15.08.2021 - langs de wijngaarden van de Elzas (F)
15.08.2021 - langs de wijngaarden van de Elzas (F)
15.08.2021 - langs de wijngaarden van de Elzas (F)
Duitsland
15 augustus 2021 - Eindelijk krijgen we een beetje mooi weer. We zijn vertrokken voor een trip langs de wijngaarden van de Elzas, een streek klein in omvang, maar groot in verscheidenheid. Een streek van traditie en gastronomie in het hart van Europa. De streek staat in het bijzonder bekend voor zijn gerechten zoals de flammkuchen of tarte flambée in het Frans (een bodem van dun brooddeeg die met crème fraîche, uien en reepjes spek is belegd), zuurkoolschotels, een baeckeoffe, maar ook zijn uitzonderlijke witte wijnen en crèmants, en niet te vergeten de charmante dorpen vol bloemen, vakwerkhuizen en Middeleeuwse kastelen.

In 2015 ondernamen we reeds een busreis naar de Elzas. Op die reis bezochten we een aantal hoogtepunten uit de streek. Eén ervan was Straatsburg. Een stad die we uitgebreid bezochten en die we nu niet aandoen.

Tijdens onze huidige reis volgen we voornamelijk de Route van de Elzaswijnen, een fascinerend traject over 170 km, van het noorden naar het zuiden van de Elzas.

Ook nu rijd ik niet te veel kilometers. Na ongeveer 330 km houden we halt op een camperplaats in Amnéville. Het is een rustige plaats met veel bomen. Wat ik aanvankelijk niet wist, is dat de camperplaats naast een dierentuin is gelegen.
Dag 2
Het is 07.00u. We worden wakker met het gebrul van de leeuwen. We rijden vervolgens naar Marlenheim, de toegangsdeur tot de "route des vins".
We installeren de motorhome op de parking van het wijndomein Xavier Muller. Een wijnboer bij wie we ook de nacht zullen doorbrengen (France Passion). Bovenop de boerderijwoning spotten we al vlug een aantal ooievaars. Een vogelsoort die we nog veel zullen tegenkomen in de Elzas.
We kuieren rond in het gezellig dorpje, doch het is maandag: alle winkels, horecazaken en wijnhandels zijn gesloten. Veel mensen komen we niet tegen. We worden wel gevolgd door de nieuwsgierige ogen van de ooievaars die bovenop de schouwen van de herenhuizen nestelen. Voorbij het stadhuis de bron Saint-Martin uit de 15e eeuw en torentjeshuizen uit de Renaissance, bevindt zich hogerop op een pleintje de kerk van St. Richarde. In de gevel zien we een bas-reliëf uit 1653.
15 augustus 2021 - Eindelijk krijgen we een beetje mooi weer. We zijn vertrokken voor een trip langs de wijngaarden van de Elzas, een streek klein in omvang, maar groot in verscheidenheid. Een streek van traditie en gastronomie in het hart van Europa. De streek staat in het bijzonder bekend voor zijn gerechten zoals de flammkuchen of tarte flambée in het Frans (een bodem van dun brooddeeg die met crème fraîche, uien en reepjes spek is belegd), zuurkoolschotels, een baeckeoffe, maar ook zijn uitzonderlijke witte wijnen en crèmants, en niet te vergeten de charmante dorpen vol bloemen, vakwerkhuizen en Middeleeuwse kastelen.

In 2015 ondernamen we reeds een busreis naar de Elzas. Op die reis bezochten we een aantal hoogtepunten uit de streek. Eén ervan was Straatsburg. Een stad die we uitgebreid bezochten en die we nu niet aandoen.

Tijdens onze huidige reis volgen we voornamelijk de Route van de Elzaswijnen, een fascinerend traject over 170 km, van het noorden naar het zuiden van de Elzas.

Ook nu rijd ik niet te veel kilometers. Na ongeveer 330 km houden we halt op een camperplaats in Amnéville. Het is een rustige plaats met veel bomen. Wat ik aanvankelijk niet wist, is dat de camperplaats naast een dierentuin is gelegen.
Dag 2
Het is 07.00u. We worden wakker met het gebrul van de leeuwen. We rijden vervolgens naar Marlenheim, de toegangsdeur tot de "route des vins".
We installeren de motorhome op de parking van het wijndomein Xavier Muller. Een wijnboer bij wie we ook de nacht zullen doorbrengen (France Passion). Bovenop de boerderijwoning spotten we al vlug een aantal ooievaars. Een vogelsoort die we nog veel zullen tegenkomen in de Elzas.
We kuieren rond in het gezellig dorpje, doch het is maandag: alle winkels, horecazaken en wijnhandels zijn gesloten. Veel mensen komen we niet tegen. We worden wel gevolgd door de nieuwsgierige ogen van de ooievaars die bovenop de schouwen van de herenhuizen nestelen. Voorbij het stadhuis de bron Saint-Martin uit de 15e eeuw en torentjeshuizen uit de Renaissance, bevindt zich hogerop op een pleintje de kerk van St. Richarde. In de gevel zien we een bas-reliëf uit 1653.
15 augustus 2021 - Eindelijk krijgen we een beetje mooi weer. We zijn vertrokken voor een trip langs de wijngaarden van de Elzas, een streek klein in omvang, maar groot in verscheidenheid. Een streek van traditie en gastronomie in het hart van Europa. De streek staat in het bijzonder bekend voor zijn gerechten zoals de flammkuchen of tarte flambée in het Frans (een bodem van dun brooddeeg die met crème fraîche, uien en reepjes spek is belegd), zuurkoolschotels, een baeckeoffe, maar ook zijn uitzonderlijke witte wijnen en crèmants, en niet te vergeten de charmante dorpen vol bloemen, vakwerkhuizen en Middeleeuwse kastelen.

In 2015 ondernamen we reeds een busreis naar de Elzas. Op die reis bezochten we een aantal hoogtepunten uit de streek. Eén ervan was Straatsburg. Een stad die we uitgebreid bezochten en die we nu niet aandoen.

Tijdens onze huidige reis volgen we voornamelijk de Route van de Elzaswijnen, een fascinerend traject over 170 km, van het noorden naar het zuiden van de Elzas.

Ook nu rijd ik niet te veel kilometers. Na ongeveer 330 km houden we halt op een camperplaats in Amnéville. Het is een rustige plaats met veel bomen. Wat ik aanvankelijk niet wist, is dat de camperplaats naast een dierentuin is gelegen.
Dag 2
Het is 07.00u. We worden wakker met het gebrul van de leeuwen. We rijden vervolgens naar Marlenheim, de toegangsdeur tot de "route des vins".
We installeren de motorhome op de parking van het wijndomein Xavier Muller. Een wijnboer bij wie we ook de nacht zullen doorbrengen (France Passion). Bovenop de boerderijwoning spotten we al vlug een aantal ooievaars. Een vogelsoort die we nog veel zullen tegenkomen in de Elzas.
We kuieren rond in het gezellig dorpje, doch het is maandag: alle winkels, horecazaken en wijnhandels zijn gesloten. Veel mensen komen we niet tegen. We worden wel gevolgd door de nieuwsgierige ogen van de ooievaars die bovenop de schouwen van de herenhuizen nestelen. Voorbij het stadhuis de bron Saint-Martin uit de 15e eeuw en torentjeshuizen uit de Renaissance, bevindt zich hogerop op een pleintje de kerk van St. Richarde. In de gevel zien we een bas-reliëf uit 1653.
06.08.2018 - Hochschwarzwald
05/08/2018: alles ingeladen, de watertank voor een derde gevuld… Op naar het Zwarte Woud. Meer specifiek het zuiden en dit tot in Waldshut aan de grens met Zwitserland, het “Hochschwarzwald”.  20 jaar geleden waren we er al en een tweede bezoek is het zeker waard.  De startafstand (625 km) die we normaal in één dag doen, doen we nu rustiger aan. De eerste middag brengen we door in Mehring, een mooi dorp aan de Moezel.  De camperplaats (met zijn restaurant) ligt pal aan het water.  Gelukkig, ondanks of dank zij de hitte zijn er geen muggen.
Meer moest dat niet zijn. Luieren in een stoel aan het water, even wandelen en dan rustig een glaasje drinken op het terras van het plaatselijke restaurant.
SONY DSC
SONY DSC
Dag 2
We rijden richting Titisee. We hadden gereserveerd op camping Bühlhof. De bedoeling was om er een aantal dagen ter plaatse te overnachten. De camping is boven een berg gelegen en de weg er naartoe is zeer steil. Een ideale omgeving voor … berggeiten. De 170 pk van de mobilhome was meer dan welkom. De camping is oud maar zeer net, de plaatsen best ruim doch zeker niet vlak. Na de installatie verkennen we de camping en genieten nog na van een mooie avond.
Dag 3
Vandaag wandelen we naar het stadje Titisee aan het gelijknamige meer. Erheen wandelen is, ondanks de hitte, geen probleem. Terugkeren was een ander paar mouwen. Het gedeelte van de grote baan naar de camping was zoals eerder gezegd, een echte kuitenbijter en niet een baantje om meerdere keren per dag te voet af te leggen.
De Titisee is het meest toeristische meer van het Zwarte Woud. Een prachtig natuurlijk meer op een hoogte van zowat 840 meter. In het plaatsje zelf vind je talrijke winkels, restaurants. Het is er heerlijk vertoeven. In de hoofdstraat zijn veel souvenir winkels gelegen, waar je veel producten uit het zwarte woud zoals hammen en kersenmarmelade vindt, en heel veel koekoeksklokken. We konen niet weerstaan aan de streekproducten en kochten zwarte woudham en ‘wald’honing! Geoefende wandelaars kunnen rond het meer wandelen. Het pas is ongeveer 7 km lang. Op het meer kan je leuke boottochten maken. Met een excursieboot, roeibootje, pedalo, of een electrisch bootje. Het is ook een luchtkuuroord. Het is niet het grootste meer, dat is de Schluchsee. 
SONY DSC
SONY DSC
SONY DSC
Dag 4
Het is een weertje om luilekker te genieten op de camping. Ondanks de hoge temperaturen besluit ik, Dirk, om in de namiddag een wandeling te maken. Eén die start op de camping. Het pad naar de rand van het bos was al zeer steil. Toen ik boven aan de rand van het bos kwam, was ik blij dat ik even kon verpozen op een bankje. Een prachtig panoramisch zicht en wandelen tussen de koeien. Dat is het zwarte woud ten top.  ’s Nachts zorgt een stevig onweer ervoor dat alles opgefrist wordt.
Dag 5
Freiburg de belangrijkste stad van het Zwarte Woud. Het is nog steeds zeer warm.  Net aan de rand van de stad parkeren we op een grote camperplaats. Na een stevige wandeling (terugkeren doen we wijselijk met de tram) nemen we een kijkje in de talrijke historische straten en wandelen langs stadspoorten, de vele stadhuizen, marktpleinen, door winkelstraten en ... langs de beken! Ja, wel opletten als je in de straten van het centrum kuiert. In vele straten liggen nog kleine open beken (Bächle).
De Münsterkerk neemt prominent haar plaats in. In de Kaiser Joseph Strasse zijn vele grote warenhuizen gelegen.

Terwijl we op een terras genoten van een lekkere maaltijd werden we verrast door zowaar een windhoos. Deze trok over gans Freiburg.
De zware parasols waaiden allen om, kleinere kozen het luchtruim. Servieten, tafellakens, stoelkussens, en zelfs stoelen gingen vliegen. We moesten in allerijl onze borden nemen en in het restaurant vluchten. Na twee minuten was alles voorbij en scheen de zon weer. Nu nog wat winkelen (eindelijk) en dan de tram op. Dit gratis! Dankzij onze KONUS gastenkaart.
SONY DSC
Wanneer op je vakantie bent in het Zwarte Woud krijg je op campings of in je hotel of gastenverblijf een Konus gastenkaart.

De uitdrukking “KONUS” komt van de vroegere universele sleutel die trein conducteurs ooit gebruikten om bussen en treinstellen te openen. Deze uitdrukking staat voor gratis gebruik van openbaar vervoer voor bezoekers aan het gehele Zware Woud. Er zijn enige uitzonderingen.
Na aankomst op je vakantiebestemming kun je je voertuig laten staan en brengt het openbaar vervoer (bus, tram, trein, om het even) je naar elke plaats die je wenst, zonder je zorgen te hoeven maken over een parkeerplaats.

Meer info over deze kaart vind je op: zwartewoud.info

Overnachten doen we voor de laatste maal op camping Bühlhof in Titisee.
SONY DSC
Dag 6
Triberg bezoeken bleek niet mogelijk door een totaal gebrek aan parkeerplaatsen, de massa toeristen en overal achtergelaten fietsen.  De bedoeling was om er een bezoek te brengen, niet alleen aan het “Schwarzwaldmuseum” maar ook aan de grootste winkel met koekoeksklokken. We rijden dan maar door naar Schonach voor een bezoekje aan de tot voor kort, grootste koekoeksklok ter wereld en vervolgens verder naar de Schluchsee.  In Schluchsee vinden we nog net een plaats op de camperplaats. Deze is net aan het gelijknamige stuwmeer gelegen. Het meer is
drie maal groter dan de Titisee maar niet zo toeristisch uitgebaa(ui)t. Dit is onze overnachtingsplaats voor de komende 2 nachten.
Dag 7
Na een bezoek aan en een wandeling rond het leuke stadje gaan we ’s middags varen op het meer met de rondvaartboot. Een boot die drie haltes rond het meer aandoet. Vanaf die haltes kan je mooie wandelingen aan en rond het meer maken. Zoals gewoonlijk is er geen Nederlandstalige info (wel Chinees) aan boord, maar als je goed luistert kan je wel iets meepikken van de Duitstalige rondleiding.  Tenzij je natuurlijk geniet van een stuk taart, een ijsje of iets vloeibaars op de boot…
SONY DSC
SONY DSC
Dag 8
Onze reis gaat verder naar Waldshut, een klein oud stadje aan de Rijn en tegen de grens met Zwitserland. De mooie (luxe) camperplaats ligt naast de camping (waarvan de douches en toiletten ook voor de campers zijn) en heeft alle faciliteiten.  Via een korte wandeling langs de Rijn kom je in het stadje vol fraaie oude vakwerkhuizen, mooie winkels en terrasjes in de verkeersvrije Kaiserstrasse, die aan beide zijden omsloten wordt door een markante stadspoorttoren. In het midden van de straat stroomt door een stenen goot water. Ook zijn er drie moderne fonteinen.
Op het terras van een patisserie genoten we van dé taart van de streek: zwarte woudtaart; heerlijk!
SONY DSC
SONY DSC
Dag 9
We wippen even de Zwitserse grens over en bezoeken de Rijnwatervallen in Schaffhausen.  Er is een parking (P4) voorzien voor campers maar zoals gewoonlijk staan er ook vele personenauto’s tussen. Vroeg toekomen is de boodschap!  Je mag overnachten op de parking, maar het is er zeer duur. Waarschijnlijk komt dit door de dure Zwitserse frank!

