25.08.2023 - Gard (F)
De Gard is een zeer geliefde vakantiebestemming. De naam ontleent het departement aan de rivier de Gardon die in 2 stromen bij Ners samenkomt als één rivier en dan verder gaat als de Gardon zoals die onder de Pont du Gard stroomt, het meer dan 2000 jaar oude Romeinse aquaduct.
Hier kun je in het noorden genieten van de fraaie natuur in de Cevennen, maar in de Gard zijn er ook mooie rivieren zoals de Cèze, Gardon en Vidourle.
De Gard is een echt wandelparadijs. Bij de meeste dorpen zijn speciale parkeerplaatsen (en anders altijd bij de kerk) waar bewegwijzerde wandelingen vertrekken.
Dag 14
Niets vervelender tijdens het vertrekkensklaar maken van de motorhome is regen, en er viel veel regen deze morgen.
Na het doen van de nodige boodschappen (genoeg voor een week) verlaten we de Bourgogne en rijden richting de Gard.
Onze tussenstop vandaag is ten noorden van Lyon gelegen: in Pérouges, een zeer mooi, oud dorp. Terecht één van "les plus beaux villages de France”. Liefhebbers van de middeleeuwen zullen ogen te kort komen. Het middeleeuwse plaatje is geheel compleet, behalve dan de stank en armoede uit die tijd.
Parkeren doe je er op twee parkings net buiten de stadsmuren (3€/dag).
Van zodra je onder de stadspoort (la barbacane) wandelt waan je je in het verleden.
We slenteren over de kasseien van de kronkelende straatjes langs de prachtige huizen, met namen zoals: Maison Cazin, Maison Herriot en Maison des Prince. Hier en daar is er een gezellig pleintje waar je even kan rusten. Op één ervan, een driehoekig pleintje, vind je “Le puits du for”, een met bloemen versierde waterput met een diepte van 34 meter.
Op het hoogste punt van het dorp was het fort gelegen. We ontdekken er “le puits”, de waterput (als enig overblijfsel van dit fort), dat tijdens de middeleeuwen de enige plaats was waar inwoners water konden halen. Iets verderop staat, verscholen in een nis, een beeldje van Saint-Georges, patroonheilige van Pérouges.
We eindigen onze wandeling op het centrale marktplein en tevens hart van het dorp, la Place du Tilleul. Midden op het plein staat een imposante linde boom, er geplant in 1792 ter ere van de eerste republiek. Destijds waren er twee overdekte markthallen. Nu rest er alleen de hal van de wevers, dat nu dienst doet als overdekt terras van de herberg. Het is hier dat we ons  lieten verleiden tot het eten van de lokale lekkernij: la galette de Pérouges.
Gemaakt zoals een pizza: een fijne taartdeeg royaal bedekt met boter en suiker. De suiker is dan mooi gekarameliseerd wanneer "la galette" uit de oven komt.
Voldaan rijden we dan een 15tal km verder om op aire de Camping-car Park de Saint-Vulbas, Rue du Lavoir, de nacht door te brengen.
Dag 15
Vandaag hebben we ongeveer 300 km voor de boeg. Een half uurtje na ons vertrek begint het opnieuw hard te regenen, en het blijft regenen. Voorbij Lyon nemen we een stuk autosnelweg (A7), het is er regelmatig aanschuiven. Het regenweer en het drukke (vakantie)verkeer zorgde voor de vele files.
Na de middag, wanneer we de autosnelweg verlaten, stopt de regen en komt de zon onmiddellijk te voorschijn. Via de Ardèche rijden we tenslotte de Gard binnen.
We houden halt in Anduze, op flower camping Les Fauvettes, route de Saint-Jean-du-Gard. Het is onze bedoeling om hier 4 dagen te verblijven.
Dag 16
Gisteravond en -nacht viel de regen met bakken uit de lucht. Aangezien het maanden geleden was dat het hier nog regende drong het regenwater niet in de grond maar vloeide over de camping naar de laagst gelegen gedeelten, gelukkig had niemand wateroverlast.
Na de middag komt de zon weer te voorschijn en wandelen we van de camping naar het centrum van Anduze, over een afstand van 1,8 km. Het is een gevaarlijke weg om te voet te doen, de auto's rijden rakelings naast je.
Anduze zelf ligt tussen twee rotsen en de rivier kronkelt langs het stadje. Een duik nemen is nu moeilijk aangezien er weinig water in de bedding vloeit.
We kuieren dan door de gezellige steegjes, waar de winkeltjes uitnodigen om een kijkje te nemen.
Groot is het niet, en al snel beland je op de Place du marché met zijn eeuwenoude markthal en pagodefontein. Dorst hebben is er moeilijk, op het terras van de herberg heb je keuze uit 142 Belgische bieren! Op de pancarte stond er zelfs in 't Vlaams vermeld: Duvel van 't vat.
Een andere reden waarom we in Anduze zijn is omdat we er afgesproken hebben met Franse vrienden, die een tweede verblijf hebben een 10tal km verderop. Het was een leuk weerzien na 5 jaar. Op het terras van 'Le petit Jean' hebben we fijn kunnen bijpraten.
En gelukkig moesten we de terugweg naar de camping niet te voet doen! We werden door Jean-Pierre met de auto op de camping afgezet.
Dag 17
We ontwaken met veel bewolking en zeer veel wind. Rond 10u komt de zon tevoorschijn, maar door de wind is het toch fris.
Na de middag nemen we net buiten de camping de 'navette des Gardons', een speciale bus die drie keer per dag langs verscheidene toeristische plaatjes en attracties rijdt. We zijn onderweg naar de Bambouseraie, Europa’s grootste bamboetuin. Een makkelijkere verplaatsing konden we niet hebben. We worden door de chauffeur van de navette afgezet aan de ingang van de bamboetuin.
Onmiddellijk bij het betreden van het domein worden we overweldigd door de bamboe. We zien er o.a. bamboe van bijna 30 meter hoog. De toppen van de bamboe aan beide zijden van het pad zijn met elkaar verbonden geraakt, zodat we zowaar door een tunnel wandelen.
We nemen ruim de tijd om alles te bekijken en in ons op te nemen, want de meer dan 150 jaar oude tuin is ongeveer 15 hectare en je vindt er meer dan 100 verschillende soorten bamboe. We zagen er zo ook de zeldzame zwarte bamboe. Ik hoopte om tussen de bamboe een panda te kunnen waarnemen, maar kwam op dat vlak bedrogen uit.
Maar we zagen niet alleen het reuzenbamboebos. Tussenin rijzen de reuzen van het tropische woud boven het bamboe; de meer dan 100 jaar oude sequoiabomen (mammoetbomen) zijn echt indrukwekkend.
Na even de hangnetten tussen het bamboe op 8 meter hoogte getrotseerd te hebben (Monique bleef wijselijk op een bankje toekijken), vervolgen we onze rondgang door de Mazelserres waar vele exotische planten terug te vinden zijn (de serres zijn gebouwd in 1860 door Eugène Mazel, een gepassioneerd botanicus uit de streek). Ze vormden de basis voor La Bambouseraie). De bonsais waren minder indrukwekkend dan ik gedacht had.
Vervolgens staan we stil bij de Japanse Feng Shui tuin, wandelen we door het dal van de Draak waar waterlelies en lotussen boven het water prijken, en verderop wanen we ons in de Aziatische jungle. Tussen de bamboe verschijnen bananenbomen, ananasstruiken, camelia’s … en plots stoten we op een Laotiaans dorp met typische huisjes in bamboe, een klein rijstveld en een paar hangbuikzwijntjes. Toen ik een zwijntje naar mij lokte en het achter de oren krabde ging het spontaan op zijn rug liggen.
We dwalen nog verder rond en na een tweetal uren beëindigen we onze rondgang via het indrukwekkende pad afgebakend met Chinese palmbomen.
Terugkeren deden we zoals we gekomen waren. De navette pikte ons op aan de ingang en zette ons af net voorbij de camping.
Dag 18
Eén van de hoofdattracties uit de streek is de 'train à vapeurs', een toeristische stoomtrein die rijdt tussen Anduze en Saint-Jean-du-Gard, en dit 4 maal per dag (3x in laagseizoen).
Het is dinsdag, marktdag in Saint-Jean-du-Gard, betekent dat de trein van 9.30u, speciaal voor de markt, geen stoomtrein is maar een diesellocomotief.
Zelf nemen we de trein van 11.30u, wat wel een stoomtrein is.
Ik had de tickets online gekocht en diende ze enkel nog te scannen in het station om zo een papieren ticket te verkrijgen.
De laatste trein vertrekt in Saint-Jean-du-Gard om 16u, wat wil zeggen dat al diegenen die om 9.30u en om 11.30u vertrokken allemaal met dezelfde trein willen terugkeren.
Daarom boekten wij een enkele rit en keerden terug met de navette (die ik gisteren beschreef).
