelen we de oude stad binnen. Na enkele smalle straatjes doorkruist te hebben komen we steeds op een pleintje terecht. De boompjes waren er niet in de grond geplant maar in potten van ruim anderhalve meter hoog. We lijken wel lilliputters wanneer we naast zo’n bloempot staan!
De lange winkelstraat, Rue de Poilus, snijdt het oude centrum letterlijk doormidden. Spijtig genoeg moesten we weer vaststellen dat de meeste winkeltjes gesloten zijn: het is maandag en dan openen ze pas om 15u.
Ondertussen is het middag en kiezen één van de vele restaurantjes aan de Vieux-port voor een “menu du jour”.
Na de lunch wandelen we rustig langs de promenades richting camping, hetgeen op bepaalde ogenblikken zelfs gevaarlijk was. Door de harde wind vlogen er van de hoge palmbomen stukken verharde bladvoeten in het rond, die met een smak op de grond terechtkwamen. Even moest ik een sprintje inzetten om mijn weggewaaide pet te achterhalen.
Tenslotte genoten we nog op een bankje aan de plage van het uitzicht en de zon.
Dag 18
We verlaten La Ciotat en doordat we de calanques niet via het water konden ontdekken rijden we met de camper naar de parking aan de calanque de Mugel. Na een drietal km komen we aan de parking doch hebben geen enkele mogelijkheid om er parkeren! De ingang is zo ingericht dat enkel personenauto’s en gewone lichte vrachtauto’s er kunnen binnenrijden. Er is ook nog een parking voor een 25tal moto’s en een aantal bussen, maar voor motorhomes … niets voorzien!
We vervolgen dan maar onze reis en rijden naar Aix-en-Provence voor een bezoek. Daar aangekomen, zelfde verhaal. Nergens plaats om de camper te parkeren. Er was een grote parking waar je terecht kon met de motorhome, maar die zijn ze momenteel volledig aan het heraanleggen.
We rijden dan maar verder naar Cavaillon … de stad van de meloenen! Voor de komende twee nachten hebben we een plaats op camping La Durance. Een schril contrast met de vorige camping. Deze is zeer ordelijk. De plaatsen duidelijk afgebakend met hagen en iedereen krijgt er zijn plaats toegewezen. De sanitaire blokken zijn zoals ze moeten zijn, simpel maar mooi en proper. Aan deze camping is ook een camperplaats gekoppeld.
Het personeel van de camping is zeer vriendelijk en behulpzaam. Wat uiteraard helpt is het feit dat ze Nederlands spreken, maar ook Frans, Engels, Duits, … Wij hadden onmiddellijk een goede band met de dame die ons te woord stond en ons verderhielp. Kon ook niet anders, ze is Vlaamse en van … Gent.
Dag 19
Vandaag is het onze laatste dag in de Provence. Vanaf morgen rijden we terug richting België. Het belooft opnieuw een mooie dag te worden. De wind is voor meer dan de helft afgenomen en onder een stralende zon wandelen we in de voormiddag naar het oude centrum van Cavaillon. Een tochtje van ongeveer 2 km.
Gewapend met een stadsplan volgen we een uitgestippelde route doorheen het historische verleden van de stad en waar nog verschillende Romeinse overblijfselen zichtbaar zijn. De eerste bezienswaardigheid is de Romeinse boog, die de impossante toegang was van een groot publieksgebouw of forum.
We slenteren dan verder door de kleine straatjes en langs verschillende pleintjes. Dit brengt ons langs de kathedraal Saint-Véran die tijdelijk gesloten is wegens renovatiewerken en de Joodse synagoge.
Na de middag en na het nuttigen van een dagmenu in een restaurant op de Place Gambetta ontdekken we verder nog grote villa’s (zoals het hotel D’Agar) die gebouwd zijn op de ruïnes van de Romeinse stad, de kapel van Grand Couvent en het stadhuis …
Hoog boven de stad waakt de romaanse kapel Saint-Jacques. Deze is te voet bereikbaar via de chemin César de Bus. Een zeer steile klim van meer dan 20 minuten waarvoor ik pas en overlaat aan geoefende wandelaars.