De “Rheinfall” zijn de grootste watervallen van Europa. Je voelt het gebulder van het water door je hele lichaam. Je kan er met een boot naar de kastelen, in het bekken van de Rijnwaterval en zelfs naar het terras op de rots in het midden.
Je wordt er getrakteerd op een gratis, ijskoude douche door het opspattende water.  Het is een indrukwekkend schouwspel.
SONY DSC
SONY DSC
’s Namiddags keren we terug naar Waldshut en de camperplaats voor de nacht.  In het stadje krijgen we een stevige regenbui. Lang leve de ijssalons als schuilplaats. Ook de porties ijs zijn van Duits formaat, gewoon reusachtig.
SONY DSC
Dag 10
Een panoramaroute liep langs de schilderachtige valleien en heuvels van het Zwarte Woud. Langs plaatsjes zoals Hochenschwand, Todnau, Bernau, Feldberg,  en via Titisee (waar we toch maar een koekoeksklok kopen) rijden we verder naar Altglashütten.  De camperplaats ligt net buiten het dorp naast de spoorweg (gelukkig net buiten gebruik wegens herstellingswerken – normaal twee treinen per dag).  Het dorp is de dag van vandaag bekend als skioord, doch heeft zijn ontstaan te danken aan de bouw van een glasfabriek in 1609. Vele glasblazers vestigden zich er. Het heeft een mooie kerk en één van de weinige resterende glasblazerijen. De man zit gewoon in zijn winkel te werken.  Er zijn prachtige dingen te koop van kleine juweeltjes (ringen, oorbellen, diertjes) tot glazen, vazen enz.  En de prijzen zijn zeer schappelijk. De omgeving nodigt uit tot het maken van lange wandelingen.
Dag 11
De laatste dag van ons bezoek aan het Zwarte Woud  rijden we terug huiswaarts. Niet rechtstreeks. Opnieuw nemen we een tussenstop aan de Moezel. Dit keer trekken we naar
Minheim (het zonne-eiland), een klein maar romantische wijndorpje verscholen aan een bocht in het schitterende Moezel landschap. Het dorp telt 452 inwoners en maar liefst 13 wijnhuizen.
De camperplaats (90 plaatsen), ligt vlak aan de rivier. Mooi, rustig, ruime plaatsen met alle voorzieningen (water, elektriciteit en loospunt). ’s Morgens brengt de bakker het daags voordien bestelde brood en koeken.  Tussen de wijngaarden en wijnhuizen tref je er enkele restaurants en één winkel (van diezelfde bakker, tevens een minisupermarkt met een relatief ruim assortiment aan taart, charcuterie, groenten, fruit, kranten, boekjes en zelfs postzegels!). Tijdens ons bezoek heerste er een gezellige sfeer en drukte. Het was feest in het dorp met orkestjes die speelden op de pleinen, en drank- en wijnstandjes alom.
Dag 12
Na het optrekken van de ochtendmist die in slierten over het water hing, scheen het zonnetje opnieuw heerlijk. We besloten om toch terug naar huis te rijden.

We waren blij dat we deze streek na al de jaren, toch nog eens bezocht hebben. Terugkeren naar het Zwarte Woud is altijd leuk en aangenaam om te verblijven.
Overzicht overnachtingen
Camperplaats Wohnmobilstellplatz del Mosel – Mehring: bij boerderij/wijnboer - 72 plaatsen – 10€ - men komt ter plaatse ontvangen tussen 17 en 18u. Servicevoorzieningen water: 1€ - stroom: 2€. Mooie, rustige ligging. Ideaal aan het water. Restaurant met groot terras aan de camperplaats.

Camping Bühlhof - Hinterzarten (Titisee): 27,75€/nacht (toeristenbelastingen stroom inbegrepen). Oudere camping maar wel zeer netjes en goed onderhouden. Geen specifieke plaatsen voor motorhomes. Wel alle voorzieningen. Zeer ruime plaatsen van 120 m². Op het ogenblik dat wij er waren was het er niet zo rustig. Veel kleine tentjes en groepen. Maakten nogal wat lawaai. De weg naar de camping is zeer steil.

Officiële camperplaats Parking Aqua Fun – Schluchsee: 22 plaatsen, doch er staan ook veel campers op de rest van de parking – 10€ betaalautomaat. Normaal moet je je toeristenbelasting betaling in het toerismebureau van Schluchsee. Wij gingen er op zondag informeren. Gezien ze geen formulieren meer hadden dienden we niet te betalen. Men was verwonderd dat we wilden betalen. Nooit komt iemand van de camperplaats toeristenbelasting betalen!
Servicevoorzieningen water: 1€ - stroom: 1€/8u. ’s Avonds zeer rustig.

Camperpark Wohmobil-Park - Waldshut-Tiengen: 44 plaatsen – 12€ betaalautomaat. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/kwh. De camperplaats is luxueus afgewerkt! De camperplaatsen zijn voorzien voor verschillende lengtes. Zo staan bvb alle vans samen. Aan de overzijde van de straat is de camping gelegen. Je mag er alle sanitaire voorzieningen gebruiken. Er is ook een groot restaurant.

Officiële camperplaats – Altglashütten (Feldberg): 16 plaatsen – 8€ aan betaalautomaat. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/8u. Zeer rustige camperplaats. Ideaal als je op doorreis bent. Aan het begin van de parking is een café-restaurant gelegen. Dit is ook het station waar je een trein kan nemen.

Camperpark Reisemobilpark Sonneninsel – Minheim: 90 plaatsen – 7,20€, men komt ter plaatse ontvangen rond 18u. Servicevoorzieningen: water 1€/100l – stroom: 1€/2 kwh. Er is ’s morgens een broodjesservice, verzorgd door de lokale bakker.
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Al snel zijn we het dorp rondgewandeld en besluiten we om de wijngaarden in te trekken. Deze zijn op de steile hellingen rond het dorp gelegen. Van ver kan je de kapel van het kruis zien. Hoog boven de wijngaarden waakt ze over het dorp.  We bestijgen de vele trappen naar de kapel toe. Boven hebben we een zeer mooi zicht op de omgeving. Tussen de wijnranken zie ik nog net een ree schichtig wegspringen.

’s Avonds genieten we nog buiten aan de camper. De ooievaars klepperen er op los in de avondschemering.
Al snel zijn we het dorp rondgewandeld en besluiten we om de wijngaarden in te trekken. Deze zijn op de steile hellingen rond het dorp gelegen. Van ver kan je de kapel van het kruis zien. Hoog boven de wijngaarden waakt ze over het dorp.  We bestijgen de vele trappen naar de kapel toe. Boven hebben we een zeer mooi zicht op de omgeving. Tussen de wijnranken zie ik nog net een ree schichtig wegspringen.

’s Avonds genieten we nog buiten aan de camper. De ooievaars klepperen er op los in de avondschemering.
Dag 3
Na installatie op de gemeentecamping bezoeken we het stadje Obernai. Obernai is ook de geboorteplaats van Sainte-Odile, patroonheilige van de Elzas. Er is een zeer sterk verhaal aan haar verbonden.

Ik probeer in het kort haar leven te schetsen:
De hertog van de Elzas verwacht een eerste kind. Hij hoopt op een zoon. Grote teleurstelling: het is een meisje dat blind wordt geboren. Hij beveelt haar te doden, doch zijn vrouw slaagde erin het hem af te raden om haar daarna te laten opvoeden in de klooster. Op 12-jarige leeftijd werd het kind gedoopt en plots kreeg ze haar gezichtsvermogen terug; ze gaven haar de naam Odile "dochter van het licht".

Enige tijd later keert Odile terug naar haar ouders. Haar vader wil haar vervolgens uithuwelijken. Uit liefde voor God weigert Odile dat huwelijk. Later schonk haar vader, onder druk van de kerk, zijn kasteel aan Odile. Ze stichtte er een orde en tot haar dood verzorgt ze er armen en zieken.

De “Mont Sainte-Odile” is een klooster en bedevaartsoord gelegen op een hoge berg. In één van de kapellen: de “kapel van het graf” kan je haar graf bezoeken. Haar lichaam ligt er opgebaard in een sarcofaag. We bezochten deze site reeds in 2015. Is zeker de moeite om eens bezoekje te brengen. De weg er naartoe is wel steil. Bijna boven is parking P3, maar boven aan het klooster is er naast en verharde parking ook nog een grote onverharde parking waar je je motorhome kan parkeren.
Terug naar het stadje. We wandelen langs de oude vakwerkhuizen in het Middeleeuwse centrum en langs de voornaamste bezienswaardigheden : de graanschuur, de fontein ste-Odile, de Pétrus en Pauluskerk, de waterput met zes emmers, het stadhuis en het Belfort. Na onze rondgang verpozen we even op een terrasje op de marktplaats.

Dan is het tijd voor een eerste proeverij, één van de redenen van onze rondrit langs de wijngaarden.
Doch het is geen wijn die proef, maar … whisky; Franse Whisky! Ja, als liefhebber van single malt whisky’s moest ik ook deze proeven. Deze Franse whisky kan uitstekend wedijveren met zijn grote Schotse, Ierse, Amerikaanse en Japanse broers.
De whisky die ik proefde was van de distilleerderij Meyer. Eén van de drie distilleerders in de Elzas, die ook nog artisanaal te werk gaat. Geen single malt, maar een uitstekende Blend superieur en een pur Malt.
Dag 4
Vandaag wijken we af van de “route des vins”. We brengen een bezoek aan het voormalig concentratiekamp Natzweiler-Struthof. Het enige concentratiekamp dat nu in Frankrijk gelegen is. Tijdens WO II was de Elzas opnieuw een deel van Duitsland, en werd het kamp in feite op Duits grondgebied opgetrokken. Een plaats waar voorheen een vakantie- en skioord gelegen was.

We vertrokken in de ochtend. De lucht was grijs en er viel motregen. Naarmate wij het kamp, dat op 850m hoogte gelegen is, naderden, werd de lucht grauwer. En er hing een dichte mist. Op het terrein doemden de gebouwen op in de mist. De horror kon niet beter omkaderd worden.
Van de barakken bleven er maar een paar gespaard. Het museum is ondergebracht in een gereconstrueerde barak. Je ziet er filmpjes, foto’s, archieven, tekeningen van gedeporteerden, authentieke objecten zoals werktuigen, bestek, … Er staan ruwe houten stapelbedden waarin men 3 hoog boven elkaar moest in slapen.

Hoe verder je in  het kamp gaat, hoe gruwelijker het wordt. Een erg pakkend deel van het bezoek is het zien van het crematorium en de oven. Alles aan het gebouw is nog origineel.
Naast het crematorium is de gevangenis gelegen. Dit was de barak waar medische experimenten op mensen werden uitgevoerd, ... 

De galg op het plein laat niets aan de verbeelding over. Toen gevangenen opgeknoopt werden, moesten de andere gedeporteerden verplicht toekijken.

Onder het gebouw waar je binnen komt is de “Kartoffelkeller” gelegen. Deze werd uitgegraven door gevangenen. 22 cellen waarvan het uiteindelijke doel nooit is geweten, maar alleszins niet om aardappelen in op te slaan. Deze is spijtig genoeg tijdelijk gesloten wegens zijn klein formaat (coronamaatregel).
De namiddag zorgde voor een vrolijke noot. Het wolkendek opende zich en de zon kwam tevoorschijn. Opnieuw op de “route des vins” liepen we door het mooie wijndorp Mittelbergheim. In de hoofdstraat zijn vele wijnboeren gehuisvest. We wandelden langs een oude publieke wijnpers en een oliepers uit de jaren 1700. De maalstenen werden aangedreven door een paard.

We bezochten een eeuwenoude wijnkelder, waar nu nog altijd de grand crus rijpen. Eigendom van de familie Gilg. Eén van de meeste gerenommeerde wijnboeren van de Elzas. En als afsluiter … ja, een wijnproeverij! Bij Gilg. De zoon liet me zéér goede witte wijnen proeven. Ze waren allen uit het uitzonderlijke wijnjaar 2018. Ik proefde o.a. een sylvaner, een pinot gris, pinot blanc, riesling en een gewürztraminer. Ik sloot af met een excellente crèmant rosé. Ik kon niet anders dan een voorraadje aankopen!
Dag 5
We zijn in Sélestat. We betreden de stad via de klokkentoren uit de 14e eeuw, ook wel de Nieuwe Toren genoemd. Eén van de restanten van de wallen die de stad omringden. De Heksenstoren is ook een overblijfsel van de middeleeuwse muur.
We kuieren door de binnenstad waar nog vele Middeleeuwse huizen staan. Het Ziegler-huis met een erker (uitspringend raam) waar we de naam van de architect, Stephan Ziegler, staat vemeld, en het Billex-huis waarvan het renaissancevenster twee verdiepingen hoog is.
Opvallend is de romaanse Sainte-Foy kerk uit de 12e eeuw, die gebouwd is in rode zandsteen en graniet. Ze stond  te pronken in de zon.
We overnachtten er op de gemeentecamping "les cigognes" (de ooievaars), die zijn naam alle eer aandoet. Elke avond komt een ooievaar langs bij de kampeerders om iets te kunnen eten. Brood lustte hij niet; een sardientje of tonijn uit blik des te meer!
Dag 6 - 7
In de voormiddag bevinden we ons in Kintzheim, een 24 ha groot apenpark gelegen in het bos op de berg, "la montagne des singes". Je wandelt er tussen de apen die vrij in de natuur in verscheidene groepen leven. Geritsel in het gebladerte, en plots scheert een speels mannetje langs je benen. Ze eten wat ze kunnen vinden in het bos (voornamelijk insecten, kruiden) en dagelijks krijgen ze nog 180 kg groenten en fruit, en een 50 tal kg granen.