De treinrit zelf is een unieke ervaring; de kadans van de wielen op de sporen, de geur van het staal en de kolen, de stoom en rook die de open wagons binnendringt. Ik raad wel aan niet in de eerste wagon te gaan zitten. Er waren momenten dat de passagiers geen hand voor ogen zagen van de rook.
Tijdens de rit konden we dan ook genieten van mooie  landschap, de rivier de Gardon die tussen de kliffen kronkelde en de paarden die door de vallei galoppeerden.
Bij het aankomen in Saint-Jean-du-Gard was de markt bijna afgelopen, maar we konden er toch nog even langs de kramen slenteren.
Het stadje zelf heeft niet veel te bieden. Er zijn weinig bezienswaardigheden, en aan de paar restaurantjes in het centrum stond een bordje: volzet. In restaurant Le Bistrot konden we toch nog een tafeltje bemachtigen, waarna we lekker gegeten hebben.
Een bezoek aan het historisch museum, waar de geschiedenis van de lokale zijde-industrie aan bod kwam, maakte veel goed.
Twee uur vroeger dan gepland keerden we met de navette terug naar de camping.
Dag 19
We hebben camping Les Fauvettes verlaten en rijden verder zuidwaarts. Via een nieuwsbrief ontdekte ik op een 60tal km van Anduze een mooi plaatsje. We zijn in Goudargues. We installeren er ons op 700m van het dorp op Aire de Camping-car park La Gambione - Route d'Uzes.
In de namiddag wandelen we via een pad langs de rivier de Cèze naar het centrum van het dorp.
Goudargues is een gezellig plaatsje. Het centrum van het dorp wordt doorsneden door een aantal kanaaltjes, die omzoomd worden door eeuwenoude platanen. Onder de platanen zijn er terrassen van de restaurantjes en bars. waar het goed vertoeven is. Vooral 's zomers is het daar gezellig druk. Nu waren er maar enkele tientallen toeristen, maar toch was het er gezellig.
Vanwege de kanaaltjes wordt Goudargues door sommigen ook wel het La Venise Gardoise (Venetië van de Gard) genoemd. Wij vinden deze uitspraak toch een beetje overdreven. Dat neemt niet weg, dat de kanaaltjes het dorp wel heel veel sfeer geven. Een sfeer die een beetje Provençaals aanvoelt.
De kanaaltjes in Goudargues zijn ontstaan uit een beek, die in de 12e eeuw door Benedictijner monniken gekanaliseerd werd. De beek voert het water af van de verschillende bronnen, die in het dorp ontspringen. Een aantal van die bronnen is nog steeds duidelijk herkenbaar. Zo wandelden we voorbij de fontein midden op het grote marktplein, die wordt gevoed door een bron, en bij het binnenkomen van het dorp bleven we even staan aan de fraai gerestaureerde wasplaats aan de Avenue du Lavoir. Het water dat uit de muil van de kikker stroomt is eveneens afkomstig van een bron.
25.08.2023 - Gard (F)
De Gard is een zeer geliefde vakantiebestemming. De naam ontleent het departement aan de rivier de Gardon die in 2 stromen bij Ners samenkomt als één rivier en dan verder gaat als de Gardon zoals die onder de Pont du Gard stroomt, het meer dan 2000 jaar oude Romeinse aquaduct.
Hier kun je in het noorden genieten van de fraaie natuur in de Cevennen, maar in de Gard zijn er ook mooie rivieren zoals de Cèze, Gardon en Vidourle.
De Gard is een echt wandelparadijs. Bij de meeste dorpen zijn speciale parkeerplaatsen (en anders altijd bij de kerk) waar bewegwijzerde wandelingen vertrekken.
Dag 14
Niets vervelender tijdens het vertrekkensklaar maken van de motorhome is regen, en er viel veel regen deze morgen.
Na het doen van de nodige boodschappen (genoeg voor een week) verlaten we de Bourgogne en rijden richting de Gard.
Onze tussenstop vandaag is ten noorden van Lyon gelegen: in Pérouges, een zeer mooi, oud dorp. Terecht één van "les plus beaux villages de France”. Liefhebbers van de middeleeuwen zullen ogen te kort komen. Het middeleeuwse plaatje is geheel compleet, behalve dan de stank en armoede uit die tijd.
Parkeren doe je er op twee parkings net buiten de stadsmuren (3€/dag).
Van zodra je onder de stadspoort (la barbacane) wandelt waan je je in het verleden.
We slenteren over de kasseien van de kronkelende straatjes langs de prachtige huizen, met namen zoals: Maison Cazin, Maison Herriot en Maison des Prince. Hier en daar is er een gezellig pleintje waar je even kan rusten. Op één ervan, een driehoekig pleintje, vind je “Le puits du for”, een met bloemen versierde waterput met een diepte van 34 meter.
Op het hoogste punt van het dorp was het fort gelegen. We ontdekken er “le puits”, de waterput (als enig overblijfsel van dit fort), dat tijdens de middeleeuwen de enige plaats was waar inwoners water konden halen. Iets verderop staat, verscholen in een nis, een beeldje van Saint-Georges, patroonheilige van Pérouges.
We eindigen onze wandeling op het centrale marktplein en tevens hart van het dorp, la Place du Tilleul. Midden op het plein staat een imposante linde boom, er geplant in 1792 ter ere van de eerste republiek. Destijds waren er twee overdekte markthallen. Nu rest er alleen de hal van de wevers, dat nu dienst doet als overdekt terras van de herberg. Het is hier dat we ons  lieten verleiden tot het eten van de lokale lekkernij: la galette de Pérouges.
Gemaakt zoals een pizza: een fijne taartdeeg royaal bedekt met boter en suiker. De suiker is dan mooi gekarameliseerd wanneer "la galette" uit de oven komt.
Voldaan rijden we dan een 15tal km verder om op aire de Camping-car Park de Saint-Vulbas, Rue du Lavoir, de nacht door te brengen.
Dag 15
Vandaag hebben we ongeveer 300 km voor de boeg. Een half uurtje na ons vertrek begint het opnieuw hard te regenen, en het blijft regenen. Voorbij Lyon nemen we een stuk autosnelweg (A7), het is er regelmatig aanschuiven. Het regenweer en het drukke (vakantie)verkeer zorgde voor de vele files.
Na de middag, wanneer we de autosnelweg verlaten, stopt de regen en komt de zon onmiddellijk te voorschijn. Via de Ardèche rijden we tenslotte de Gard binnen.
We houden halt in Anduze, op flower camping Les Fauvettes, route de Saint-Jean-du-Gard. Het is onze bedoeling om hier 4 dagen te verblijven.
25.08.2023 - Gard  (F)
De Gard is een zeer geliefde vakantiebestemming. De naam ontleent het departement aan de rivier de Gardon die in 2 stromen bij Ners samenkomt als één rivier en dan verder gaat als de Gardon zoals die onder de Pont du Gard stroomt, het meer dan 2000 jaar oude Romeinse aquaduct.
Hier kun je in het noorden genieten van de fraaie natuur in de Cevennen, maar in de Gard zijn er ook mooie rivieren zoals de Cèze, Gardon en Vidourle.
De Gard is een echt wandelparadijs. Bij de meeste dorpen zijn speciale parkeerplaatsen (en anders altijd bij de kerk) waar bewegwijzerde wandelingen vertrekken.
Dag 14
Niets vervelender tijdens het vertrekkensklaar maken van de motorhome is regen, en er viel veel regen deze morgen.
Na het doen van de nodige boodschappen (genoeg voor een week) verlaten we de Bourgogne en rijden richting de Gard.
Onze tussenstop vandaag is ten noorden van Lyon gelegen: in Pérouges, een zeer mooi, oud dorp. Terecht één van "les plus beaux villages de France”. Liefhebbers van de middeleeuwen zullen ogen te kort komen. Het middeleeuwse plaatje is geheel compleet, behalve dan de stank en armoede uit die tijd.
Parkeren doe je er op twee parkings net buiten de stadsmuren (3€/dag).
Van zodra je onder de stadspoort (la barbacane) wandelt waan je je in het verleden.
We slenteren over de kasseien van de kronkelende straatjes langs de prachtige huizen, met namen zoals: Maison Cazin, Maison Herriot en Maison des Prince. Hier en daar is er een gezellig pleintje waar je even kan rusten. Op één ervan, een driehoekig pleintje, vind je “Le puits du for”, een met bloemen versierde waterput met een diepte van 34 meter.
Op het hoogste punt van het dorp was het fort gelegen. We ontdekken er “le puits”, de waterput (als enig overblijfsel van dit fort), dat tijdens de middeleeuwen de enige plaats was waar inwoners water konden halen. Iets verderop staat, verscholen in een nis, een beeldje van Saint-Georges, patroonheilige van Pérouges.
We eindigen onze wandeling op het centrale marktplein en tevens hart van het dorp, la Place du Tilleul. Midden op het plein staat een imposante linde boom, er geplant in 1792 ter ere van de eerste republiek. Destijds waren er twee overdekte markthallen. Nu rest er alleen de hal van de wevers, dat nu dienst doet als overdekt terras van de herberg. Het is hier dat we ons  lieten verleiden tot het eten van de lokale lekkernij: la galette de Pérouges.