Alhoewel Cavaillon een rijke geschiedenis heeft kent iedereen de stad als de stad van de meloenen en die er  echt wereldberoemd om is. En ja, ze zijn veel lekkerder dan de ‘melons de Charentais’ die we thuis kunnen kopen. Hier zijn ze echt topkwaliteit, gerijpt in de zon van de Vaucluse en omringende departementen, in plaats van thuis in de fruitmand. Wekelijks vind je ze massaal terug op de markt. We konden de geur van die markt niet opsnuiven aangezien die op maandag doorgaat en vandaag is het woensdag.
Dag 20
Voor we de Provence verlaten stoppen we nog bij een laatste dorpje. Hooggelegen op een heuvel bevindt zich Roussillon, een dorp dat omschreven wordt als één van de mooiste dorpen van Frankrijk.
Er is een gedeelde parking voor motorhomes en personenauto’s en gelukkig kunnen we nog tussen andere campers parkeren.
Vanaf de parking wandelen we gestaag bergop richting dorpskern. Het eerste wat we bereiken is een kleine markt waar je vele lokale producten kunt kopen. We doen er enkele aankopen en kuieren dan verder door een doolhof van straatjes met zijn okerkleurige huizen in verschillende tinten, gezellige cafeetjes, boetiekjes en levendige pleintjes. Het dorpje is op zich niet heel groot, maar heeft toch genoeg charme om er enkele uren rond te slenteren.
Het hart van het dorp is de Place de la Marie, hét centrale plein dat omgeven wordt door mooie historische gebouwen uit de 18e eeuw. Op het hoogste punt van het dorp is de charmante romaanse Sint-Michielskerk gelegen. Net naast de kerk, aan de rand van de klif, heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.
Van waar is die okerkleur nu afkomstig? In de 18e eeuw werd de grote hoeveelheid oker in de grond ontdekt, wat zeer belangrijk werd voor Roussillon en de omgeving. Het oker werd namelijk gebruikt als kleurstof voor textiel. Naarmate de vraag naar oker groter en groter werd liet men meerdere okergroeven uitgraven, ook in de omgeving van Roussillon, wat werkgelegenheid verschafte voor de mensen uit het dorp.
Naast het bezoek aan het dorp kan je ook een mooie wandeling  maken door de voormalige okergroeven. Het wandelpad “Le Sentier des Ocres” biedt twee bewegwijzerde wandelroutes: een route van 30 minuten en een route van 1u.
Zelf genoten we nog even in het dorp en na de middag begaven we ons noordwaarts.
Na 350 km arriveren we in Aix-les-Bains wat in de Savoie gelegen is. We installeren de camper voor 2 nachten op de aire van camping-car Park. De camperplaats telt 71 vrij smalle plaatsen en is alle dagen volzet. Dit komt mede doordat er vele Fransen voor langere tijd verblijven.
En het weer! Ik denk dat dit ons aan het voorbereiden is om naar huis te gaan. Amper 16 graden is het, 10 graden minder dan deze middag!

Dag 21
Het is een bewolkte morgen met af en toe wat regen. Ik maak een wandeling van 2,5 km naar het centrum van de stad, terwijl Monique van de gelegenheid gebruik maakt om de camper te kuisen zonder dat ik voor haar voeten loop.
Aix-les-Bains gelegen aan de flanken van de Alpen is een stad met een mooi en oud centrum en staat onder meer bekend om haar thermale bronnen. Deze plaats ligt aan het grootste natuurlijke meer van gletsjeroorsprong in Frankrijk, het meer van Bourget.
Velen bezoeken de stad om een welnesskuur te volgen in één van de spa resorts, ikzelf wandel enkel langs de belangrijkste monumenten en bezienswaardigheden van de stad en kom achtereenvolgens aan De Boog van Campanus, een Romeinse grafboog die de doorgang naar het hiernamaals symboliseert, Het oude stadhuis en ‘paleizen’ uit de 19e eeuw, zoals het Grand Hôtel. Er is ook plaats voor groen in de stad, zoals het park Thermal met een mooie fontein en zijn openluchttheater, en een kleine Japanse tuin. Hogerop in de stad vind je dan de Notre-Dame kerk.