Poseren voor de bezoekers is één van hun favoriete bezigheden.

Een fascinerende wandeling! Een mannetje draagt een jong, verder zijn twee vrouwtjes zich vriendelijk aan het vlooien, daar spelen kleine apen acrobaten boven het zwembad ...
Het is een unieke ervaring tussen de apen die ongelooflijk dicht bij de mensen komen, doch die ze eerder als onderdeel van de omgeving beschouwen.
Gidsen, die langs de route aanwezig zijn, leggen het specifieke gedrag uit dat plaatsvindt. Ze leiden ook de voedingssessies die op regelmatige tijdstippen gedurende de dag worden aangeboden.

Doordat ze in volledige vrijheid leven en eigenlijk niet afhankelijk zijn van de mens, wordt regelmatig een deel van de dieren vrijgelaten in Marokko. Daar leven ze nog in het wild, doch zijn zeer bedreigd.
Rond de middag rijden we naar Bergheim. Een wijnboer biedt er via France Passion vijf overnachtingsplaatsen aan. Ter plaatse stellen we vast dat het gewoon vijf plaatsen op de openbare weg zijn. Er zijn zelfs geen afgebakende parkeerplaatsen. Het wijndomein zelf is ook gesloten. Er is niemand aanwezig. Een teleurstelling rijker besluiten we om verder te rijden langs de wijnroute.
De namiddag en dag 7 brengen we door in Ribeauvillé. Een ideale plaats om met dit prachtig weer te vertoeven.
Dit stadje is een echte parel op de "route des vins". De meeste bezienswaardigheden en handelszaken vind je terug langs de hoofdstraat, "la grand' Rue". De huizen zijn in de typische Elzasser bouwstijl. Zelfs in enkele zijstraten spot je opmerkelijke vakwerkhuizen. De "tour des bouchers" steekt met zijn 29 m hoog uit boven de rest en fungeerde als toegangspoort die de scheiding vormde tussen de oude en de nieuwe stad van Ribeauvillé.

Tijdens de 12e en 13e eeuw heerste in Ribeauvillé de familie van Ribeaupierre, een bijzonder rijke en machtige familie die drie imposante kastelen liet bouwen. Samen met de andere bezienswaardigheden in het stadje zijn deze dan ook één van de hoofdredenen waarom je Ribeauvillé moet bezoeken. Via een steil wandelpad kan je alle drie de kastelen bereiken.
Het is weekend en het is er gezellig druk. Het is genieten in de zon en we nemen uitgebreid de tijd om alles te bezichtigen. In het stadje zelf zijn een aantal vestingstorens te zien en delen van de verdedigingsmuur. Wanneer je een bezoekje brengt aan het stadhuis, kan je een collectie vergulde, zilveren drinkbekers uit de middeleeuwen bewonderen. Aangezien er een grote huwelijksplechtigheid aan de gang was konden we niet binnen in het stadhuis. We wandelen dan maar verder. De “Grand Rue” loopt gestaag omhoog en we passeren het Maison des Ménétriers met een mooie versierde erker. De Eglise Saint-Grégoire herbergt één van de oudste orgels uit de Elzas.

Bij een lokale bakker kopen we een homp brood. Ze bakten er artisanale broden van meer dan twee meter lang!

Een leuk weetje: in dit stadje wordt jaarlijks één van de leukste kerstmarkten van de Elzas georganiseerd.
Hoe mooi het weer overdag was, hoe slecht het tijdens de nacht was. De regen viel met bakken uit de lucht.
Dag 8
Op het programma vandaag geen apen maar een klein dierenpark met inheemse dieren in Hunawihr. Het dorp is er één zoals je zovelen vindt in de Elzas, klein en een typisch wijndorp tussen de wijngaarden. Het heeft wel een vlindertuin, dierenpark en, een interessant kerkje. Waar de meeste kerken in Frankrijk midden in het dorp staan, staat die van Hunawihr aan de rand van het dorp. Het is in meerdere opzichten een bijzonder exemplaar. De kerk staat een beetje hoger tussen de wijnranken. Een strategische ligging die nog eens wordt onderstreept doordat het gebouw meer op een vesting lijkt dan op een kerk. Bovendien ligt om de kerk een stevige muur met slechts één ingang die behoorlijk is versterkt. Zeer opmerkelijk is dat de kerk nu zowel door protestanten als door katholieken wordt gebuikt. ’s Ochtends wordt de katholieke eredienst gegeven, ’s middags gebruiken de protestanten de middenbeuk.

We parkeren de motorhome aan het dierenpark. Het park was oorspronkelijk opgezet door vrijwilligers om de ooievaars in de streek te redden en zo het aantal in de Elzas te vergroten. Indien je hoge verwachtingen hebt van het park, kom je bedrogen. Het is eerder bescheiden en huisvest enkel inheemse diersoorten. We spotten er een soort grote ratten, otters, watervogels, … en uiteraard ooievaars.

We lassen een rustige dag in, en de rest van de dag verpozen we op de camping in Riquewihr.
Dag 9
Van op de camping wandelen we naar Riquewihr. Het is het stadje dat de meeste toeristen aantrekt in de Elzas. Toch zijn er niet zoveel vandaag. Waarschijnlijk door de afwezigheid van de touringcars. Toen we een aantal jaren geleden ook dit stadje bezochten kon je er over de koppen lopen.

Het stadje heeft een prachtige ligging in een vallei vol wijngaarden en beboste heuvels. De meeste mooie vakwerkhuizen, restaurants en souvenirwinkeltjes bevinden zich in de enige centrale straat de "Rue du Général de Gaulle". Deze wordt aan de ene zijde begrenst door het gemeentehuis en aan de andere kant door het Verdedigingsbolwerk "de Dolder", een toren die in 1291 gebouwd is bovenop de toegangspoort. Een deel van de stadsmuren dient nu als museum over het leven van vroeger. Het is zeker aan te raden om te doen zoals wij. Wij bezochten ook de zijstraatjes waar zich eveneens prachtige huizen bevinden in de typische vakwerkhuizenstijl.
In de hoofdstraat zijn er tal van restaurants waar je voor een redelijke prijs goed kan eten. Er zijn in Riquewihr ook zeer veel wijnkelders. Ik ging zo’n kelder binnen met de bedoeling een flesje lekkere wijn te kopen. De wijnboer was zéér enthousiast, en tijdens het proeven van enkele glaasjes werd ik ondergedompeld in de wijngeschiedenis en -cultuur van Riquewihr. De riesling die hij me voorstelde was uitzonderlijk en niet duur.

’s Avonds kregen we ook op deze camping het bezoek van een ooievaar. Na een paar vruchteloze pogingen slaagde ik er in om hem uit mijn hand te laten eten. Monique had hierdoor wel een aantal roze garnalen minder.
Dag 10
We bevinden ons in Kaysersberg. Voor ons is dit toch wel het meest schilderachtige dorpje dat we tot nog toe bezochten in de Elzas. Je komt het dorp binnen via de prachtige, oude versterkte brug uit 1514. De rivier La Weiss loopt dwars door Kaysersberg. De twee helften van het dorp worden bij elkaar gehouden door deze brug, die een bezienswaardigheid op zichzelf is. Doordat hij relatief breed is heeft zich een soort pleintje gevormd met in het midden van de brug zelfs een kleine kapel. We wandelen verder en onmiddellijk zie je waarom dit dorp zo pittoresk is. De geplaveide steegjes, de oude huizen met houten muren. Het ene mooie huis volgt het andere op.
Voor we de rest van het dorp gaan ontdekken maken we de klim naar ruïnes van het kasteel. Zoals in zovele dorpen ligt het kasteel hoog boven de rest van het dorp. Uiteraard met een reden. De toegangsweg is steil en kronkelt naar boven. Deze eindigt waar de trappen beginnen. 252 trappen hoger bereiken we de gerestaureerde toren. Éénmaal boven (nog eens 125 trappen) heb je een prachtig uitzicht over het omringende landschap.
Van het kasteel dalen we af naar de andere kant van het dorp. We beleven nog een aangename namiddag bij het aanschouwen van de nog vele bezienswaardigheden waarlangs we wandelen: het stadhuis in Rijn renaissance stijl, de kerk “Église de l’Invention-de-la-Sainte-Croix” uit 1521. Binnen valt het oog meteen op de grote kunstwand aan het einde van het gangpad. Deze wand geeft het verhaal van de dood en wederopstanding van Jezus weer. In de rest van de kerk zijn ook vele prachtige houtsnijwerken, beelden en ornamenten te zien.
Voor de ingang van de kerk vind je een prachtige fontein, la Fontaine Constantin, geheel passend bij de rest van het dorp met mooie versieringen. Deze fontein staat hier eveneens al sinds 1521 en werkt nog steeds.
Aan de rand van het dorp is het geboortehuis van Albert Schweitzer gelegen. In 1952 ontving hij de nobelprijs voor de vrede. Sommigen maken zich de bedenking: Schweitzer was toch een Duitser. Ja, dat klopt, maar op het ogenblik van zijn geboorte, in 1875, was de Elzas Duits grondgebied. Hij wordt in Kaysersberg, in zijn geboortehuis, herdacht in de vorm van een museum dat in zijn naam geopend. We konden dit museum niet bezoeken, het was helaas gesloten wegens renovatie.
Dag 11
Na eens uitgeslapen te hebben was het tijd om boodschappen te doen. Daarna reden we verder naar Colmar waar we pas na de middag op de camping terecht konden. We blijven er twee nachten.

Het was een rustige namiddag. De enige activiteit die we deden was luieren in de zon, met een glaasje Elzasserwijn.
Dag 12
Vandaag bezoeken we het centrum van Colmar, één van de beste bewaarde steden van de Elzas.
De oude stadskern is een waar doolhof van straten en steegjes. Gewapend met een stadsplannetje wandelden we door de wirwar van deze straatjes en langs de hoogtepunten. Een voormalig klooster herbergt het "musée d'Unterlinden", dat een grote collectie van Middeleeuwse schilders en beeldhouwers herbergt. De vele prachtige vakwerkhuizen flankeren de smalle straatjes. Niet te missen, vind ik, zijn het maison des têtes, het maison Pfister, het "ancien corps de Garde" (het vroegere wachthuis uit de 16e eeuw) en het musée Bartholdi. Bartholdi is de man die het Vrijheidsbeeld van New York ontwierp.

We wandelden verder door de "Rue des tanneurs", de straat van de leerlooiers, naar het riviertje de Lauch. Deze wijk noemt men "la petite Venise", het kleine Venetië. Aan de oevers werden huizen gebouwd, die nu in de zomer schitteren met hun prachtige bloemen. Vanop de bruggen over het riviertje heb je een zeer mooi uitzicht over deze idyllische oevers. Je kan er ook een boottochtje maken.
Een leuke tip misschien: in de Grand Rue, pal in het midden van het oude centrum, hebben we zéér goed gegeten in het restaurant "au Fer rouge". Alle traditionele gerechten uit de Elzas zijn er te verkrijgen. Ik at er de baeckeoffe, en Monique at een jambonneau met honing (hammetje met been)! Een recept om zeker eens op te zoeken;

De Baeckeoffe is een stoofpotje opgediend in een stenen pot. De bereiding ervan duurt 2 à 3 dagen. In de meeste restaurants is dit daardoor niet elke dag verkrijgbaar. In verschillende lagen krijg je aardappelen, varkensvlees, groenten, schaaps- en rundsvlees. Doordat het een tweetal dagen vooraf is klaargemaakt lopen alle smaken door elkaar. Zeker proeven bij een bezoek aan de Elzas!
We keren terug richting Place d'Unterlinden, en wandelen door het park Champ de Mars. Een prachtige laan met bomen vertrekt aan de Préfecture du Haut-Rhin, een bestuursgebouw van het departement Haut-Rhin met het secretariaat en het kabinet van de prefect.  Het is niet toegankelijk voor het publiek.  De bomenrij eindigt centraal in het park aan de monumentale fontein: “Fontaine admiral Bruat”. Het monument werd gebeeldhouwd door Bartholdi. Admiraal Bruat werd geboren Colmar en was heel belangrijk voor Frankrijk en zijn Franse vloot en heeft tal van overwinningen op zijn naam staan. Hij stierf echter niet in een oorlog, maar wel door cholera. Hij ligt begraven op de begraafplaats Père La chaise in Parijs.
Op het einde van het park staat een authentieke paardenmolen en ben je op de “Place Rapp”. Ook met een monument van een generaal, Generaal Rapp. En ook dit monument werd ontworpen door Bartholdi.

Na een zeer intense, maar boeiende dag hebben we die nacht als marmotten geslapen.
Dag 13
We naderen het einde van de "route des vins" en zijn in Eguisheim aangekomen, een dorp met een merkwaardige bouwwijze en omgeven is door talrijke wijngaarden.
De smalle straatjes lopen in cirkels rondom een kasteel uit de dertiende eeuw. Van de burcht is alleen de kapel nog over maar is het bezoeken waard. Het centrum is compleet is afgesloten door een rondweg die gelijk een slotgracht het centrum van het dorp compleet afsluit. Eénmaal binnen de poorten ontdek je het specifieke karakter met een wirwar van huizenblokken. We wandelen over de met kasseien bedekte straatjes en ontdekken verder nog fonteinen, mooie pleintjes en prachtige gekleurde huizen.
De kerk herbergt een 13e-eeuwse "Opening Virgin". Een houten mariabeeld die twee luiken bevat. Ik kan zeer goed begrijpen waarom Eguisheim bekend staat als een van de mooiste dorpen van Frankrijk.

Uiteraard speelt wijn een hoofdrol in Eguisheim. Het dorp  herbergt zeer veel wijnbouwers en bij allemaal kan je wijn degusteren.