Gemaakt zoals een pizza: een fijne taartdeeg royaal bedekt met boter en suiker. De suiker is dan mooi gekarameliseerd wanneer "la galette" uit de oven komt.
Voldaan rijden we dan een 15tal km verder om op aire de Camping-car Park de Saint-Vulbas, Rue du Lavoir, de nacht door te brengen.
Dag 15
Vandaag hebben we ongeveer 300 km voor de boeg. Een half uurtje na ons vertrek begint het opnieuw hard te regenen, en het blijft regenen. Voorbij Lyon nemen we een stuk autosnelweg (A7), het is er regelmatig aanschuiven. Het regenweer en het drukke (vakantie)verkeer zorgde voor de vele files.
Na de middag, wanneer we de autosnelweg verlaten, stopt de regen en komt de zon onmiddellijk te voorschijn. Via de Ardèche rijden we tenslotte de Gard binnen.
We houden halt in Anduze, op flower camping Les Fauvettes, route de Saint-Jean-du-Gard. Het is onze bedoeling om hier 4 dagen te verblijven.
Dag 16
Gisteravond en -nacht viel de regen met bakken uit de lucht. Aangezien het maanden geleden was dat het hier nog regende drong het regenwater niet in de grond maar vloeide over de camping naar de laagst gelegen gedeelten, gelukkig had niemand wateroverlast.
Na de middag komt de zon weer te voorschijn en wandelen we van de camping naar het centrum van Anduze, over een afstand van 1,8 km. Het is een gevaarlijke weg om te voet te doen, de auto's rijden rakelings naast je.
Anduze zelf ligt tussen twee rotsen en de rivier kronkelt langs het stadje. Een duik nemen is nu moeilijk aangezien er weinig water in de bedding vloeit.
We kuieren dan door de gezellige steegjes, waar de winkeltjes uitnodigen om een kijkje te nemen.
Groot is het niet, en al snel beland je op de Place du marché met zijn eeuwenoude markthal en pagodefontein. Dorst hebben is er moeilijk, op het terras van de herberg heb je keuze uit 142 Belgische bieren! Op de pancarte stond er zelfs in 't Vlaams vermeld: Duvel van 't vat.
Een andere reden waarom we in Anduze zijn is omdat we er afgesproken hebben met Franse vrienden, die een tweede verblijf hebben een 10tal km verderop. Het was een leuk weerzien na 5 jaar. Op het terras van 'Le petit Jean' hebben we fijn kunnen bijpraten.
En gelukkig moesten we de terugweg naar de camping niet te voet doen! We werden door Jean-Pierre met de auto op de camping afgezet.
Na onze kleine wandeling zoeken we één van de terrassen onder de platanen op. Het is er goed vertoeven aan het water, uiteraard met een drankje. Het grappige was dat de serveerster dacht dat ze mij een speciaal biertje kon geven. Tot ze hoorde dat we van België waren en dat jupiler onze “dagschotel” is.
Dag 20
We laden alles in en vertrekken om 18 km verder terug halt te houden. Aangezien we alles te voet doen zoek ik steeds een overnachtingsplaats op wandelafstand van de plaats die we willen bezoeken, vandaar de soms korte afstanden.
Vandaag zijn we in La Roque-sur-Cėze, een pittoresk dorpje hoog op een heuvel. Beneden vloeit de rivier de Cėze. We installeren de camper opnieuw op een camperplaats van Camping-car Park, dit op de route de Saint-Laurent.
In de voormiddag wandelen we iets voorbij het dorp naar de Cascades du Sautadet, watervallen op de rivier de Cèze.
Het is geen watermassa die van grote hoogte naar beneden valt, maar daarom niet minder mooi. Door de vele rotspartijen bestaat de Cascades du Sautadet niet uit één waterval maar uit meerdere. De meeste zijn slechts een meter hoog en tussen de watervallen vind je ondiepe poelen water. Er is een geheel stelsel ontstaan van gangen, kloven en beekjes en dit zorgt voor een prachtig plaatje. De kloven eindigen dan aan de zogenaamde plage. Een plek waar de rivier terug wat dieper en breder is en met mooie stroken keien errond. Voor de Franse families uit de streek de perfecte plek voor een frisse duik of om even pootje te baden.
Na wat klauterwerk slaag ik er in om het mooiste deel van de waterval te benaderen. Monique kijkt wijselijk toe, zittend op een steen aan de kloof.
Na de middag wandelen we dan naar het dorp. Eerst de brug over de rivier heelhuids overkomen. Ze is amper twee meter breed en waar auto's beurtelings overrijden. Als je strak tegen het muurtje gaat staan dan raken de spiegels van de auto's je net niet. Gelukkig zijn er twee uitwijkmogelijkheden waar je veilig kunt wachten tot de auto's de brug over zijn.
Daarna begint het klimwerk. De steile keiweggetjes leiden ons het pittoreske dorpje binnen. Wat opvalt is dat bijna niemand te bespeuren valt. Vermoedelijk zoekt iedereen de koelte van het rivierwater op. Via de kapel stijgen we verder langs de schilderachtige straatjes met de stenen huisjes.
Ik vat de steilste klim aan langs de Monte du Chateau. Een weggetje dat naar het vervallen kasteel leidt bovenop de heuvel.
De keien worden voelbaar onder de voeten, de zon brandt op mijn huid en mijn ademhaling wordt zwaar, maar met een voldaan gevoel bereik ik de top.
Het panorama was de inspanning meer dan waard. Het verre zicht op de omgeving is prachtig. In de verte zie ik zowaar, zei het wazig, de Mont Ventoux.
Tijdens het naar beneden gaan zie ik op een pleintje tafeltjes en stoelen staan (die had ik blijkbaar niet gezien tijdens het naar boven klauteren). Blijkt een bistro te zijn. Ik zoek de uitbaatster en drink een lokaal biertje alvorens ik lager Monique vervoeg.
Terug aan de camper kunnen we terugblikken op een misschien iets vermoeiende, maar toch zeer aangename dag.
Dag 21
Deze morgen start mistig, maar tegen 10u schijnt de zon terug volop.
We zijn in het stadje Uzès aangekomen. We hebben nog een plaatsje op de gratis camperplaats van het wijndomein Saint-Firmin, Rue Saint-Firmin, Uzès – gps: N 44.01671, O 004.42087.
Het is bijna middag, ideaal om op het wijndomein te aperitieven. Dit doe ik met een zeer lekkere wijn van het domein, vergezeld van wat olijven. Met een kleine voorraad wijn, druivensap en wat vijgenconfituur gaan we terug naar de camper.
In de namiddag bezoeken we het historische centrum van het stadje. Het is er gezellig druk, mede doordat veel Parijzenaren het charmante  Uzės in hun hart hebben gesloten. De rijke geschiedenis vertaald zich in de vele monumenten waaronder imposante herenhuizen. We slenteren door de gezellige steegjes, de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes en langs pleintjes.
Enkele monumenten zijn: de opmerkelijke romaanse Fenestrelletoren, een overblijfsel van de oude kathedraal, die bijzonder is omdat hij de enige ronde klokkentoren van Frankrijk is; de kathedraal Saint-Théodorit met zijn opmerkelijk orgel, is ook een bezoekje waard.
Het middelpunt van het centrum en zeker niet te missen is “la Place aux Herbes”, het Kruidenplein, een mooi plein met fontein en veel groene platanen. Op dit plein met zijn terrasjes, cafés en restaurants is het aangenaam vertoeven en zo zoeken wij er ook een terrasje op.
Elke zaterdagmorgen vindt er op la Place aux herbes en in de omliggende straten een Provençaalse markt plaats (is ook de reden waarom de camperplaats om 17.00u al overvol staat). Je kan er typische lokale gerechtjes en producten uit de streek proeven.
Deze markt is, volgens ingewijden, de mooiste markt van Zuid-Frankrijk.
Morgen zullen we ontdekken of dit ook zo is!
Dag 22
Deze morgen gaan we de bewering na: is de markt van Uzės de mooiste van Zuid-Frankrijk?
Om 9.30u is het al tamelijk druk. We komen op het centrale deel van de markt op la Place des herbes.
Eerlijk gezegd: het is er gezellig. We kuieren tussen de kraampjes onder de platanen en alle geuren van de producten komen je tegemoet. Je maakt er praatjes met totaal onbekende mensen en de sfeer is er zeer gemoedelijk en rustig.
We hebben al verschillende markten bezocht ik het zuiden, en ja, deze van Uzės behoort tot de betere volgens ons. Uiteraard is dit zeer persoonlijk.
Na ons bezoek drinken we nog een koffie op een terras, waarna we vertrekken richting Pont du Gard.
We installeren ons op een Aire de Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins.