Het opvallendste is het Casino Grand Cercle, een impossant gebouw uit de Belle Epoque. Ik ga er binnen en je voelt de grandeur uit die periode. De gokzalen zijn enkel toegankelijk als je een gokje wilt wagen, en ondanks het nog voormiddag is gaan er al verscheidene mensen van middelbare leeftijd binnen om te gokken.
Na de middag maken we een wandeling langs het prachtige meer, dat op amper 100m van de camperplaats gelegen is. Via de esplanade du Lac met zijn rijen bomen, wandelen we richting Grand Port, maar donkere wolken hangen dreigend boven de bergtoppen.
En ja, een beetje later begint het te regenen, hard te regenen. Langs de esplanade liggen verschillende horecazaken, die allemaal gesloten zijn. We besluiten dan maar om terug te keren en in de camper thee te zetten.
Dag 22
Het is 9u en koud als we opruimen. We verlaten Aix-les-Bains en begeven ons op de terugweg. Onze laatste tussenstop ligt 480 km verder. We zijn in Mirecourt aangekomen ook op een aire van Camping-car Park. Een plaats waar we vorig jaar ook al stonden. We hebben een zonnig hoekje uitgekozen en het is nog aangenaam zitten in de late namiddagzon. We genieten nog na bij de overschouwing van onze reis door de Provence. Opnieuw ontdekten we vele mooie plekken en maakten we kennis met de aangename en vriendelijke lokale bevolking.

Morgen vatten we de laatste rit aan tot thuis.
Overzicht overnachtingen
Aire Camping-Car Park de Nomexy - Rue de l'Estrey 31, 88440 Nomexy - GPS: n 48.3111,   o 006.385575 - 15,02€/14pl - alle voorzieningen
Aire camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: n45.832359 o005.29175 – 13,11€/10pl – alle voorzieningen
Camping Mas De Nicolas - Av. Plaisance du Touch, 13210 Saint-Rémy-de-Provence – 20€/nacht - alle voorzieningen – centrum 1,3 km
Camping Bagatelle - Alee Antoine Pinay 25, 84000 Avignon – 25,5€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje - centrum net over de brug, palais des papes 1 km, pont d’Avignon 1,4 km
Aire de camping-car park Bédoin - Chemin des sablières, 84410 Bédoin – gps: n 44.124916 o 005.172477 – 14,15€/58pl – alle voorzieningen – dorp 350m – aan voet Mont-Ventoux
Aire de camping-car park - Route de Cavaillon, 84800 Fontaine de Vaucluse - GPS: n43.920219 o005.12473 – 13,16€/21pl – alle voorzieningen – fontein 600m
Camping municipal Les Cedres - Impasse de la Fantaisie 63, 84400, Apt – 25€/nacht – alle voorzieningen – centrum 800m
Officiële camperplaats - Chemin de la Barque, 04800, Gréoux-les-Bains – gps: n 43.75551 O 005.88851 – 13€/70pl – alle voorzieningen incl. – dorp 800m
Camping Manaysse - Avenue Fréderic Mistral 4, 04360 Moustiers ste Marie – 21€/nacht (TB inbegrepen) – alle voorzieningen – broodservice - dorp 800m
Aire de camping-car park du Val - le chemin de correns, 83143 Le Val - GPS: n 43.441448 o 006.073438 – 12,65€/20pl – alle voorzieningen – dorp 400m
Camping de la Sauge - 999 Av. Fernand Gassion, 13600 La Ciotat – 24€/nacht – alle voorzieningen – oude haven 1,4 km
Camping La Durance – Avenue Boscodomini 495, 84300 Cavaillon – 19€/nacht – alle voorzieningen – inchecken vanaf 14u – centrum 2 km
Aire camping-car park de Aix-les-Bains - Rue des Goëlands 5, 73101 Aix-les-Bains – 17,30€/71pl – alle voorzieningen – centrum 2,5 km
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: n48.299286 o006.136336 - 13,5€/20pl - alle voorzieningen
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.