We verkozen om de nacht door te brengen op het binnenhof van een wijnboer. Dit bij Pierre de Vigne (familie Bannwarth). We werden er zeer hartelijk ontvangen door de wijnboer. Een wijndegustatie kon zeker niet ontbreken en de wijn vloeide rijkelijk …
Dag 14
We worden ondergedompeld in een stukje architecturale geschiedenis van de Elzas. We bezoeken het openluchtmuseum in Ungersheim, het “l’écomusée d’Alsace”. Een levend dorp uit de 19e – 20e eeuw. Het is tevens onze laatste halte op de ‘route des vins’.

Meer dan 80 gebouwen, zowel traditioneel als modern, zijn er, steen per steen, kleihomp per kleihomp, opnieuw opgetrokken in een zeer mooie omgeving. Ze geven een perfect beeld weer van hoe het leven was in een Elzasser dorp aan het begin van de 20e eeuw. Je ziet er demonstraties van traditionele ambachten en kan er rondleidingen te voet, in een boot of in een wagen volgen. Wij kuieren langs boerderijen, de pottenbakker, een smid, een wagenmaker, kuipers, mandenvlechters, zadelmakers, een schooltje, de barbier (huisje was gesloten, spijtig) ...
Vanop de versterkte toren, die aan de wallen in Mulhouse stond, heb je een prachtig zicht op het domein. Aanpalend is een renaissancetuin aangelegd. Aan de andere zijde een kruidentuin.

Op het ogenblik van ons bezoek was er een folkfestival aan de gang. Verscheidene muziekgroepjes speelden passende nummers met de oude gebouwen als décor.
Dag 15
Onze laatste dag in de Elzas. We hebben de wijngaarden achter ons gelaten en zijn nu in het Zuiden van de Elzas, namelijk in Mulhouse. Deze stad heeft de naam de tweede grootste museumstad te zijn in Frankrijk. De bekendste daarvan zijn de Cité du Train, een museum over de geschiedenis van de spoorwegen, en de Cité de l’Automobile, gewijd aan oude auto’s. Wij bezochten er geen musea.

Mulhouse is ook een winkelstad. Doch is het zondag. Alle winkels zijn gesloten. De stad lijkt ingeslapen en doods. Er loopt bijna niemand door de stad. Noch lokale bevolking, noch toeristen.

Het historisch centrum is klein, en dit voor zo’n grootstad. Het beperkt zich bijna uitsluitend rond de Place de la Réunion. Je vindt er o.a. het stadhuis uit 1551 en de neogotische protestante Saint-Etienne tempel.

Gelukkig waren op dit centrumplein enkele horecazaken geopend en konden we toch iets nuttigen op een terras.
In feite is Mulhouse voor ons een grote tegenvaller.
Dag 16
En toch kunnen we onze reis ‘langs de wijngaarden van de Elzas’ in schoonheid beëindigen. Op terugweg naar huis maken we halt in Metz.

Metz is gelegen op de Route du Soleil. Velen namen deze route al richting Spanje en rijden deze stad meestal gewoon voorbij. De volgende keer kan je misschien doen zoals wij en deze tussenstop inlassen.
We komen er toe in de namiddag en boeken een plaatsje voor de nacht op de ‘camping municipal’ op wandelafstand van het centrum.
Metz is een prachtige stad gelegen aan de oevers van de Moezel. De Moezel loopt dwars door de stad. Heb je wat meer tijd dat moet je zeker langs de Esplanade wandelen. Daar zie je Moezel op zijn mooist.

We wandelen via “L’île du Petit Saulcy”, een eilandje tussen twee kronkels in de Moezel, naar de binnenstad. Centraal staan de Duitse kerk Temple Neuf en het oudste werkzame theater van Frankrijk te pronken.
Wanneer we het historische centrum naderen valt de gigantische kathedraal St Etienne onmiddellijk op. Binnen vergapen we ons aan de grootste oppervlakte glas-in-lood ramen van Frankrijk. Gewoon prachtig.
We passeren voorbij “De Ports des Allemands”. Een gigantisch kasteel zomaar midden in de stad. Een stadspoort met torens, kantelen, poorten en ophaalbruggen.
Let wel, we lieten ons vertellen dat de buurt tussen deze poort en het centrum ‘s avonds een beetje onveilig zou zijn door de vele duistere figuren die er rondlopen.

Het Quartier Impérial, de Duitse wijk van de stad, hebben we niet aangedaan. Heb je de mogelijkheid, dan moet dit zeker doen. Het station is al geweldig, met fraaie reliëfs, de prachtige boekhandel (vroeger was dit het keizerlijk restaurant) en uitbundige glas-in-loodramen. Bekijk ook zeker het lichtpaarse postkantoor aan de overkant.
We sluiten onze wandeling af aan de ‘Marché Couvert’. Oorspronkelijk gebouwd als bisschoppelijk paleis, maar nu doet het paleis dienst als overdekte markt. We konden deze spijtig genoeg niet binnen. De markt is enkel in de voormiddag open. We zoeken dan maar aan de overkant een terrasje op. Even het thuisfront bellen om alle belevingen reeds te delen.
Dag 17
Tijd om naar huis te rijden. De route gaat via het Groothertogdom Luxemburg voor het noodzakelijke tanken en de nodige tabaksproducten in te slaan, om in de namiddag thuis voldaan in de zetel neer te ploffen.

We kunnen wederom terugblikken op een zeer geslaagde reis vol hoogtepunten en leuke ervaringen.
Overzicht overnachtingen
Aire de Camping-car Park – Avenue de l’Europe, Amnéville – gps: n 49.247913 o 006.138168 – 32pl/12.80€  - alle voorzieningen – naast zoo gelegen; het gebrul van de leeuwen was tot op de camperplaats te horen.

Domaine Xavier Muller
- Camperplaats France Passion – 5pl/gratis – geen voorzieningen – gps: 48.61951  007.48116 – gevestigd in een oude molen dicht bij het centrum van het dorp en de wijngaarden.

Camping municipal Le Vallon de l'Ehn - 1, rue de Berlin, 67210 Obernai – 21,90€/nacht – alle voorzieningen – restaurant, winkeltje, souvenirs, postkaarten en zegels, broodjesservice – 1,1km van centrum

Camping Municipal Les Cigognes - Rue de la Première D.F.L., Selestat - gps: 48.25434 / 7.44744 – 18,30€/nacht – alle voorzieningen – Flammkuchen te verkrijgen en proeverij van Elzaswijnen in juli - augustus - in juli en augustus ook een specifiek verkooppunt voor brood en gebak, vanaf 8.30 uur. Welkomstdrankje elke vrijdagmiddag van juli tot augustus – 5 minuten van centrum - er is ook een camperplaats in de buurt, eigendom van camping – 15pl/9€ - alle voorzieningen

Cave de Ribeauvillé - Officiële camperplaats - Route de Colmar  68150 Ribeauvillé  GPS: n48.19076 o7.32955 – 22pl/15€ - alle voorzieningen incluis – 500m van dorp

Camping de Riquewihr - 1 Route du Vin, 68340 Riquewihr – gps: 48.162189 / 7.316939 – 22,5€/nacht – alle voorzieningen – alle dagen vers brood – 1,5km van ingang centrum dorp

Camping municipal Kaysersberg - rue des Acacias, Kaysersberg-Vignoble - 22€/nacht – alle voorzieningen – 1,5 km van centrum

Camping de L’Ill Colmar - 1 allée du Camping, 68180 Colmar – 29,65€ of 32,65€ (aan het water)/nacht – alle voorzieningen – restaurant – winkeltje met broodservice (aan het onthaal) –  toegang tot camping vanaf 14u, ze zijn er zeer strikt op - 2,5km van centrum. Je kan er eventueel de bus 1076 nemen: halte aan grand rue (halte camping de l’ill) naar colmar centrum (halte Rapp)

Officiële camperplaats bij wijnboer Pierre de Vigne (familie Bannwarth) - Grand Rue,  68420 Eguisheim - GPS: n48.04146 o7.30982 – 33pl/12€ - alle voorzieningen opgelet met stroom: is maar 3A – wanneer je afval hebt spreek je best de uitbater aan, hij zal zeker je afval aannemen; er zijn bewust geen vuilbakken geplaatst omdat hij er al veel miserie mee had (achterlaten grote hoeveelheden afval, diefstal van zijn materiaal, …) – net buiten centrum gelegen – op het binnenhof zijn een 10tal verharde plaatsen voorzien. De andere plaatsen zijn op een aanpalend terrein achter het hoofdgebouw gelegen – zeer hartelijk onthaal – en voor de wijnliefhebbers: ze verkopen zeer lekkere wijnen en op de proeverij vloeit de wijn rijkelijk. Voor mij een toplocatie.

Camping de L’ill Mulhouse - 1 Rue Pierre de Coubertin, 68100 Mulhouse – 22€/nacht – alle voorzieningen – ’s avonds komt er een foodtruck op de camping – 2 km van centrum

Camping municipal de Metz - Allée de Metz Plage, 57000 Metz – 17,10€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje met brood – restaurant – aan de oever van de moezel – 800m van centrum


We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Natzweiler-Struthof: voormalig concentratiekamp – route départementale 130, 67130 natzwiller - de parking is te klein om met de motorhome te parkeren. Wij parkeerden iets verderop op een stuk grond naast de weg.

Montagne des singes: parking van het domein - Lieu-dit La Wick, 67600 Kintzheim

Hunawihr: parking van de vlindertuin en/of op parking van het NaturOparC. Beide parken liggen op een aftakking van de Route de Ribeauvillé. Bordjes volgen bij binnenrijden van dorp. Van deze parken is het 850m naar het centrum. Wij parkeerden op de ruime parking van het NaturOparC.

Ungersheim: openluchtmuseum – grote parking - Chemin du Grosswald - 68190 Ungersheim

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018
All right reserved
Al snel zijn we het dorp rondgewandeld en besluiten we om de wijngaarden in te trekken. Deze zijn op de steile hellingen rond het dorp gelegen. Van ver kan je de kapel van het kruis zien. Hoog boven de wijngaarden waakt ze over het dorp.  We bestijgen de vele trappen naar de kapel toe. Boven hebben we een zeer mooi zicht op de omgeving. Tussen de wijnranken zie ik nog net een ree schichtig wegspringen.

’s Avonds genieten we nog buiten aan de camper. De ooievaars klepperen er op los in de avondschemering.
Dag 3
Na installatie op de gemeentecamping bezoeken we het stadje Obernai. Obernai is ook de geboorteplaats van Sainte-Odile, patroonheilige van de Elzas. Er is een zeer sterk verhaal aan haar verbonden.

Ik probeer in het kort haar leven te schetsen:
De hertog van de Elzas verwacht een eerste kind. Hij hoopt op een zoon. Grote teleurstelling: het is een meisje dat blind wordt geboren. Hij beveelt haar te doden, doch zijn vrouw slaagde erin het hem af te raden om haar daarna te laten opvoeden in de klooster. Op 12-jarige leeftijd werd het kind gedoopt en plots kreeg ze haar gezichtsvermogen terug; ze gaven haar de naam Odile "dochter van het licht".

Enige tijd later keert Odile terug naar haar ouders. Haar vader wil haar vervolgens uithuwelijken. Uit liefde voor God weigert Odile dat huwelijk. Later schonk haar vader, onder druk van de kerk, zijn kasteel aan Odile. Ze stichtte er een orde en tot haar dood verzorgt ze er armen en zieken.

De “Mont Sainte-Odile” is een klooster en bedevaartsoord gelegen op een hoge berg. In één van de kapellen: de “kapel van het graf” kan je haar graf bezoeken. Haar lichaam ligt er opgebaard in een sarcofaag. We bezochten deze site reeds in 2015. Is zeker de moeite om eens bezoekje te brengen. De weg er naartoe is wel steil. Bijna boven is parking P3, maar boven aan het klooster is er naast en verharde parking ook nog een grote onverharde parking waar je je motorhome kan parkeren.
Terug naar het stadje. We wandelen langs de oude vakwerkhuizen in het Middeleeuwse centrum en langs de voornaamste bezienswaardigheden : de graanschuur, de fontein ste-Odile, de Pétrus en Pauluskerk, de waterput met zes emmers, het stadhuis en het Belfort. Na onze rondgang verpozen we even op een terrasje op de marktplaats.

Dan is het tijd voor een eerste proeverij, één van de redenen van onze rondrit langs de wijngaarden.
Doch het is geen wijn die proef, maar … whisky; Franse Whisky! Ja, als liefhebber van single malt whisky’s moest ik ook deze proeven. Deze Franse whisky kan uitstekend wedijveren met zijn grote Schotse, Ierse, Amerikaanse en Japanse broers.
De whisky die ik proefde was van de distilleerderij Meyer. Eén van de drie distilleerders in de Elzas, die ook nog artisanaal te werk gaat. Geen single malt, maar een uitstekende Blend superieur en een pur Malt.
Dag 4
Vandaag wijken we af van de “route des vins”. We brengen een bezoek aan het voormalig concentratiekamp Natzweiler-Struthof. Het enige concentratiekamp dat nu in Frankrijk gelegen is. Tijdens WO II was de Elzas opnieuw een deel van Duitsland, en werd het kamp in feite op Duits grondgebied opgetrokken. Een plaats waar voorheen een vakantie- en skioord gelegen was.

We vertrokken in de ochtend. De lucht was grijs en er viel motregen. Naarmate wij het kamp, dat op 850m hoogte gelegen is, naderden, werd de lucht grauwer. En er hing een dichte mist. Op het terrein doemden de gebouwen op in de mist. De horror kon niet beter omkaderd worden.
Van de barakken bleven er maar een paar gespaard. Het museum is ondergebracht in een gereconstrueerde barak. Je ziet er filmpjes, foto’s, archieven, tekeningen van gedeporteerden, authentieke objecten zoals werktuigen, bestek, … Er staan ruwe houten stapelbedden waarin men 3 hoog boven elkaar moest in slapen.

Hoe verder je in  het kamp gaat, hoe gruwelijker het wordt. Een erg pakkend deel van het bezoek is het zien van het crematorium en de oven. Alles aan het gebouw is nog origineel.
Naast het crematorium is de gevangenis gelegen. Dit was de barak waar medische experimenten op mensen werden uitgevoerd, ... 

De galg op het plein laat niets aan de verbeelding over. Toen gevangenen opgeknoopt werden, moesten de andere gedeporteerden verplicht toekijken.