Na een middagdutje wandelen we naar de Pont du Gard. Blijkt dat het toch een 2,5 km wandelen is vanaf de camperplaats. Na een eindje meegewandeld te hebben besluit Monique om terug te keren naar de motorhome, en de rest van de namiddag rustig door te brengen en het eten voor vanavond voor te bereiden. Ik wandel verder en bereik de prachtige brug over de rivier de Gardon. De brug is gebouwd in de eerste eeuw na christus door de Romeinen als aquaduct (voor het transport van water). Met zijn drie niveaus en 49 meter hoogte is de Pont du Gard echt wel indrukwekkend. Ongelofelijk hoe goed dit monument bewaard gebleven is. Het is er zalig vertoeven aan de oevers en velen nemen een duikje in het frisse water of huren een kano om onder de brug door te varen. Ik aanschouw alles vanaf de oever en wanneer ik over de brug wandel heb ik een mooi zicht op de rivier, de gorges en de omgeving. Een bezoek meer dan waard!
Dichterbij de brug is wel een camping (la sousta) en parkeren in de omgeving kan je enkel op de naast de site gelegen parking (ticket: 9€).
Dag 23
In de voormiddag stoppen we even in Saint-Gilles. Parkeren doen we op de parking Charles De Gaulle, Impasse Gambetta. Dit is ook een gratis camperplaat. De stad Saint-Gilles wordt ook de poort van de Camargue Gardoise genoemd en is een belangrijke plaats voor bedevaarders op weg naar Santiago de Compostella.
Het is er druk want bewoners gaan er op zondagmorgen naar de markt. We bezoeken de 12e-eeuwse Saint-Gillesabdijkerk, net zoals een paar bedevaarders. We kunnen echter niet rondwandelen in de kerk omdat er net een dienst begon.
Na een korte wandeling door het oude stadje en het drinken van een aperitief op een terras.
We rijden daarna door naar Vauvert, alwaar we ons installeren op Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert. Het is onze bedoeling om hier drie nachten te verblijven en de camping te gebruiken als uitvalsbasis voor onze volgende bestemmingen.
Het is echt een leuke, verzorgde camping met zeer vriendelijke uitbaters.
Het is 18u, tijd om mijn verslag af te ronden, want het is 'happy hour' op het terras van de camping!
Dag 24
Na een rustige voormiddag op de camping rijden we naar Aigues-Mortes. Dit middeleeuws stadje is in de 13e eeuw gebouwd om te dienen als uitvalsbasis voor de kruistochten.
We parkeren op parking P4 (enige waar motorhomes mogen staan, 2€/uur) en wandelen naar het oude stadscentrum op 100m van de parking.
Om het stadscentrum heen, is een stevige muur gebouwd om de stad te beschermen tegen buitenstaanders. De stadsmuur is bijna helemaal intact en bestaat uit 5 torens en 10 stadspoorten. Het is via één van deze poorten dat wij binnengaan.
Je kunt de muur bezichtigen en langs de torens wandelen, maar daar betaal je wel 8€/persoon voor. Wij pasten voor deze ervaring.
De muren zijn in een rechthoek gebouwd en de straatjes erbinnen liggen in de vorm van een dambord. We wandelen er door de smalle straatjes met leuke winkels en langs gezellige pleinen. Het mooiste plein van het stadje is het Place Saint-Louis met een standbeeld van Lodewijk de Heilige.
In het straatje tegenover het plein is de mooie kerk Notre-Dame-des-Sablons gelegen. Deze dateert eveneens van de 13e eeuw. In deze kerk voelde je de geschiedenis. Je neemt er plaats op een bank en beeld je in dat naast jou de tempeliers zitten die hun laatste mis bijwoonden alvorens op kruistochten te vertrekken.
Het was nog steeds zeer warm en we konden de stad niet verlaten zonder eerst de nodige verfrissingen te consumeren op één van de vele terrassen.
Dag 25
Vandaag toeren we even door het landschap van de Camargue.
We starten in de Camargue Gardoise (Petite Camargue), gelegen in het zuiden van de Gard. We rijden door diverse landschappen, bestaande uit meren, rietvelden, moerassen en weides. Kuddes wilde paarden hebben we niet kunnen spotten. De meeste Camargue-paarden zijn van plaatselijke veehouders die naast paarden ook vaak stieren houden. We passeerden verschillende boerderijen
De  witgrijze paarden graasden rustig tussen het riet. Ondertussen bevrijdden koereigers, die bovenop de rug van de paarden stonden, deze van ongedierte. De stieren hadden allen de schaduw opgezocht om ongestoord te herkauwen. Spijtig dat ik nergens een parkeerplaatsje vond zodat ik deze prachtige dieren kon fotograferen. Om deze dieren echt te kunnen fotograferen moet je verder en dieper de Camargue in. Iets wat we op een volgende reis zeker nog doen.
De regio staat vooral bekend om de honderden flamingo’s. De beste plaats om deze vogels waar te nemen is in het natuurreservaat Parc Ornithologique du Pont-de-Gau (8€/persoon), op een viertal km van Saintes-Maries-de-la-mer gelegen.
Het was nog maar 10.30u wanneer wij aan het reservaat waren en de kleine parking stond al helemaal vol. Net naast de parking konden we nog parkeren op een strook naast de rijbaan, maar algauw stond deze ook vol. Is toch een groot minpunt voor dit park.
Door het park zijn twee wandelroutes uitgestippeld die je langs de moerasgebieden gidsen. Er zijn ook een paar observatiehutten.
Onmiddellijk bij het begin van onze wandeling door het park zagen we de eerste flamingo's.
Ze stonden vrolijk te knorren en trappelden lustig met hun poten in de modder om het ongedierte naar boven te jagen. Met hun kop omgekeerd in het water zeven ze dan met hun bek de vrijgekomen diertjes.
Het zijn niet alleen flamingo's die we konden waarnemen. De witte reigers en de zilverreigers stonden roerloos in het water te wachten tot een prooi passeerde.
De aalscholvers zaten met gespreide vleugels op een tak. Eénmaal droog doken ze opnieuw het water in op zoek naar vis.
Plots zag Monique in een zijweggetje een beverrat. Al snuffelend kroop de rat in het rond. Ik kon nog net op tijd inzoomen om een onduidelijke foto te maken alvorens een koppel Fransen naar de beverrat toestapten. Uiteraard verdween het dier in het struikgewas. 
Naarmate onze wandeling vorderde stegen de aantallen flamingo's en af en toe vlogen er een paar over onze hoofden.
Na twee uur beëindigden we onze wandeling (de korte wandeling van 2,6 km).
Ondertussen was de temperatuur alweer ferm boven de 30 graden gestegen en keerden we terug naar de camping. We stopten nog even op een parking langs de weg om iets te eten om dan, eens terug op onze plaats, de rest van de namiddag luierend in de schaduw door te brengen.

Dag 26
Het was een eerder korte nacht, om 6u begon op het wijnveld naast de camping de 'vendange' (de druivenoogst). Geen individuele plukkers hier, maar een oogstmachine die over de wijnranken scheerde. De tractors trokken lawaaierige karren volgeladen met rode druiven. De afspraak met de camping werd wel nageleefd, want normaal wordt er de ganse nacht geoogst!
Vroeg wakker betekende vroeg opgeruimd en we verlieten deze voor ons zeer gezellige camping.
We rijden naar de Middellandse zee, naar Saintes-Maries-de-la-mer. Om 10.30u checken we in op de zeer grote camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière. Meer dan 500 plaatsen met de zee in de achtertuin. Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt.
Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte.

In de namiddag was het heerlijk vertoeven aan het water. Een licht briesje, de voeten in het zeewater en golfjes die braken over de knieën; het was een zeer verfrissende afwisseling tijdens deze hete dagen.
Ik wist dat er op de camping nog 'Benimar Friends' stonden. Leden van de groep Benimar eigenaars, waarvan ik beheerder ben. Het was een hartelijk weerzien van Renilda, Richard en de hond Elysah. Heerlijke mensen waar we bevriend mee zijn.
De ganse vooravond hebben we bijgepraat met een hapje en een drankje.
Dag 27
In de voormiddag wandelen we samen met de vrienden langs de dijk naar het centrum van Saintes-Maries-de-la-Mer. Dit kleine vissersstadje met haar charmante witte huisjes is voornamelijk gekend als een bedevaartsoord voor zigeuners. De legende vertelt dat op deze plaats de drie heilige Maria's aan land gekomen zijn: Maria Magdalena, Maria van Klopas en Maria Salomé. In hun gezelschap was de zwarte Sara, die patrones werd van de zigeuners. Op 24 mei zakken ze met honderden, voornamelijk Spaanse Roma, af naar dit oord voor de herdenking.
We slenteren verder door de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes tot op de Place de l'Eglise, waar de Notre-Dame-de-la-Mer kerk, gebouwd in de 12e eeuw, gelegen is. Het is in deze kerk dat de herdenking plaatsvindt. Voor 4€ klimmen we door de toren naar het dak van de kerk, een kerk die versterkt werd en de allures heeft van een burcht. We hebben er een prachtig uitzicht op de omgeving en de zee.