Onder het gebouw waar je binnen komt is de “Kartoffelkeller” gelegen. Deze werd uitgegraven door gevangenen. 22 cellen waarvan het uiteindelijke doel nooit is geweten, maar alleszins niet om aardappelen in op te slaan. Deze is spijtig genoeg tijdelijk gesloten wegens zijn klein formaat (coronamaatregel).
De namiddag zorgde voor een vrolijke noot. Het wolkendek opende zich en de zon kwam tevoorschijn. Opnieuw op de “route des vins” liepen we door het mooie wijndorp Mittelbergheim. In de hoofdstraat zijn vele wijnboeren gehuisvest. We wandelden langs een oude publieke wijnpers en een oliepers uit de jaren 1700. De maalstenen werden aangedreven door een paard.

We bezochten een eeuwenoude wijnkelder, waar nu nog altijd de grand crus rijpen. Eigendom van de familie Gilg. Eén van de meeste gerenommeerde wijnboeren van de Elzas. En als afsluiter … ja, een wijnproeverij! Bij Gilg. De zoon liet me zéér goede witte wijnen proeven. Ze waren allen uit het uitzonderlijke wijnjaar 2018. Ik proefde o.a. een sylvaner, een pinot gris, pinot blanc, riesling en een gewürztraminer. Ik sloot af met een excellente crèmant rosé. Ik kon niet anders dan een voorraadje aankopen!
Dag 5
We zijn in Sélestat. We betreden de stad via de klokkentoren uit de 14e eeuw, ook wel de Nieuwe Toren genoemd. Eén van de restanten van de wallen die de stad omringden. De Heksenstoren is ook een overblijfsel van de middeleeuwse muur.
We kuieren door de binnenstad waar nog vele Middeleeuwse huizen staan. Het Ziegler-huis met een erker (uitspringend raam) waar we de naam van de architect, Stephan Ziegler, staat vemeld, en het Billex-huis waarvan het renaissancevenster twee verdiepingen hoog is.
Opvallend is de romaanse Sainte-Foy kerk uit de 12e eeuw, die gebouwd is in rode zandsteen en graniet. Ze stond  te pronken in de zon.
We overnachtten er op de gemeentecamping "les cigognes" (de ooievaars), die zijn naam alle eer aandoet. Elke avond komt een ooievaar langs bij de kampeerders om iets te kunnen eten. Brood lustte hij niet; een sardientje of tonijn uit blik des te meer!
Dag 6 - 7
In de voormiddag bevinden we ons in Kintzheim, een 24 ha groot apenpark gelegen in het bos op de berg, "la montagne des singes". Je wandelt er tussen de apen die vrij in de natuur in verscheidene groepen leven. Geritsel in het gebladerte, en plots scheert een speels mannetje langs je benen. Ze eten wat ze kunnen vinden in het bos (voornamelijk insecten, kruiden) en dagelijks krijgen ze nog 180 kg groenten en fruit, en een 50 tal kg granen.

Poseren voor de bezoekers is één van hun favoriete bezigheden.

Een fascinerende wandeling! Een mannetje draagt een jong, verder zijn twee vrouwtjes zich vriendelijk aan het vlooien, daar spelen kleine apen acrobaten boven het zwembad ...
Het is een unieke ervaring tussen de apen die ongelooflijk dicht bij de mensen komen, doch die ze eerder als onderdeel van de omgeving beschouwen.
Gidsen, die langs de route aanwezig zijn, leggen het specifieke gedrag uit dat plaatsvindt. Ze leiden ook de voedingssessies die op regelmatige tijdstippen gedurende de dag worden aangeboden.

Doordat ze in volledige vrijheid leven en eigenlijk niet afhankelijk zijn van de mens, wordt regelmatig een deel van de dieren vrijgelaten in Marokko. Daar leven ze nog in het wild, doch zijn zeer bedreigd.
Rond de middag rijden we naar Bergheim. Een wijnboer biedt er via France Passion vijf overnachtingsplaatsen aan. Ter plaatse stellen we vast dat het gewoon vijf plaatsen op de openbare weg zijn. Er zijn zelfs geen afgebakende parkeerplaatsen. Het wijndomein zelf is ook gesloten. Er is niemand aanwezig. Een teleurstelling rijker besluiten we om verder te rijden langs de wijnroute.
De namiddag en dag 7 brengen we door in Ribeauvillé. Een ideale plaats om met dit prachtig weer te vertoeven.
Dit stadje is een echte parel op de "route des vins". De meeste bezienswaardigheden en handelszaken vind je terug langs de hoofdstraat, "la grand' Rue". De huizen zijn in de typische Elzasser bouwstijl. Zelfs in enkele zijstraten spot je opmerkelijke vakwerkhuizen. De "tour des bouchers" steekt met zijn 29 m hoog uit boven de rest en fungeerde als toegangspoort die de scheiding vormde tussen de oude en de nieuwe stad van Ribeauvillé.

Tijdens de 12e en 13e eeuw heerste in Ribeauvillé de familie van Ribeaupierre, een bijzonder rijke en machtige familie die drie imposante kastelen liet bouwen. Samen met de andere bezienswaardigheden in het stadje zijn deze dan ook één van de hoofdredenen waarom je Ribeauvillé moet bezoeken. Via een steil wandelpad kan je alle drie de kastelen bereiken.
Het is weekend en het is er gezellig druk. Het is genieten in de zon en we nemen uitgebreid de tijd om alles te bezichtigen. In het stadje zelf zijn een aantal vestingstorens te zien en delen van de verdedigingsmuur. Wanneer je een bezoekje brengt aan het stadhuis, kan je een collectie vergulde, zilveren drinkbekers uit de middeleeuwen bewonderen. Aangezien er een grote huwelijksplechtigheid aan de gang was konden we niet binnen in het stadhuis. We wandelen dan maar verder. De “Grand Rue” loopt gestaag omhoog en we passeren het Maison des Ménétriers met een mooie versierde erker. De Eglise Saint-Grégoire herbergt één van de oudste orgels uit de Elzas.

Bij een lokale bakker kopen we een homp brood. Ze bakten er artisanale broden van meer dan twee meter lang!

Een leuk weetje: in dit stadje wordt jaarlijks één van de leukste kerstmarkten van de Elzas georganiseerd.
Hoe mooi het weer overdag was, hoe slecht het tijdens de nacht was. De regen viel met bakken uit de lucht.
Dag 8
Op het programma vandaag geen apen maar een klein dierenpark met inheemse dieren in Hunawihr. Het dorp is er één zoals je zovelen vindt in de Elzas, klein en een typisch wijndorp tussen de wijngaarden. Het heeft wel een vlindertuin, dierenpark en, een interessant kerkje. Waar de meeste kerken in Frankrijk midden in het dorp staan, staat die van Hunawihr aan de rand van het dorp. Het is in meerdere opzichten een bijzonder exemplaar. De kerk staat een beetje hoger tussen de wijnranken. Een strategische ligging die nog eens wordt onderstreept doordat het gebouw meer op een vesting lijkt dan op een kerk. Bovendien ligt om de kerk een stevige muur met slechts één ingang die behoorlijk is versterkt. Zeer opmerkelijk is dat de kerk nu zowel door protestanten als door katholieken wordt gebuikt. ’s Ochtends wordt de katholieke eredienst gegeven, ’s middags gebruiken de protestanten de middenbeuk.

We parkeren de motorhome aan het dierenpark. Het park was oorspronkelijk opgezet door vrijwilligers om de ooievaars in de streek te redden en zo het aantal in de Elzas te vergroten. Indien je hoge verwachtingen hebt van het park, kom je bedrogen. Het is eerder bescheiden en huisvest enkel inheemse diersoorten. We spotten er een soort grote ratten, otters, watervogels, … en uiteraard ooievaars.

We lassen een rustige dag in, en de rest van de dag verpozen we op de camping in Riquewihr.
Dag 9
Van op de camping wandelen we naar Riquewihr. Het is het stadje dat de meeste toeristen aantrekt in de Elzas. Toch zijn er niet zoveel vandaag. Waarschijnlijk door de afwezigheid van de touringcars. Toen we een aantal jaren geleden ook dit stadje bezochten kon je er over de koppen lopen.

Het stadje heeft een prachtige ligging in een vallei vol wijngaarden en beboste heuvels. De meeste mooie vakwerkhuizen, restaurants en souvenirwinkeltjes bevinden zich in de enige centrale straat de "Rue du Général de Gaulle". Deze wordt aan de ene zijde begrenst door het gemeentehuis en aan de andere kant door het Verdedigingsbolwerk "de Dolder", een toren die in 1291 gebouwd is bovenop de toegangspoort. Een deel van de stadsmuren dient nu als museum over het leven van vroeger. Het is zeker aan te raden om te doen zoals wij. Wij bezochten ook de zijstraatjes waar zich eveneens prachtige huizen bevinden in de typische vakwerkhuizenstijl.
In de hoofdstraat zijn er tal van restaurants waar je voor een redelijke prijs goed kan eten. Er zijn in Riquewihr ook zeer veel wijnkelders. Ik ging zo’n kelder binnen met de bedoeling een flesje lekkere wijn te kopen. De wijnboer was zéér enthousiast, en tijdens het proeven van enkele glaasjes werd ik ondergedompeld in de wijngeschiedenis en -cultuur van Riquewihr. De riesling die hij me voorstelde was uitzonderlijk en niet duur.

’s Avonds kregen we ook op deze camping het bezoek van een ooievaar. Na een paar vruchteloze pogingen slaagde ik er in om hem uit mijn hand te laten eten. Monique had hierdoor wel een aantal roze garnalen minder.
Dag 10
We bevinden ons in Kaysersberg. Voor ons is dit toch wel het meest schilderachtige dorpje dat we tot nog toe bezochten in de Elzas. Je komt het dorp binnen via de prachtige, oude versterkte brug uit 1514. De rivier La Weiss loopt dwars door Kaysersberg. De twee helften van het dorp worden bij elkaar gehouden door deze brug, die een bezienswaardigheid op zichzelf is. Doordat hij relatief breed is heeft zich een soort pleintje gevormd met in het midden van de brug zelfs een kleine kapel. We wandelen verder en onmiddellijk zie je waarom dit dorp zo pittoresk is. De geplaveide steegjes, de oude huizen met houten muren. Het ene mooie huis volgt het andere op.
Voor we de rest van het dorp gaan ontdekken maken we de klim naar ruïnes van het kasteel. Zoals in zovele dorpen ligt het kasteel hoog boven de rest van het dorp. Uiteraard met een reden. De toegangsweg is steil en kronkelt naar boven. Deze eindigt waar de trappen beginnen. 252 trappen hoger bereiken we de gerestaureerde toren. Éénmaal boven (nog eens 125 trappen) heb je een prachtig uitzicht over het omringende landschap.
Van het kasteel dalen we af naar de andere kant van het dorp. We beleven nog een aangename namiddag bij het aanschouwen van de nog vele bezienswaardigheden waarlangs we wandelen: het stadhuis in Rijn renaissance stijl, de kerk “Église de l’Invention-de-la-Sainte-Croix” uit 1521. Binnen valt het oog meteen op de grote kunstwand aan het einde van het gangpad. Deze wand geeft het verhaal van de dood en wederopstanding van Jezus weer. In de rest van de kerk zijn ook vele prachtige houtsnijwerken, beelden en ornamenten te zien.
Voor de ingang van de kerk vind je een prachtige fontein, la Fontaine Constantin, geheel passend bij de rest van het dorp met mooie versieringen. Deze fontein staat hier eveneens al sinds 1521 en werkt nog steeds.
Aan de rand van het dorp is het geboortehuis van Albert Schweitzer gelegen. In 1952 ontving hij de nobelprijs voor de vrede. Sommigen maken zich de bedenking: Schweitzer was toch een Duitser. Ja, dat klopt, maar op het ogenblik van zijn geboorte, in 1875, was de Elzas Duits grondgebied. Hij wordt in Kaysersberg, in zijn geboortehuis, herdacht in de vorm van een museum dat in zijn naam geopend. We konden dit museum niet bezoeken, het was helaas gesloten wegens renovatie.
Dag 11
Na eens uitgeslapen te hebben was het tijd om boodschappen te doen. Daarna reden we verder naar Colmar waar we pas na de middag op de camping terecht konden. We blijven er twee nachten.

Het was een rustige namiddag. De enige activiteit die we deden was luieren in de zon, met een glaasje Elzasserwijn.
Dag 12
Vandaag bezoeken we het centrum van Colmar, één van de beste bewaarde steden van de Elzas.
De oude stadskern is een waar doolhof van straten en steegjes. Gewapend met een stadsplannetje wandelden we door de wirwar van deze straatjes en langs de hoogtepunten. Een voormalig klooster herbergt het "musée d'Unterlinden", dat een grote collectie van Middeleeuwse schilders en beeldhouwers herbergt. De vele prachtige vakwerkhuizen flankeren de smalle straatjes. Niet te missen, vind ik, zijn het maison des têtes, het maison Pfister, het "ancien corps de Garde" (het vroegere wachthuis uit de 16e eeuw) en het musée Bartholdi. Bartholdi is de man die het Vrijheidsbeeld van New York ontwierp.

We wandelden verder door de "Rue des tanneurs", de straat van de leerlooiers, naar het riviertje de Lauch. Deze wijk noemt men "la petite Venise", het kleine Venetië. Aan de oevers werden huizen gebouwd, die nu in de zomer schitteren met hun prachtige bloemen. Vanop de bruggen over het riviertje heb je een zeer mooi uitzicht over deze idyllische oevers. Je kan er ook een boottochtje maken.
Een leuke tip misschien: in de Grand Rue, pal in het midden van het oude centrum, hebben we zéér goed gegeten in het restaurant "au Fer rouge". Alle traditionele gerechten uit de Elzas zijn er te verkrijgen. Ik at er de baeckeoffe, en Monique at een jambonneau met honing (hammetje met been)! Een recept om zeker eens op te zoeken;

De Baeckeoffe is een stoofpotje opgediend in een stenen pot. De bereiding ervan duurt 2 à 3 dagen. In de meeste restaurants is dit daardoor niet elke dag verkrijgbaar. In verschillende lagen krijg je aardappelen, varkensvlees, groenten, schaaps- en rundsvlees. Doordat het een tweetal dagen vooraf is klaargemaakt lopen alle smaken door elkaar. Zeker proeven bij een bezoek aan de Elzas!
We keren terug richting Place d'Unterlinden, en wandelen door het park Champ de Mars. Een prachtige laan met bomen vertrekt aan de Préfecture du Haut-Rhin, een bestuursgebouw van het departement Haut-Rhin met het secretariaat en het kabinet van de prefect.  Het is niet toegankelijk voor het publiek.  De bomenrij eindigt centraal in het park aan de monumentale fontein: “Fontaine admiral Bruat”. Het monument werd gebeeldhouwd door Bartholdi. Admiraal Bruat werd geboren Colmar en was heel belangrijk voor Frankrijk en zijn Franse vloot en heeft tal van overwinningen op zijn naam staan. Hij stierf echter niet in een oorlog, maar wel door cholera. Hij ligt begraven op de begraafplaats Père La chaise in Parijs.
Op het einde van het park staat een authentieke paardenmolen en ben je op de “Place Rapp”. Ook met een monument van een generaal, Generaal Rapp. En ook dit monument werd ontworpen door Bartholdi.

Na een zeer intense, maar boeiende dag hebben we die nacht als marmotten geslapen.
Dag 13
We naderen het einde van de "route des vins" en zijn in Eguisheim aangekomen, een dorp met een merkwaardige bouwwijze en omgeven is door talrijke wijngaarden.
De smalle straatjes lopen in cirkels rondom een kasteel uit de dertiende eeuw. Van de burcht is alleen de kapel nog over maar is het bezoeken waard. Het centrum is compleet is afgesloten door een rondweg die gelijk een slotgracht het centrum van het dorp compleet afsluit. Eénmaal binnen de poorten ontdek je het specifieke karakter met een wirwar van huizenblokken. We wandelen over de met kasseien bedekte straatjes en ontdekken verder nog fonteinen, mooie pleintjes en prachtige gekleurde huizen.
De kerk herbergt een 13e-eeuwse "Opening Virgin". Een houten mariabeeld die twee luiken bevat. Ik kan zeer goed begrijpen waarom Eguisheim bekend staat als een van de mooiste dorpen van Frankrijk.

Uiteraard speelt wijn een hoofdrol in Eguisheim. Het dorp  herbergt zeer veel wijnbouwers en bij allemaal kan je wijn degusteren.

We verkozen om de nacht door te brengen op het binnenhof van een wijnboer. Dit bij Pierre de Vigne (familie Bannwarth). We werden er zeer hartelijk ontvangen door de wijnboer. Een wijndegustatie kon zeker niet ontbreken en de wijn vloeide rijkelijk …
Dag 14
We worden ondergedompeld in een stukje architecturale geschiedenis van de Elzas. We bezoeken het openluchtmuseum in Ungersheim, het “l’écomusée d’Alsace”. Een levend dorp uit de 19e – 20e eeuw. Het is tevens onze laatste halte op de ‘route des vins’.

Meer dan 80 gebouwen, zowel traditioneel als modern, zijn er, steen per steen, kleihomp per kleihomp, opnieuw opgetrokken in een zeer mooie omgeving. Ze geven een perfect beeld weer van hoe het leven was in een Elzasser dorp aan het begin van de 20e eeuw. Je ziet er demonstraties van traditionele ambachten en kan er rondleidingen te voet, in een boot of in een wagen volgen. Wij kuieren langs boerderijen, de pottenbakker, een smid, een wagenmaker, kuipers, mandenvlechters, zadelmakers, een schooltje, de barbier (huisje was gesloten, spijtig) ...
Vanop de versterkte toren, die aan de wallen in Mulhouse stond, heb je een prachtig zicht op het domein. Aanpalend is een renaissancetuin aangelegd. Aan de andere zijde een kruidentuin.

Op het ogenblik van ons bezoek was er een folkfestival aan de gang. Verscheidene muziekgroepjes speelden passende nummers met de oude gebouwen als décor.
Dag 3
Na installatie op de gemeentecamping bezoeken we het stadje Obernai. Obernai is ook de geboorteplaats van Sainte-Odile, patroonheilige van de Elzas. Er is een zeer sterk verhaal aan haar verbonden.

Ik probeer in het kort haar leven te schetsen:
De hertog van de Elzas verwacht een eerste kind. Hij hoopt op een zoon. Grote teleurstelling: het is een meisje dat blind wordt geboren. Hij beveelt haar te doden, doch zijn vrouw slaagde erin het hem af te raden om haar daarna te laten opvoeden in de klooster. Op 12-jarige leeftijd werd het kind gedoopt en plots kreeg ze haar gezichtsvermogen terug; ze gaven haar de naam Odile "dochter van het licht".

Enige tijd later keert Odile terug naar haar ouders. Haar vader wil haar vervolgens uithuwelijken. Uit liefde voor God weigert Odile dat huwelijk. Later schonk haar vader, onder druk van de kerk, zijn kasteel aan Odile. Ze stichtte er een orde en tot haar dood verzorgt ze er armen en zieken.

De “Mont Sainte-Odile” is een klooster en bedevaartsoord gelegen op een hoge berg. In één van de kapellen: de “kapel van het graf” kan je haar graf bezoeken. Haar lichaam ligt er opgebaard in een sarcofaag. We bezochten deze site reeds in 2015. Is zeker de moeite om eens bezoekje te brengen. De weg er naartoe is wel steil. Bijna boven is parking P3, maar boven aan het klooster is er naast en verharde parking ook nog een grote onverharde parking waar je je motorhome kan parkeren.
Terug naar het stadje. We wandelen langs de oude vakwerkhuizen in het Middeleeuwse centrum en langs de voornaamste bezienswaardigheden : de graanschuur, de fontein ste-Odile, de Pétrus en Pauluskerk, de waterput met zes emmers, het stadhuis en het Belfort. Na onze rondgang verpozen we even op een terrasje op de marktplaats.

Dan is het tijd voor een eerste proeverij, één van de redenen van onze rondrit langs de wijngaarden.
Doch het is geen wijn die proef, maar … whisky; Franse Whisky! Ja, als liefhebber van single malt whisky’s moest ik ook deze proeven. Deze Franse whisky kan uitstekend wedijveren met zijn grote Schotse, Ierse, Amerikaanse en Japanse broers.
De whisky die ik proefde was van de distilleerderij Meyer. Eén van de drie distilleerders in de Elzas, die ook nog artisanaal te werk gaat. Geen single malt, maar een uitstekende Blend superieur en een pur Malt.
Dag 4
Vandaag wijken we af van de “route des vins”. We brengen een bezoek aan het voormalig concentratiekamp Natzweiler-Struthof. Het enige concentratiekamp dat nu in Frankrijk gelegen is. Tijdens WO II was de Elzas opnieuw een deel van Duitsland, en werd het kamp in feite op Duits grondgebied opgetrokken. Een plaats waar voorheen een vakantie- en skioord gelegen was.

We vertrokken in de ochtend. De lucht was grijs en er viel motregen. Naarmate wij het kamp, dat op 850m hoogte gelegen is, naderden, werd de lucht grauwer. En er hing een dichte mist. Op het terrein doemden de gebouwen op in de mist. De horror kon niet beter omkaderd worden.
Van de barakken bleven er maar een paar gespaard. Het museum is ondergebracht in een gereconstrueerde barak. Je ziet er filmpjes, foto’s, archieven, tekeningen van gedeporteerden, authentieke objecten zoals werktuigen, bestek, … Er staan ruwe houten stapelbedden waarin men 3 hoog boven elkaar moest in slapen.

Hoe verder je in  het kamp gaat, hoe gruwelijker het wordt. Een erg pakkend deel van het bezoek is het zien van het crematorium en de oven. Alles aan het gebouw is nog origineel.
Naast het crematorium is de gevangenis gelegen. Dit was de barak waar medische experimenten op mensen werden uitgevoerd, ... 

De galg op het plein laat niets aan de verbeelding over. Toen gevangenen opgeknoopt werden, moesten de andere gedeporteerden verplicht toekijken.

Onder het gebouw waar je binnen komt is de “Kartoffelkeller” gelegen. Deze werd uitgegraven door gevangenen. 22 cellen waarvan het uiteindelijke doel nooit is geweten, maar alleszins niet om aardappelen in op te slaan. Deze is spijtig genoeg tijdelijk gesloten wegens zijn klein formaat (coronamaatregel).
De namiddag zorgde voor een vrolijke noot. Het wolkendek opende zich en de zon kwam tevoorschijn. Opnieuw op de “route des vins” liepen we door het mooie wijndorp Mittelbergheim. In de hoofdstraat zijn vele wijnboeren gehuisvest. We wandelden langs een oude publieke wijnpers en een oliepers uit de jaren 1700. De maalstenen werden aangedreven door een paard.

We bezochten een eeuwenoude wijnkelder, waar nu nog altijd de grand crus rijpen. Eigendom van de familie Gilg. Eén van de meeste gerenommeerde wijnboeren van de Elzas. En als afsluiter … ja, een wijnproeverij! Bij Gilg. De zoon liet me zéér goede witte wijnen proeven. Ze waren allen uit het uitzonderlijke wijnjaar 2018. Ik proefde o.a. een sylvaner, een pinot gris, pinot blanc, riesling en een gewürztraminer. Ik sloot af met een excellente crèmant rosé. Ik kon niet anders dan een voorraadje aankopen!
Dag 5
We zijn in Sélestat. We betreden de stad via de klokkentoren uit de 14e eeuw, ook wel de Nieuwe Toren genoemd. Eén van de restanten van de wallen die de stad omringden. De Heksenstoren is ook een overblijfsel van de middeleeuwse muur.
We kuieren door de binnenstad waar nog vele Middeleeuwse huizen staan. Het Ziegler-huis met een erker (uitspringend raam) waar we de naam van de architect, Stephan Ziegler, staat vemeld, en het Billex-huis waarvan het renaissancevenster twee verdiepingen hoog is.
Opvallend is de romaanse Sainte-Foy kerk uit de 12e eeuw, die gebouwd is in rode zandsteen en graniet. Ze stond  te pronken in de zon.
We overnachtten er op de gemeentecamping "les cigognes" (de ooievaars), die zijn naam alle eer aandoet. Elke avond komt een ooievaar langs bij de kampeerders om iets te kunnen eten. Brood lustte hij niet; een sardientje of tonijn uit blik des te meer!
Dag 6 - 7
In de voormiddag bevinden we ons in Kintzheim, een 24 ha groot apenpark gelegen in het bos op de berg, "la montagne des singes". Je wandelt er tussen de apen die vrij in de natuur in verscheidene groepen leven. Geritsel in het gebladerte, en plots scheert een speels mannetje langs je benen. Ze eten wat ze kunnen vinden in het bos (voornamelijk insecten, kruiden) en dagelijks krijgen ze nog 180 kg groenten en fruit, en een 50 tal kg granen.

Poseren voor de bezoekers is één van hun favoriete bezigheden.

Een fascinerende wandeling! Een mannetje draagt een jong, verder zijn twee vrouwtjes zich vriendelijk aan het vlooien, daar spelen kleine apen acrobaten boven het zwembad ...
Het is een unieke ervaring tussen de apen die ongelooflijk dicht bij de mensen komen, doch die ze eerder als onderdeel van de omgeving beschouwen.
Gidsen, die langs de route aanwezig zijn, leggen het specifieke gedrag uit dat plaatsvindt. Ze leiden ook de voedingssessies die op regelmatige tijdstippen gedurende de dag worden aangeboden.

Doordat ze in volledige vrijheid leven en eigenlijk niet afhankelijk zijn van de mens, wordt regelmatig een deel van de dieren vrijgelaten in Marokko. Daar leven ze nog in het wild, doch zijn zeer bedreigd.
Rond de middag rijden we naar Bergheim. Een wijnboer biedt er via France Passion vijf overnachtingsplaatsen aan. Ter plaatse stellen we vast dat het gewoon vijf plaatsen op de openbare weg zijn. Er zijn zelfs geen afgebakende parkeerplaatsen. Het wijndomein zelf is ook gesloten. Er is niemand aanwezig. Een teleurstelling rijker besluiten we om verder te rijden langs de wijnroute.
De namiddag en dag 7 brengen we door in Ribeauvillé. Een ideale plaats om met dit prachtig weer te vertoeven.
Dit stadje is een echte parel op de "route des vins". De meeste bezienswaardigheden en handelszaken vind je terug langs de hoofdstraat, "la grand' Rue". De huizen zijn in de typische Elzasser bouwstijl. Zelfs in enkele zijstraten spot je opmerkelijke vakwerkhuizen. De "tour des bouchers" steekt met zijn 29 m hoog uit boven de rest en fungeerde als toegangspoort die de scheiding vormde tussen de oude en de nieuwe stad van Ribeauvillé.

Tijdens de 12e en 13e eeuw heerste in Ribeauvillé de familie van Ribeaupierre, een bijzonder rijke en machtige familie die drie imposante kastelen liet bouwen. Samen met de andere bezienswaardigheden in het stadje zijn deze dan ook één van de hoofdredenen waarom je Ribeauvillé moet bezoeken. Via een steil wandelpad kan je alle drie de kastelen bereiken.
Het is weekend en het is er gezellig druk. Het is genieten in de zon en we nemen uitgebreid de tijd om alles te bezichtigen. In het stadje zelf zijn een aantal vestingstorens te zien en delen van de verdedigingsmuur. Wanneer je een bezoekje brengt aan het stadhuis, kan je een collectie vergulde, zilveren drinkbekers uit de middeleeuwen bewonderen. Aangezien er een grote huwelijksplechtigheid aan de gang was konden we niet binnen in het stadhuis. We wandelen dan maar verder. De “Grand Rue” loopt gestaag omhoog en we passeren het Maison des Ménétriers met een mooie versierde erker. De Eglise Saint-Grégoire herbergt één van de oudste orgels uit de Elzas.

Bij een lokale bakker kopen we een homp brood. Ze bakten er artisanale broden van meer dan twee meter lang!