In de crypte van de kerk is een beeltenis te zien van Sara. Tijdens de bedevaart verdringen de roma's elkaar op dit beeld te kunnen aanraken.
Buiten op het plein lopen er ook nu romavrouwen rond die de mensen aanklampen om via de handpalm hun toekomst te voorspellen.
Het is ondertussen middag en zoeken we een schaduwrijk terras op om iets te drinken en te eten. Monique at er een plat de fruits de mer, waarop buiten de nodige oesters, langoustines en mosselen één van de specialiteiten van de Camargue lag: de tellines, kleine schelpjes uit de Middellandse zee (kleiner dan venusschelpen) die eventjes kort gebakken worden in olijfolie met knoflook en peterselie.
Na de lunch kuierden we terug naar de camper om de hitte van de namiddag al luierend door te komen in de schaduw van de luifel.
Dag 28
Vandaag is het onze laatste dag in de Gard. We verlaten Saintes-Maries-de-la-Mer en rijden terug noordwaarts, naar Sommières.
Parkeren en overnachten door we er op de camping municipal Le Garanel, Chemin de la Princesse 99.

In de namiddag wandelen we naar het oude centrum op 5 minuten van de camping. Sommières is een heel bijzonder plaatsje aan de rivier de Vidourle dat je niet mag missen. Dit plaatsje heeft haar middeleeuwse karakter goed weten te behouden. Via een stadspoort gaan we het verleden binnen. De ganse binnenstad bevond zich binnen de versterkte muren van het kasteel. We slenteren door de oude smalle straatjes met de vele restaurantjes en winkeltjes van vooral lokale ambachtslieden. We bezoeken de middeleeuwse kerk en komen dan op het centrale marktplein, de Place Jean Jaurès, waar de meeste activiteit zich afspeelt.
We wandelen verder naar het andere einde van het centrum en verlaten dit door een prachtige poort waarboven het belfort van Sommières gelegen is. Erbuiten stoten we onmiddellijk op de voornaamste bezienswaardigheid van de stad, zijnde de oude Romeinse brug, wat ooit een brug met 17 bogen was. Maar in de 10e eeuw begon men de oevers te bebouwen waardoor de meeste bogen verdwenen.
We keren dan terug naar het marktplein en aangezien dit het einde van onze rondreis in de Gard is willen we die in schoonheid afronden. We doen dit bij Marc en Marlène, waar we een coupe met overheerlijk, ambachtelijk ijs eten.
Dag 29
Bij het verlaten van de camping in Sommières was het serieus paswerk. We moesten door smalle straatjes omrijden omdat de route afgesneden was voor de wekelijkse markt op zaterdag.
Gelukkig stond er geen voertuig verkeerd geparkeerd en konden we probleemloos het oude centrum verlaten.
Een beetje tegen de goesting rijden we richting België.
We stoppen na 327 km in Saint-Vulbas op Aire camping-car park - Rue du Lavoir, waar we de nacht zullen doorbrengen.
In de late namiddag, na de grote hitte (35°), maak ik nog een wandelingetje langs de Rhone, teneinde de benen nog eens te strekken.

Dag 30
Onze laatste stop in Frankrijk na een rit van 375 km is in Mirecourt, terug op een aire de Camping-car Park - Place Thierry in Mirecourt. Er waren nog een paar plaatsen, maar gezien mijn reservatie waren we zeker van een plaats (je weet nooit wat de eventuele vertragingen zijn bij een lange rit).
Op de camperplaats was het rustig, wat niet kon gezegd worden er buiten. Dit weekend is het kermis in Mirecourt ... op de Place Thierry, en de luidruchtigste attractie staat net voor de ingang van de CP!
Het constante gebonk van de bassen, en de uitermate luide klanken die weergalmen over de camperplaats.
Na een half uur had ik al zin om de stekker uit het stopcontact te gaan trekken. Gelukkig werd na een uur het volume verminderd (nog luid, maar doenbaar).
18u ... opluchting op de camperplaats. De attractie voor de deur is gestopt en onmiddellijk startte de afbraak.
Enkel de basgeluiden afkomstig van de botsauto's op het andere plein zijn nog hoorbaar. Hopelijk duurt het niet te lang vanavond!
Morgen laatste deel van de terugreis.

Dag 31
Tijdens de nacht word ik plots zeer ziek. Het toilet en een emmer zijn plots mijn beste vrienden. Dit ging zo de ganse nacht door, slapen kon ik niet. ’s Morgens was het nog steeds niet beter en in dergelijke toestand zou het onverantwoord zijn om naar huis te rijden. Noodgedwongen blijven we nog een dagje op de camperplaats.
Het weer is mooi en de rest van de dag gebruik ik om buiten uit te rusten. Ondanks de ziekte kunnen we toch terugblikken op een prachtige reis die ons van de Bourgogne tot de Middellandse zee bracht.

Dag 32
Ik heb een rustige nacht gehad en heb voldoende geslapen. We besluiten om naar huis te rijden. Ondertussen maakte ik een afspraak om na thuiskomst bij de huisarts langs te gaan.
Overzicht overnachtingen
Camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: N 45.832359° - O 5.29175° - 12€/10pl – alle voorzieningen (2x heen- en terugreis)
Flower camping Les Fauvettes - Route de Saint-Jean-du-Gard 1030, Anduze – 15€/nacht acsi – alle voorzieningen – zwembad - rivier op 400m – bamboebos op 3,9 km (rondrijden rivier) – ruime plaatsen met veel bomen – eerste rijen goed geschikt voor motorhomes – andere plaatsen zijn te bereiken via zeer smalle steile weggetjes – navette bus ('navette des Gardons') aan camping, 3x per dag brengt het je naar toeristische attracties in omgeving
Aire Camping-car park de Goudargues, La Gambione - Route d'Uzes, 30630 Goudargues - GPS: 44.210312° 4.468678° - 14,5€/31pl – alle voorzieningen – 700m van dorp
Aire Camping-Car Park - Route de Saint-Laurent 5083A, La Roque-sur-Cèze – gps: N44.19603; O 004.52315 - 11,20€/28pl – alle voorzieningen (24x stroom) – 900m van dorp en watervallen
Domaine Viticole de St. Firmin - Rue Saint-Firmin, Uzès, Frankrijk – gps: N 44.01671, O 004.42087 – gratis/15pl – voorzieningen zonder stroom - let op: poort alleen open 8-19u - proeven en verkoop van wijn, jam, olijfolie, honing, groente en fruit, op het terrasje met druivenranken kan je gezellig aperitieven - centrum 500m
Aire Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins – gps: N 43.9376;         O 004.55537 – 13,5€/31pl – alle voorzieningen – 1,5 km van de pont du gard
Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert – 19€/nacht acsi – alle voorzieningen – van hieruit met MH naar volgende bestemmingen
Camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière - CS 60001,13460 Saintes Maries de la Mer – 23€/nacht (asci) – alle voorzieningen – snackbar, winkeltje, broodservice – meer dan 500 plaatsen, aan het strand – dorp 500m - Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt. Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte
Camping municipal Le Garanel – Chemin de lan Princesse 99, Sommières – 17€/nacht (acsi) – alle voorzieningen – broodjesservice – centrum 600m
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: N 48.299286° O 6.136336° - 13,5€/20pl - alle voorzieningen – mooie rustige camperplaats, maar lokale bevolking gebruikt de paden van de camperplaats om naar het achtergelegen parkje te wandelen. Ze lopen ook over de plaatsen van de campers. Jeugd blijft er regelmatig rondhangen.
We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Saint-Gilles - Central Parking, 6331c Route de Nîmes, Saint-Gilles – gratis CP 13pl – centrum 500m
Aigues-Mortes - Parking P4 (is ook CP), 49 Bd Diderot, Aigues-Mortes – centrum 350m

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Dag 16
Gisteravond en -nacht viel de regen met bakken uit de lucht. Aangezien het maanden geleden was dat het hier nog regende drong het regenwater niet in de grond maar vloeide over de camping naar de laagst gelegen gedeelten, gelukkig had niemand wateroverlast.
Na de middag komt de zon weer te voorschijn en wandelen we van de camping naar het centrum van Anduze, over een afstand van 1,8 km. Het is een gevaarlijke weg om te voet te doen, de auto's rijden rakelings naast je.
Anduze zelf ligt tussen twee rotsen en de rivier kronkelt langs het stadje. Een duik nemen is nu moeilijk aangezien er weinig water in de bedding vloeit.
We kuieren dan door de gezellige steegjes, waar de winkeltjes uitnodigen om een kijkje te nemen.
Groot is het niet, en al snel beland je op de Place du marché met zijn eeuwenoude markthal en pagodefontein. Dorst hebben is er moeilijk, op het terras van de herberg heb je keuze uit 142 Belgische bieren! Op de pancarte stond er zelfs in 't Vlaams vermeld: Duvel van 't vat.