Een leuk weetje: in dit stadje wordt jaarlijks één van de leukste kerstmarkten van de Elzas georganiseerd.
Hoe mooi het weer overdag was, hoe slecht het tijdens de nacht was. De regen viel met bakken uit de lucht.
Dag 8
Op het programma vandaag geen apen maar een klein dierenpark met inheemse dieren in Hunawihr. Het dorp is er één zoals je zovelen vindt in de Elzas, klein en een typisch wijndorp tussen de wijngaarden. Het heeft wel een vlindertuin, dierenpark en, een interessant kerkje. Waar de meeste kerken in Frankrijk midden in het dorp staan, staat die van Hunawihr aan de rand van het dorp. Het is in meerdere opzichten een bijzonder exemplaar. De kerk staat een beetje hoger tussen de wijnranken. Een strategische ligging die nog eens wordt onderstreept doordat het gebouw meer op een vesting lijkt dan op een kerk. Bovendien ligt om de kerk een stevige muur met slechts één ingang die behoorlijk is versterkt. Zeer opmerkelijk is dat de kerk nu zowel door protestanten als door katholieken wordt gebuikt. ’s Ochtends wordt de katholieke eredienst gegeven, ’s middags gebruiken de protestanten de middenbeuk.

We parkeren de motorhome aan het dierenpark. Het park was oorspronkelijk opgezet door vrijwilligers om de ooievaars in de streek te redden en zo het aantal in de Elzas te vergroten. Indien je hoge verwachtingen hebt van het park, kom je bedrogen. Het is eerder bescheiden en huisvest enkel inheemse diersoorten. We spotten er een soort grote ratten, otters, watervogels, … en uiteraard ooievaars.

We lassen een rustige dag in, en de rest van de dag verpozen we op de camping in Riquewihr.
Dag 9
Van op de camping wandelen we naar Riquewihr. Het is het stadje dat de meeste toeristen aantrekt in de Elzas. Toch zijn er niet zoveel vandaag. Waarschijnlijk door de afwezigheid van de touringcars. Toen we een aantal jaren geleden ook dit stadje bezochten kon je er over de koppen lopen.

Het stadje heeft een prachtige ligging in een vallei vol wijngaarden en beboste heuvels. De meeste mooie vakwerkhuizen, restaurants en souvenirwinkeltjes bevinden zich in de enige centrale straat de "Rue du Général de Gaulle". Deze wordt aan de ene zijde begrenst door het gemeentehuis en aan de andere kant door het Verdedigingsbolwerk "de Dolder", een toren die in 1291 gebouwd is bovenop de toegangspoort. Een deel van de stadsmuren dient nu als museum over het leven van vroeger. Het is zeker aan te raden om te doen zoals wij. Wij bezochten ook de zijstraatjes waar zich eveneens prachtige huizen bevinden in de typische vakwerkhuizenstijl.
In de hoofdstraat zijn er tal van restaurants waar je voor een redelijke prijs goed kan eten. Er zijn in Riquewihr ook zeer veel wijnkelders. Ik ging zo’n kelder binnen met de bedoeling een flesje lekkere wijn te kopen. De wijnboer was zéér enthousiast, en tijdens het proeven van enkele glaasjes werd ik ondergedompeld in de wijngeschiedenis en -cultuur van Riquewihr. De riesling die hij me voorstelde was uitzonderlijk en niet duur.

’s Avonds kregen we ook op deze camping het bezoek van een ooievaar. Na een paar vruchteloze pogingen slaagde ik er in om hem uit mijn hand te laten eten. Monique had hierdoor wel een aantal roze garnalen minder.
Dag 10
We bevinden ons in Kaysersberg. Voor ons is dit toch wel het meest schilderachtige dorpje dat we tot nog toe bezochten in de Elzas. Je komt het dorp binnen via de prachtige, oude versterkte brug uit 1514. De rivier La Weiss loopt dwars door Kaysersberg. De twee helften van het dorp worden bij elkaar gehouden door deze brug, die een bezienswaardigheid op zichzelf is. Doordat hij relatief breed is heeft zich een soort pleintje gevormd met in het midden van de brug zelfs een kleine kapel. We wandelen verder en onmiddellijk zie je waarom dit dorp zo pittoresk is. De geplaveide steegjes, de oude huizen met houten muren. Het ene mooie huis volgt het andere op.
Voor we de rest van het dorp gaan ontdekken maken we de klim naar ruïnes van het kasteel. Zoals in zovele dorpen ligt het kasteel hoog boven de rest van het dorp. Uiteraard met een reden. De toegangsweg is steil en kronkelt naar boven. Deze eindigt waar de trappen beginnen. 252 trappen hoger bereiken we de gerestaureerde toren. Éénmaal boven (nog eens 125 trappen) heb je een prachtig uitzicht over het omringende landschap.
Van het kasteel dalen we af naar de andere kant van het dorp. We beleven nog een aangename namiddag bij het aanschouwen van de nog vele bezienswaardigheden waarlangs we wandelen: het stadhuis in Rijn renaissance stijl, de kerk “Église de l’Invention-de-la-Sainte-Croix” uit 1521. Binnen valt het oog meteen op de grote kunstwand aan het einde van het gangpad. Deze wand geeft het verhaal van de dood en wederopstanding van Jezus weer. In de rest van de kerk zijn ook vele prachtige houtsnijwerken, beelden en ornamenten te zien.
Voor de ingang van de kerk vind je een prachtige fontein, la Fontaine Constantin, geheel passend bij de rest van het dorp met mooie versieringen. Deze fontein staat hier eveneens al sinds 1521 en werkt nog steeds.
Aan de rand van het dorp is het geboortehuis van Albert Schweitzer gelegen. In 1952 ontving hij de nobelprijs voor de vrede. Sommigen maken zich de bedenking: Schweitzer was toch een Duitser. Ja, dat klopt, maar op het ogenblik van zijn geboorte, in 1875, was de Elzas Duits grondgebied. Hij wordt in Kaysersberg, in zijn geboortehuis, herdacht in de vorm van een museum dat in zijn naam geopend. We konden dit museum niet bezoeken, het was helaas gesloten wegens renovatie.
Dag 11
Na eens uitgeslapen te hebben was het tijd om boodschappen te doen. Daarna reden we verder naar Colmar waar we pas na de middag op de camping terecht konden. We blijven er twee nachten.

Het was een rustige namiddag. De enige activiteit die we deden was luieren in de zon, met een glaasje Elzasserwijn.
Dag 12
Vandaag bezoeken we het centrum van Colmar, één van de beste bewaarde steden van de Elzas.
De oude stadskern is een waar doolhof van straten en steegjes. Gewapend met een stadsplannetje wandelden we door de wirwar van deze straatjes en langs de hoogtepunten. Een voormalig klooster herbergt het "musée d'Unterlinden", dat een grote collectie van Middeleeuwse schilders en beeldhouwers herbergt. De vele prachtige vakwerkhuizen flankeren de smalle straatjes. Niet te missen, vind ik, zijn het maison des têtes, het maison Pfister, het "ancien corps de Garde" (het vroegere wachthuis uit de 16e eeuw) en het musée Bartholdi. Bartholdi is de man die het Vrijheidsbeeld van New York ontwierp.

We wandelden verder door de "Rue des tanneurs", de straat van de leerlooiers, naar het riviertje de Lauch. Deze wijk noemt men "la petite Venise", het kleine Venetië. Aan de oevers werden huizen gebouwd, die nu in de zomer schitteren met hun prachtige bloemen. Vanop de bruggen over het riviertje heb je een zeer mooi uitzicht over deze idyllische oevers. Je kan er ook een boottochtje maken.
Een leuke tip misschien: in de Grand Rue, pal in het midden van het oude centrum, hebben we zéér goed gegeten in het restaurant "au Fer rouge". Alle traditionele gerechten uit de Elzas zijn er te verkrijgen. Ik at er de baeckeoffe, en Monique at een jambonneau met honing (hammetje met been)! Een recept om zeker eens op te zoeken;

De Baeckeoffe is een stoofpotje opgediend in een stenen pot. De bereiding ervan duurt 2 à 3 dagen. In de meeste restaurants is dit daardoor niet elke dag verkrijgbaar. In verschillende lagen krijg je aardappelen, varkensvlees, groenten, schaaps- en rundsvlees. Doordat het een tweetal dagen vooraf is klaargemaakt lopen alle smaken door elkaar. Zeker proeven bij een bezoek aan de Elzas!
We keren terug richting Place d'Unterlinden, en wandelen door het park Champ de Mars. Een prachtige laan met bomen vertrekt aan de Préfecture du Haut-Rhin, een bestuursgebouw van het departement Haut-Rhin met het secretariaat en het kabinet van de prefect.  Het is niet toegankelijk voor het publiek.  De bomenrij eindigt centraal in het park aan de monumentale fontein: “Fontaine admiral Bruat”. Het monument werd gebeeldhouwd door Bartholdi. Admiraal Bruat werd geboren Colmar en was heel belangrijk voor Frankrijk en zijn Franse vloot en heeft tal van overwinningen op zijn naam staan. Hij stierf echter niet in een oorlog, maar wel door cholera. Hij ligt begraven op de begraafplaats Père La chaise in Parijs.
Op het einde van het park staat een authentieke paardenmolen en ben je op de “Place Rapp”. Ook met een monument van een generaal, Generaal Rapp. En ook dit monument werd ontworpen door Bartholdi.

Na een zeer intense, maar boeiende dag hebben we die nacht als marmotten geslapen.
Dag 13
We naderen het einde van de "route des vins" en zijn in Eguisheim aangekomen, een dorp met een merkwaardige bouwwijze en omgeven is door talrijke wijngaarden.
De smalle straatjes lopen in cirkels rondom een kasteel uit de dertiende eeuw. Van de burcht is alleen de kapel nog over maar is het bezoeken waard. Het centrum is compleet is afgesloten door een rondweg die gelijk een slotgracht het centrum van het dorp compleet afsluit. Eénmaal binnen de poorten ontdek je het specifieke karakter met een wirwar van huizenblokken. We wandelen over de met kasseien bedekte straatjes en ontdekken verder nog fonteinen, mooie pleintjes en prachtige gekleurde huizen.
De kerk herbergt een 13e-eeuwse "Opening Virgin". Een houten mariabeeld die twee luiken bevat. Ik kan zeer goed begrijpen waarom Eguisheim bekend staat als een van de mooiste dorpen van Frankrijk.

Uiteraard speelt wijn een hoofdrol in Eguisheim. Het dorp  herbergt zeer veel wijnbouwers en bij allemaal kan je wijn degusteren.

We verkozen om de nacht door te brengen op het binnenhof van een wijnboer. Dit bij Pierre de Vigne (familie Bannwarth). We werden er zeer hartelijk ontvangen door de wijnboer. Een wijndegustatie kon zeker niet ontbreken en de wijn vloeide rijkelijk …
Dag 14
We worden ondergedompeld in een stukje architecturale geschiedenis van de Elzas. We bezoeken het openluchtmuseum in Ungersheim, het “l’écomusée d’Alsace”. Een levend dorp uit de 19e – 20e eeuw. Het is tevens onze laatste halte op de ‘route des vins’.

Meer dan 80 gebouwen, zowel traditioneel als modern, zijn er, steen per steen, kleihomp per kleihomp, opnieuw opgetrokken in een zeer mooie omgeving. Ze geven een perfect beeld weer van hoe het leven was in een Elzasser dorp aan het begin van de 20e eeuw. Je ziet er demonstraties van traditionele ambachten en kan er rondleidingen te voet, in een boot of in een wagen volgen. Wij kuieren langs boerderijen, de pottenbakker, een smid, een wagenmaker, kuipers, mandenvlechters, zadelmakers, een schooltje, de barbier (huisje was gesloten, spijtig) ...
Vanop de versterkte toren, die aan de wallen in Mulhouse stond, heb je een prachtig zicht op het domein. Aanpalend is een renaissancetuin aangelegd. Aan de andere zijde een kruidentuin.

Op het ogenblik van ons bezoek was er een folkfestival aan de gang. Verscheidene muziekgroepjes speelden passende nummers met de oude gebouwen als décor.
Dag 15
Onze laatste dag in de Elzas. We hebben de wijngaarden achter ons gelaten en zijn nu in het Zuiden van de Elzas, namelijk in Mulhouse. Deze stad heeft de naam de tweede grootste museumstad te zijn in Frankrijk. De bekendste daarvan zijn de Cité du Train, een museum over de geschiedenis van de spoorwegen, en de Cité de l’Automobile, gewijd aan oude auto’s. Wij bezochten er geen musea.

Mulhouse is ook een winkelstad. Doch is het zondag. Alle winkels zijn gesloten. De stad lijkt ingeslapen en doods. Er loopt bijna niemand door de stad. Noch lokale bevolking, noch toeristen.

Het historisch centrum is klein, en dit voor zo’n grootstad. Het beperkt zich bijna uitsluitend rond de Place de la Réunion. Je vindt er o.a. het stadhuis uit 1551 en de neogotische protestante Saint-Etienne tempel.

Gelukkig waren op dit centrumplein enkele horecazaken geopend en konden we toch iets nuttigen op een terras.
In feite is Mulhouse voor ons een grote tegenvaller.
Dag 16
En toch kunnen we onze reis ‘langs de wijngaarden van de Elzas’ in schoonheid beëindigen. Op terugweg naar huis maken we halt in Metz.

Metz is gelegen op de Route du Soleil. Velen namen deze route al richting Spanje en rijden deze stad meestal gewoon voorbij. De volgende keer kan je misschien doen zoals wij en deze tussenstop inlassen.
We komen er toe in de namiddag en boeken een plaatsje voor de nacht op de ‘camping municipal’ op wandelafstand van het centrum.
Metz is een prachtige stad gelegen aan de oevers van de Moezel. De Moezel loopt dwars door de stad. Heb je wat meer tijd dat moet je zeker langs de Esplanade wandelen. Daar zie je Moezel op zijn mooist.