Een andere reden waarom we in Anduze zijn is omdat we er afgesproken hebben met Franse vrienden, die een tweede verblijf hebben een 10tal km verderop. Het was een leuk weerzien na 5 jaar. Op het terras van 'Le petit Jean' hebben we fijn kunnen bijpraten.
En gelukkig moesten we de terugweg naar de camping niet te voet doen! We werden door Jean-Pierre met de auto op de camping afgezet.
Dag 17
We ontwaken met veel bewolking en zeer veel wind. Rond 10u komt de zon tevoorschijn, maar door de wind is het toch fris.
Na de middag nemen we net buiten de camping de 'navette des Gardons', een speciale bus die drie keer per dag langs verscheidene toeristische plaatjes en attracties rijdt. We zijn onderweg naar de Bambouseraie, Europa’s grootste bamboetuin. Een makkelijkere verplaatsing konden we niet hebben. We worden door de chauffeur van de navette afgezet aan de ingang van de bamboetuin.
Onmiddellijk bij het betreden van het domein worden we overweldigd door de bamboe. We zien er o.a. bamboe van bijna 30 meter hoog. De toppen van de bamboe aan beide zijden van het pad zijn met elkaar verbonden geraakt, zodat we zowaar door een tunnel wandelen.
We nemen ruim de tijd om alles te bekijken en in ons op te nemen, want de meer dan 150 jaar oude tuin is ongeveer 15 hectare en je vindt er meer dan 100 verschillende soorten bamboe. We zagen er zo ook de zeldzame zwarte bamboe. Ik hoopte om tussen de bamboe een panda te kunnen waarnemen, maar kwam op dat vlak bedrogen uit.
Maar we zagen niet alleen het reuzenbamboebos. Tussenin rijzen de reuzen van het tropische woud boven het bamboe; de meer dan 100 jaar oude sequoiabomen (mammoetbomen) zijn echt indrukwekkend.
Na even de hangnetten tussen het bamboe op 8 meter hoogte getrotseerd te hebben (Monique bleef wijselijk op een bankje toekijken), vervolgen we onze rondgang door de Mazelserres waar vele exotische planten terug te vinden zijn (de serres zijn gebouwd in 1860 door Eugène Mazel, een gepassioneerd botanicus uit de streek). Ze vormden de basis voor La Bambouseraie). De bonsais waren minder indrukwekkend dan ik gedacht had.
Vervolgens staan we stil bij de Japanse Feng Shui tuin, wandelen we door het dal van de Draak waar waterlelies en lotussen boven het water prijken, en verderop wanen we ons in de Aziatische jungle. Tussen de bamboe verschijnen bananenbomen, ananasstruiken, camelia’s … en plots stoten we op een Laotiaans dorp met typische huisjes in bamboe, een klein rijstveld en een paar hangbuikzwijntjes. Toen ik een zwijntje naar mij lokte en het achter de oren krabde ging het spontaan op zijn rug liggen.
We dwalen nog verder rond en na een tweetal uren beëindigen we onze rondgang via het indrukwekkende pad afgebakend met Chinese palmbomen.
Terugkeren deden we zoals we gekomen waren. De navette pikte ons op aan de ingang en zette ons af net voorbij de camping.
Dag 18
Eén van de hoofdattracties uit de streek is de 'train à vapeurs', een toeristische stoomtrein die rijdt tussen Anduze en Saint-Jean-du-Gard, en dit 4 maal per dag (3x in laagseizoen).
Het is dinsdag, marktdag in Saint-Jean-du-Gard, betekent dat de trein van 9.30u, speciaal voor de markt, geen stoomtrein is maar een diesellocomotief.
Zelf nemen we de trein van 11.30u, wat wel een stoomtrein is.
Ik had de tickets online gekocht en diende ze enkel nog te scannen in het station om zo een papieren ticket te verkrijgen.
De laatste trein vertrekt in Saint-Jean-du-Gard om 16u, wat wil zeggen dat al diegenen die om 9.30u en om 11.30u vertrokken allemaal met dezelfde trein willen terugkeren.
Daarom boekten wij een enkele rit en keerden terug met de navette (die ik gisteren beschreef).
De treinrit zelf is een unieke ervaring; de kadans van de wielen op de sporen, de geur van het staal en de kolen, de stoom en rook die de open wagons binnendringt. Ik raad wel aan niet in de eerste wagon te gaan zitten. Er waren momenten dat de passagiers geen hand voor ogen zagen van de rook.
Tijdens de rit konden we dan ook genieten van mooie  landschap, de rivier de Gardon die tussen de kliffen kronkelde en de paarden die door de vallei galoppeerden.
Bij het aankomen in Saint-Jean-du-Gard was de markt bijna afgelopen, maar we konden er toch nog even langs de kramen slenteren.
Het stadje zelf heeft niet veel te bieden. Er zijn weinig bezienswaardigheden, en aan de paar restaurantjes in het centrum stond een bordje: volzet. In restaurant Le Bistrot konden we toch nog een tafeltje bemachtigen, waarna we lekker gegeten hebben.
Een bezoek aan het historisch museum, waar de geschiedenis van de lokale zijde-industrie aan bod kwam, maakte veel goed.
Twee uur vroeger dan gepland keerden we met de navette terug naar de camping.
Dag 19
We hebben camping Les Fauvettes verlaten en rijden verder zuidwaarts. Via een nieuwsbrief ontdekte ik op een 60tal km van Anduze een mooi plaatsje. We zijn in Goudargues. We installeren er ons op 700m van het dorp op Aire de Camping-car park La Gambione - Route d'Uzes.
In de namiddag wandelen we via een pad langs de rivier de Cèze naar het centrum van het dorp.
Goudargues is een gezellig plaatsje. Het centrum van het dorp wordt doorsneden door een aantal kanaaltjes, die omzoomd worden door eeuwenoude platanen. Onder de platanen zijn er terrassen van de restaurantjes en bars. waar het goed vertoeven is. Vooral 's zomers is het daar gezellig druk. Nu waren er maar enkele tientallen toeristen, maar toch was het er gezellig.
Vanwege de kanaaltjes wordt Goudargues door sommigen ook wel het La Venise Gardoise (Venetië van de Gard) genoemd. Wij vinden deze uitspraak toch een beetje overdreven. Dat neemt niet weg, dat de kanaaltjes het dorp wel heel veel sfeer geven. Een sfeer die een beetje Provençaals aanvoelt.
De kanaaltjes in Goudargues zijn ontstaan uit een beek, die in de 12e eeuw door Benedictijner monniken gekanaliseerd werd. De beek voert het water af van de verschillende bronnen, die in het dorp ontspringen. Een aantal van die bronnen is nog steeds duidelijk herkenbaar. Zo wandelden we voorbij de fontein midden op het grote marktplein, die wordt gevoed door een bron, en bij het binnenkomen van het dorp bleven we even staan aan de fraai gerestaureerde wasplaats aan de Avenue du Lavoir. Het water dat uit de muil van de kikker stroomt is eveneens afkomstig van een bron.
Na onze kleine wandeling zoeken we één van de terrassen onder de platanen op. Het is er goed vertoeven aan het water, uiteraard met een drankje. Het grappige was dat de serveerster dacht dat ze mij een speciaal biertje kon geven. Tot ze hoorde dat we van België waren en dat jupiler onze “dagschotel” is.
Dag 20
We laden alles in en vertrekken om 18 km verder terug halt te houden. Aangezien we alles te voet doen zoek ik steeds een overnachtingsplaats op wandelafstand van de plaats die we willen bezoeken, vandaar de soms korte afstanden.
Vandaag zijn we in La Roque-sur-Cėze, een pittoresk dorpje hoog op een heuvel. Beneden vloeit de rivier de Cėze. We installeren de camper opnieuw op een camperplaats van Camping-car Park, dit op de route de Saint-Laurent.
In de voormiddag wandelen we iets voorbij het dorp naar de Cascades du Sautadet, watervallen op de rivier de Cèze.
Het is geen watermassa die van grote hoogte naar beneden valt, maar daarom niet minder mooi. Door de vele rotspartijen bestaat de Cascades du Sautadet niet uit één waterval maar uit meerdere. De meeste zijn slechts een meter hoog en tussen de watervallen vind je ondiepe poelen water. Er is een geheel stelsel ontstaan van gangen, kloven en beekjes en dit zorgt voor een prachtig plaatje. De kloven eindigen dan aan de zogenaamde plage. Een plek waar de rivier terug wat dieper en breder is en met mooie stroken keien errond. Voor de Franse families uit de streek de perfecte plek voor een frisse duik of om even pootje te baden.
Na wat klauterwerk slaag ik er in om het mooiste deel van de waterval te benaderen. Monique kijkt wijselijk toe, zittend op een steen aan de kloof.
Na de middag wandelen we dan naar het dorp. Eerst de brug over de rivier heelhuids overkomen. Ze is amper twee meter breed en waar auto's beurtelings overrijden. Als je strak tegen het muurtje gaat staan dan raken de spiegels van de auto's je net niet. Gelukkig zijn er twee uitwijkmogelijkheden waar je veilig kunt wachten tot de auto's de brug over zijn.
Daarna begint het klimwerk. De steile keiweggetjes leiden ons het pittoreske dorpje binnen. Wat opvalt is dat bijna niemand te bespeuren valt. Vermoedelijk zoekt iedereen de koelte van het rivierwater op. Via de kapel stijgen we verder langs de schilderachtige straatjes met de stenen huisjes.
Ik vat de steilste klim aan langs de Monte du Chateau. Een weggetje dat naar het vervallen kasteel leidt bovenop de heuvel.
De keien worden voelbaar onder de voeten, de zon brandt op mijn huid en mijn ademhaling wordt zwaar, maar met een voldaan gevoel bereik ik de top.
Het panorama was de inspanning meer dan waard. Het verre zicht op de omgeving is prachtig. In de verte zie ik zowaar, zei het wazig, de Mont Ventoux.
Tijdens het naar beneden gaan zie ik op een pleintje tafeltjes en stoelen staan (die had ik blijkbaar niet gezien tijdens het naar boven klauteren). Blijkt een bistro te zijn. Ik zoek de uitbaatster en drink een lokaal biertje alvorens ik lager Monique vervoeg.
Terug aan de camper kunnen we terugblikken op een misschien iets vermoeiende, maar toch zeer aangename dag.
Dag 21
Deze morgen start mistig, maar tegen 10u schijnt de zon terug volop.
We zijn in het stadje Uzès aangekomen. We hebben nog een plaatsje op de gratis camperplaats van het wijndomein Saint-Firmin, Rue Saint-Firmin, Uzès – gps: N 44.01671, O 004.42087.
Het is bijna middag, ideaal om op het wijndomein te aperitieven. Dit doe ik met een zeer lekkere wijn van het domein, vergezeld van wat olijven. Met een kleine voorraad wijn, druivensap en wat vijgenconfituur gaan we terug naar de camper.
In de namiddag bezoeken we het historische centrum van het stadje. Het is er gezellig druk, mede doordat veel Parijzenaren het charmante  Uzės in hun hart hebben gesloten. De rijke geschiedenis vertaald zich in de vele monumenten waaronder imposante herenhuizen. We slenteren door de gezellige steegjes, de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes en langs pleintjes.
Enkele monumenten zijn: de opmerkelijke romaanse Fenestrelletoren, een overblijfsel van de oude kathedraal, die bijzonder is omdat hij de enige ronde klokkentoren van Frankrijk is; de kathedraal Saint-Théodorit met zijn opmerkelijk orgel, is ook een bezoekje waard.
Het middelpunt van het centrum en zeker niet te missen is “la Place aux Herbes”, het Kruidenplein, een mooi plein met fontein en veel groene platanen. Op dit plein met zijn terrasjes, cafés en restaurants is het aangenaam vertoeven en zo zoeken wij er ook een terrasje op.
Elke zaterdagmorgen vindt er op la Place aux herbes en in de omliggende straten een Provençaalse markt plaats (is ook de reden waarom de camperplaats om 17.00u al overvol staat). Je kan er typische lokale gerechtjes en producten uit de streek proeven.
Deze markt is, volgens ingewijden, de mooiste markt van Zuid-Frankrijk.
Morgen zullen we ontdekken of dit ook zo is!
Dag 22
Deze morgen gaan we de bewering na: is de markt van Uzės de mooiste van Zuid-Frankrijk?
Om 9.30u is het al tamelijk druk. We komen op het centrale deel van de markt op la Place des herbes.
Eerlijk gezegd: het is er gezellig. We kuieren tussen de kraampjes onder de platanen en alle geuren van de producten komen je tegemoet. Je maakt er praatjes met totaal onbekende mensen en de sfeer is er zeer gemoedelijk en rustig.
We hebben al verschillende markten bezocht ik het zuiden, en ja, deze van Uzės behoort tot de betere volgens ons. Uiteraard is dit zeer persoonlijk.
Na ons bezoek drinken we nog een koffie op een terras, waarna we vertrekken richting Pont du Gard.
We installeren ons op een Aire de Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins.
Na een middagdutje wandelen we naar de Pont du Gard. Blijkt dat het toch een 2,5 km wandelen is vanaf de camperplaats. Na een eindje meegewandeld te hebben besluit Monique om terug te keren naar de motorhome, en de rest van de namiddag rustig door te brengen en het eten voor vanavond voor te bereiden. Ik wandel verder en bereik de prachtige brug over de rivier de Gardon. De brug is gebouwd in de eerste eeuw na christus door de Romeinen als aquaduct (voor het transport van water). Met zijn drie niveaus en 49 meter hoogte is de Pont du Gard echt wel indrukwekkend.
Ongelofelijk hoe goed dit monument bewaard gebleven is. Het is er zalig vertoeven aan de oevers en velen nemen een duikje in het frisse water of huren een kano om onder de brug door te varen. Ik aanschouw alles vanaf de oever en wanneer ik over de brug wandel heb ik een mooi zicht op de rivier, de gorges en de omgeving. Een bezoek meer dan waard!
Dichterbij de brug is wel een camping (la sousta) en parkeren in de omgeving kan je enkel op de naast de site gelegen parking (ticket: 9€).
Dag 23
In de voormiddag stoppen we even in Saint-Gilles. Parkeren doen we op de parking Charles De Gaulle, Impasse Gambetta. Dit is ook een gratis camperplaat. De stad Saint-Gilles wordt ook de poort van de Camargue Gardoise genoemd en is een belangrijke plaats voor bedevaarders op weg naar Santiago de Compostella.
Het is er druk want bewoners gaan er op zondagmorgen naar de markt. We bezoeken de 12e-eeuwse Saint-Gillesabdijkerk, net zoals een paar bedevaarders. We kunnen echter niet rondwandelen in de kerk omdat er net een dienst begon.
Na een korte wandeling door het oude stadje en het drinken van een aperitief op een terras.
We rijden daarna door naar Vauvert, alwaar we ons installeren op Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert. Het is onze bedoeling om hier drie nachten te verblijven en de camping te gebruiken als uitvalsbasis voor onze volgende bestemmingen.
Het is echt een leuke, verzorgde camping met zeer vriendelijke uitbaters.
Het is 18u, tijd om mijn verslag af te ronden, want het is 'happy hour' op het terras van de camping!
Dag 24
Na een rustige voormiddag op de camping rijden we naar Aigues-Mortes. Dit middeleeuws stadje is in de 13e eeuw gebouwd om te dienen als uitvalsbasis voor de kruistochten.
We parkeren op parking P4 (enige waar motorhomes mogen staan, 2€/uur) en wandelen naar het oude stadscentrum op 100m van de parking.
Om het stadscentrum heen, is een stevige muur gebouwd om de stad te beschermen tegen buitenstaanders. De stadsmuur is bijna helemaal intact en bestaat uit 5 torens en 10 stadspoorten. Het is via één van deze poorten dat wij binnengaan.
Je kunt de muur bezichtigen en langs de torens wandelen, maar daar betaal je wel 8€/persoon voor. Wij pasten voor deze ervaring.
De muren zijn in een rechthoek gebouwd en de straatjes erbinnen liggen in de vorm van een dambord. We wandelen er door de smalle straatjes met leuke winkels en langs gezellige pleinen. Het mooiste plein van het stadje is het Place Saint-Louis met een standbeeld van Lodewijk de Heilige.
In het straatje tegenover het plein is de mooie kerk Notre-Dame-des-Sablons gelegen. Deze dateert eveneens van de 13e eeuw. In deze kerk voelde je de geschiedenis. Je neemt er plaats op een bank en beeld je in dat naast jou de tempeliers zitten die hun laatste mis bijwoonden alvorens op kruistochten te vertrekken.
Het was nog steeds zeer warm en we konden de stad niet verlaten zonder eerst de nodige verfrissingen te consumeren op één van de vele terrassen.
Dag 25
Vandaag toeren we even door het landschap van de Camargue.
We starten in de Camargue Gardoise (Petite Camargue), gelegen in het zuiden van de Gard. We rijden door diverse landschappen, bestaande uit meren, rietvelden, moerassen en weides. Kuddes wilde paarden hebben we niet kunnen spotten. De meeste Camargue-paarden zijn van plaatselijke veehouders die naast paarden ook vaak stieren houden. We passeerden verschillende boerderijen
De  witgrijze paarden graasden rustig tussen het riet. Ondertussen bevrijdden koereigers, die bovenop de rug van de paarden stonden, deze van ongedierte. De stieren hadden allen de schaduw opgezocht om ongestoord te herkauwen. Spijtig dat ik nergens een parkeerplaatsje vond zodat ik deze prachtige dieren kon fotograferen. Om deze dieren echt te kunnen fotograferen moet je verder en dieper de Camargue in. Iets wat we op een volgende reis zeker nog doen.