We wandelen via “L’île du Petit Saulcy”, een eilandje tussen twee kronkels in de Moezel, naar de binnenstad. Centraal staan de Duitse kerk Temple Neuf en het oudste werkzame theater van Frankrijk te pronken.
Wanneer we het historische centrum naderen valt de gigantische kathedraal St Etienne onmiddellijk op. Binnen vergapen we ons aan de grootste oppervlakte glas-in-lood ramen van Frankrijk. Gewoon prachtig.
We passeren voorbij “De Ports des Allemands”. Een gigantisch kasteel zomaar midden in de stad. Een stadspoort met torens, kantelen, poorten en ophaalbruggen.
Let wel, we lieten ons vertellen dat de buurt tussen deze poort en het centrum ‘s avonds een beetje onveilig zou zijn door de vele duistere figuren die er rondlopen.

Het Quartier Impérial, de Duitse wijk van de stad, hebben we niet aangedaan. Heb je de mogelijkheid, dan moet dit zeker doen. Het station is al geweldig, met fraaie reliëfs, de prachtige boekhandel (vroeger was dit het keizerlijk restaurant) en uitbundige glas-in-loodramen. Bekijk ook zeker het lichtpaarse postkantoor aan de overkant.
We sluiten onze wandeling af aan de ‘Marché Couvert’. Oorspronkelijk gebouwd als bisschoppelijk paleis, maar nu doet het paleis dienst als overdekte markt. We konden deze spijtig genoeg niet binnen. De markt is enkel in de voormiddag open. We zoeken dan maar aan de overkant een terrasje op. Even het thuisfront bellen om alle belevingen reeds te delen.
Dag 17
Tijd om naar huis te rijden. De route gaat via het Groothertogdom Luxemburg voor het noodzakelijke tanken en de nodige tabaksproducten in te slaan, om in de namiddag thuis voldaan in de zetel neer te ploffen.

We kunnen wederom terugblikken op een zeer geslaagde reis vol hoogtepunten en leuke ervaringen.
Overzicht overnachtingen
Aire de Camping-car Park – Avenue de l’Europe, Amnéville – gps: n 49.247913 o 006.138168 – 32pl/12.80€  - alle voorzieningen – naast zoo gelegen; het gebrul van de leeuwen was tot op de camperplaats te horen.

Domaine Xavier Muller
- Camperplaats France Passion – 5pl/gratis – geen voorzieningen – gps: 48.61951  007.48116 – gevestigd in een oude molen dicht bij het centrum van het dorp en de wijngaarden.

Camping municipal Le Vallon de l'Ehn - 1, rue de Berlin, 67210 Obernai – 21,90€/nacht – alle voorzieningen – restaurant, winkeltje, souvenirs, postkaarten en zegels, broodjesservice – 1,1km van centrum

Camping Municipal Les Cigognes - Rue de la Première D.F.L., Selestat - gps: 48.25434 / 7.44744 – 18,30€/nacht – alle voorzieningen – Flammkuchen te verkrijgen en proeverij van Elzaswijnen in juli - augustus - in juli en augustus ook een specifiek verkooppunt voor brood en gebak, vanaf 8.30 uur. Welkomstdrankje elke vrijdagmiddag van juli tot augustus – 5 minuten van centrum - er is ook een camperplaats in de buurt, eigendom van camping – 15pl/9€ - alle voorzieningen

Cave de Ribeauvillé - Officiële camperplaats - Route de Colmar  68150 Ribeauvillé  GPS: n48.19076 o7.32955 – 22pl/15€ - alle voorzieningen incluis – 500m van dorp

Camping de Riquewihr - 1 Route du Vin, 68340 Riquewihr – gps: 48.162189 / 7.316939 – 22,5€/nacht – alle voorzieningen – alle dagen vers brood – 1,5km van ingang centrum dorp

Camping municipal Kaysersberg - rue des Acacias, Kaysersberg-Vignoble - 22€/nacht – alle voorzieningen – 1,5 km van centrum

Camping de L’Ill Colmar - 1 allée du Camping, 68180 Colmar – 29,65€ of 32,65€ (aan het water)/nacht – alle voorzieningen – restaurant – winkeltje met broodservice (aan het onthaal) –  toegang tot camping vanaf 14u, ze zijn er zeer strikt op - 2,5km van centrum. Je kan er eventueel de bus 1076 nemen: halte aan grand rue (halte camping de l’ill) naar colmar centrum (halte Rapp)

Officiële camperplaats bij wijnboer Pierre de Vigne (familie Bannwarth) - Grand Rue,  68420 Eguisheim - GPS: n48.04146 o7.30982 – 33pl/12€ - alle voorzieningen opgelet met stroom: is maar 3A – wanneer je afval hebt spreek je best de uitbater aan, hij zal zeker je afval aannemen; er zijn bewust geen vuilbakken geplaatst omdat hij er al veel miserie mee had (achterlaten grote hoeveelheden afval, diefstal van zijn materiaal, …) – net buiten centrum gelegen – op het binnenhof zijn een 10tal verharde plaatsen voorzien. De andere plaatsen zijn op een aanpalend terrein achter het hoofdgebouw gelegen – zeer hartelijk onthaal – en voor de wijnliefhebbers: ze verkopen zeer lekkere wijnen en op de proeverij vloeit de wijn rijkelijk. Voor mij een toplocatie.

Camping de L’ill Mulhouse - 1 Rue Pierre de Coubertin, 68100 Mulhouse – 22€/nacht – alle voorzieningen – ’s avonds komt er een foodtruck op de camping – 2 km van centrum

Camping municipal de Metz - Allée de Metz Plage, 57000 Metz – 17,10€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje met brood – restaurant – aan de oever van de moezel – 800m van centrum


We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Natzweiler-Struthof: voormalig concentratiekamp – route départementale 130, 67130 natzwiller - de parking is te klein om met de motorhome te parkeren. Wij parkeerden iets verderop op een stuk grond naast de weg.

Montagne des singes: parking van het domein - Lieu-dit La Wick, 67600 Kintzheim

Hunawihr: parking van de vlindertuin en/of op parking van het NaturOparC. Beide parken liggen op een aftakking van de Route de Ribeauvillé. Bordjes volgen bij binnenrijden van dorp. Van deze parken is het 850m naar het centrum. Wij parkeerden op de ruime parking van het NaturOparC.

Ungersheim: openluchtmuseum – grote parking - Chemin du Grosswald - 68190 Ungersheim

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018. All right reserved
Dag 15
Onze laatste dag in de Elzas. We hebben de wijngaarden achter ons gelaten en zijn nu in het Zuiden van de Elzas, namelijk in Mulhouse. Deze stad heeft de naam de tweede grootste museumstad te zijn in Frankrijk. De bekendste daarvan zijn de Cité du Train, een museum over de geschiedenis van de spoorwegen, en de Cité de l’Automobile, gewijd aan oude auto’s. Wij bezochten er geen musea.

Mulhouse is ook een winkelstad. Doch is het zondag. Alle winkels zijn gesloten. De stad lijkt ingeslapen en doods. Er loopt bijna niemand door de stad. Noch lokale bevolking, noch toeristen.

Het historisch centrum is klein, en dit voor zo’n grootstad. Het beperkt zich bijna uitsluitend rond de Place de la Réunion. Je vindt er o.a. het stadhuis uit 1551 en de neogotische protestante Saint-Etienne tempel.

Gelukkig waren op dit centrumplein enkele horecazaken geopend en konden we toch iets nuttigen op een terras.
In feite is Mulhouse voor ons een grote tegenvaller.
Dag 16
En toch kunnen we onze reis ‘langs de wijngaarden van de Elzas’ in schoonheid beëindigen. Op terugweg naar huis maken we halt in Metz.

Metz is gelegen op de Route du Soleil. Velen namen deze route al richting Spanje en rijden deze stad meestal gewoon voorbij. De volgende keer kan je misschien doen zoals wij en deze tussenstop inlassen.
We komen er toe in de namiddag en boeken een plaatsje voor de nacht op de ‘camping municipal’ op wandelafstand van het centrum.
Metz is een prachtige stad gelegen aan de oevers van de Moezel. De Moezel loopt dwars door de stad. Heb je wat meer tijd dat moet je zeker langs de Esplanade wandelen. Daar zie je Moezel op zijn mooist.

We wandelen via “L’île du Petit Saulcy”, een eilandje tussen twee kronkels in de Moezel, naar de binnenstad. Centraal staan de Duitse kerk Temple Neuf en het oudste werkzame theater van Frankrijk te pronken.
Wanneer we het historische centrum naderen valt de gigantische kathedraal St Etienne onmiddellijk op. Binnen vergapen we ons aan de grootste oppervlakte glas-in-lood ramen van Frankrijk. Gewoon prachtig.
We passeren voorbij “De Ports des Allemands”. Een gigantisch kasteel zomaar midden in de stad. Een stadspoort met torens, kantelen, poorten en ophaalbruggen.
Let wel, we lieten ons vertellen dat de buurt tussen deze poort en het centrum ‘s avonds een beetje onveilig zou zijn door de vele duistere figuren die er rondlopen.

Het Quartier Impérial, de Duitse wijk van de stad, hebben we niet aangedaan. Heb je de mogelijkheid, dan moet dit zeker doen. Het station is al geweldig, met fraaie reliëfs, de prachtige boekhandel (vroeger was dit het keizerlijk restaurant) en uitbundige glas-in-loodramen. Bekijk ook zeker het lichtpaarse postkantoor aan de overkant.
We sluiten onze wandeling af aan de ‘Marché Couvert’. Oorspronkelijk gebouwd als bisschoppelijk paleis, maar nu doet het paleis dienst als overdekte markt. We konden deze spijtig genoeg niet binnen. De markt is enkel in de voormiddag open. We zoeken dan maar aan de overkant een terrasje op. Even het thuisfront bellen om alle belevingen reeds te delen.
Dag 17
Tijd om naar huis te rijden. De route gaat via het Groothertogdom Luxemburg voor het noodzakelijke tanken en de nodige tabaksproducten in te slaan, om in de namiddag thuis voldaan in de zetel neer te ploffen.

We kunnen wederom terugblikken op een zeer geslaagde reis vol hoogtepunten en leuke ervaringen.
Overzicht overnachtingen
Aire de Camping-car Park – Avenue de l’Europe, Amnéville – gps: n 49.247913 o 006.138168 – 32pl/12.80€  - alle voorzieningen – naast zoo gelegen; het gebrul van de leeuwen was tot op de camperplaats te horen.

Domaine Xavier Muller
- Camperplaats France Passion – 5pl/gratis – geen voorzieningen – gps: 48.61951  007.48116 – gevestigd in een oude molen dicht bij het centrum van het dorp en de wijngaarden.

Camping municipal Le Vallon de l'Ehn - 1, rue de Berlin, 67210 Obernai – 21,90€/nacht – alle voorzieningen – restaurant, winkeltje, souvenirs, postkaarten en zegels, broodjesservice – 1,1km van centrum

Camping Municipal Les Cigognes - Rue de la Première D.F.L., Selestat - gps: 48.25434 / 7.44744 – 18,30€/nacht – alle voorzieningen – Flammkuchen te verkrijgen en proeverij van Elzaswijnen in juli - augustus - in juli en augustus ook een specifiek verkooppunt voor brood en gebak, vanaf 8.30 uur. Welkomstdrankje elke vrijdagmiddag van juli tot augustus – 5 minuten van centrum - er is ook een camperplaats in de buurt, eigendom van camping – 15pl/9€ - alle voorzieningen

Cave de Ribeauvillé - Officiële camperplaats - Route de Colmar  68150 Ribeauvillé  GPS: n48.19076 o7.32955 – 22pl/15€ - alle voorzieningen incluis – 500m van dorp

Camping de Riquewihr - 1 Route du Vin, 68340 Riquewihr – gps: 48.162189 / 7.316939 – 22,5€/nacht – alle voorzieningen – alle dagen vers brood – 1,5km van ingang centrum dorp

Camping municipal Kaysersberg - rue des Acacias, Kaysersberg-Vignoble - 22€/nacht – alle voorzieningen – 1,5 km van centrum

Camping de L’Ill Colmar - 1 allée du Camping, 68180 Colmar – 29,65€ of 32,65€ (aan het water)/nacht – alle voorzieningen – restaurant – winkeltje met broodservice (aan het onthaal) –  toegang tot camping vanaf 14u, ze zijn er zeer strikt op - 2,5km van centrum. Je kan er eventueel de bus 1076 nemen: halte aan grand rue (halte camping de l’ill) naar colmar centrum (halte Rapp)

Officiële camperplaats bij wijnboer Pierre de Vigne (familie Bannwarth) - Grand Rue,  68420 Eguisheim - GPS: n48.04146 o7.30982 – 33pl/12€ - alle voorzieningen opgelet met stroom: is maar 3A – wanneer je afval hebt spreek je best de uitbater aan, hij zal zeker je afval aannemen; er zijn bewust geen vuilbakken geplaatst omdat hij er al veel miserie mee had (achterlaten grote hoeveelheden afval, diefstal van zijn materiaal, …) – net buiten centrum gelegen – op het binnenhof zijn een 10tal verharde plaatsen voorzien. De andere plaatsen zijn op een aanpalend terrein achter het hoofdgebouw gelegen – zeer hartelijk onthaal – en voor de wijnliefhebbers: ze verkopen zeer lekkere wijnen en op de proeverij vloeit de wijn rijkelijk. Voor mij een toplocatie.

Camping de L’ill Mulhouse - 1 Rue Pierre de Coubertin, 68100 Mulhouse – 22€/nacht – alle voorzieningen – ’s avonds komt er een foodtruck op de camping – 2 km van centrum

Camping municipal de Metz - Allée de Metz Plage, 57000 Metz – 17,10€/nacht – alle voorzieningen – winkeltje met brood – restaurant – aan de oever van de moezel – 800m van centrum


We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Natzweiler-Struthof: voormalig concentratiekamp – route départementale 130, 67130 natzwiller - de parking is te klein om met de motorhome te parkeren. Wij parkeerden iets verderop op een stuk grond naast de weg.

Montagne des singes: parking van het domein - Lieu-dit La Wick, 67600 Kintzheim

Hunawihr: parking van de vlindertuin en/of op parking van het NaturOparC. Beide parken liggen op een aftakking van de Route de Ribeauvillé. Bordjes volgen bij binnenrijden van dorp. Van deze parken is het 850m naar het centrum. Wij parkeerden op de ruime parking van het NaturOparC.

Ungersheim: openluchtmuseum – grote parking - Chemin du Grosswald - 68190 Ungersheim
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018
All right reserved