De regio staat vooral bekend om de honderden flamingo’s. De beste plaats om deze vogels waar te nemen is in het natuurreservaat Parc Ornithologique du Pont-de-Gau (8€/persoon), op een viertal km van Saintes-Maries-de-la-mer gelegen.
Het was nog maar 10.30u wanneer wij aan het reservaat waren en de kleine parking stond al helemaal vol. Net naast de parking konden we nog parkeren op een strook naast de rijbaan, maar algauw stond deze ook vol. Is toch een groot minpunt voor dit park.
Door het park zijn twee wandelroutes uitgestippeld die je langs de moerasgebieden gidsen. Er zijn ook een paar observatiehutten.
Onmiddellijk bij het begin van onze wandeling door het park zagen we de eerste flamingo's.
Ze stonden vrolijk te knorren en trappelden lustig met hun poten in de modder om het ongedierte naar boven te jagen. Met hun kop omgekeerd in het water zeven ze dan met hun bek de vrijgekomen diertjes.
Het zijn niet alleen flamingo's die we konden waarnemen. De witte reigers en de zilverreigers stonden roerloos in het water te wachten tot een prooi passeerde.
De aalscholvers zaten met gespreide vleugels op een tak. Eénmaal droog doken ze opnieuw het water in op zoek naar vis.
Plots zag Monique in een zijweggetje een beverrat. Al snuffelend kroop de rat in het rond. Ik kon nog net op tijd inzoomen om een onduidelijke foto te maken alvorens een koppel Fransen naar de beverrat toestapten. Uiteraard verdween het dier in het struikgewas. 
Naarmate onze wandeling vorderde stegen de aantallen flamingo's en af en toe vlogen er een paar over onze hoofden.
Na twee uur beëindigden we onze wandeling (de korte wandeling van 2,6 km).
Ondertussen was de temperatuur alweer ferm boven de 30 graden gestegen en keerden we terug naar de camping. We stopten nog even op een parking langs de weg om iets te eten om dan, eens terug op onze plaats, de rest van de namiddag luierend in de schaduw door te brengen.

Dag 26
Het was een eerder korte nacht, om 6u begon op het wijnveld naast de camping de 'vendange' (de druivenoogst). Geen individuele plukkers hier, maar een oogstmachine die over de wijnranken scheerde. De tractors trokken lawaaierige karren volgeladen met rode druiven. De afspraak met de camping werd wel nageleefd, want normaal wordt er de ganse nacht geoogst!
Vroeg wakker betekende vroeg opgeruimd en we verlieten deze voor ons zeer gezellige camping.
We rijden naar de Middellandse zee, naar Saintes-Maries-de-la-mer. Om 10.30u checken we in op de zeer grote camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière. Meer dan 500 plaatsen met de zee in de achtertuin. Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt.
Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte.

In de namiddag was het heerlijk vertoeven aan het water. Een licht briesje, de voeten in het zeewater en golfjes die braken over de knieën; het was een zeer verfrissende afwisseling tijdens deze hete dagen.
Ik wist dat er op de camping nog 'Benimar Friends' stonden. Leden van de groep Benimar eigenaars, waarvan ik beheerder ben. Het was een hartelijk weerzien van Renilda, Richard en de hond Elysah. Heerlijke mensen waar we bevriend mee zijn.
De ganse vooravond hebben we bijgepraat met een hapje en een drankje.
Dag 27
In de voormiddag wandelen we samen met de vrienden langs de dijk naar het centrum van Saintes-Maries-de-la-Mer. Dit kleine vissersstadje met haar charmante witte huisjes is voornamelijk gekend als een bedevaartsoord voor zigeuners. De legende vertelt dat op deze plaats de drie heilige Maria's aan land gekomen zijn: Maria Magdalena, Maria van Klopas en Maria Salomé. In hun gezelschap was de zwarte Sara, die patrones werd van de zigeuners. Op 24 mei zakken ze met honderden, voornamelijk Spaanse Roma, af naar dit oord voor de herdenking.
We slenteren verder door de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes tot op de Place de l'Eglise, waar de Notre-Dame-de-la-Mer kerk, gebouwd in de 12e eeuw, gelegen is. Het is in deze kerk dat de herdenking plaatsvindt. Voor 4€ klimmen we door de toren naar het dak van de kerk, een kerk die versterkt werd en de allures heeft van een burcht. We hebben er een prachtig uitzicht op de omgeving en de zee.
In de crypte van de kerk is een beeltenis te zien van Sara. Tijdens de bedevaart verdringen de roma's elkaar op dit beeld te kunnen aanraken.
Buiten op het plein lopen er ook nu romavrouwen rond die de mensen aanklampen om via de handpalm hun toekomst te voorspellen.
Het is ondertussen middag en zoeken we een schaduwrijk terras op om iets te drinken en te eten. Monique at er een plat de fruits de mer, waarop buiten de nodige oesters, langoustines en mosselen één van de specialiteiten van de Camargue lag: de tellines, kleine schelpjes uit de Middellandse zee (kleiner dan venusschelpen) die eventjes kort gebakken worden in olijfolie met knoflook en peterselie.
Na de lunch kuierden we terug naar de camper om de hitte van de namiddag al luierend door te komen in de schaduw van de luifel.
Dag 28
Vandaag is het onze laatste dag in de Gard. We verlaten Saintes-Maries-de-la-Mer en rijden terug noordwaarts, naar Sommières.
Parkeren en overnachten door we er op de camping municipal Le Garanel, Chemin de la Princesse 99.

In de namiddag wandelen we naar het oude centrum op 5 minuten van de camping. Sommières is een heel bijzonder plaatsje aan de rivier de Vidourle dat je niet mag missen. Dit plaatsje heeft haar middeleeuwse karakter goed weten te behouden. Via een stadspoort gaan we het verleden binnen. De ganse binnenstad bevond zich binnen de versterkte muren van het kasteel. We slenteren door de oude smalle straatjes met de vele restaurantjes en winkeltjes van vooral lokale ambachtslieden. We bezoeken de middeleeuwse kerk en komen dan op het centrale marktplein, de Place Jean Jaurès, waar de meeste activiteit zich afspeelt.
We wandelen verder naar het andere einde van het centrum en verlaten dit door een prachtige poort waarboven het belfort van Sommières gelegen is. Erbuiten stoten we onmiddellijk op de voornaamste bezienswaardigheid van de stad, zijnde de oude Romeinse brug, wat ooit een brug met 17 bogen was. Maar in de 10e eeuw begon men de oevers te bebouwen waardoor de meeste bogen verdwenen.
We keren dan terug naar het marktplein en aangezien dit het einde van onze rondreis in de Gard is willen we die in schoonheid afronden. We doen dit bij Marc en Marlène, waar we een coupe met overheerlijk, ambachtelijk ijs eten.
Dag 29
Bij het verlaten van de camping in Sommières was het serieus paswerk. We moesten door smalle straatjes omrijden omdat de route afgesneden was voor de wekelijkse markt op zaterdag.
Gelukkig stond er geen voertuig verkeerd geparkeerd en konden we probleemloos het oude centrum verlaten.
Een beetje tegen de goesting rijden we richting België.
We stoppen na 327 km in Saint-Vulbas op Aire camping-car park - Rue du Lavoir, waar we de nacht zullen doorbrengen.
In de late namiddag, na de grote hitte (35°), maak ik nog een wandelingetje langs de Rhone, teneinde de benen nog eens te strekken.

Dag 30
Onze laatste stop in Frankrijk na een rit van 375 km is in Mirecourt, terug op een aire de Camping-car Park - Place Thierry in Mirecourt. Er waren nog een paar plaatsen, maar gezien mijn reservatie waren we zeker van een plaats (je weet nooit wat de eventuele vertragingen zijn bij een lange rit).
Op de camperplaats was het rustig, wat niet kon gezegd worden er buiten. Dit weekend is het kermis in Mirecourt ... op de Place Thierry, en de luidruchtigste attractie staat net voor de ingang van de CP!
Het constante gebonk van de bassen, en de uitermate luide klanken die weergalmen over de camperplaats.
Na een half uur had ik al zin om de stekker uit het stopcontact te gaan trekken. Gelukkig werd na een uur het volume verminderd (nog luid, maar doenbaar).
18u ... opluchting op de camperplaats. De attractie voor de deur is gestopt en onmiddellijk startte de afbraak.
Enkel de basgeluiden afkomstig van de botsauto's op het andere plein zijn nog hoorbaar. Hopelijk duurt het niet te lang vanavond!
Morgen laatste deel van de terugreis.

Dag 31
Tijdens de nacht word ik plots zeer ziek. Het toilet en een emmer zijn plots mijn beste vrienden. Dit ging zo de ganse nacht door, slapen kon ik niet. ’s Morgens was het nog steeds niet beter en in dergelijke toestand zou het onverantwoord zijn om naar huis te rijden. Noodgedwongen blijven we nog een dagje op de camperplaats.
Het weer is mooi en de rest van de dag gebruik ik om buiten uit te rusten. Ondanks de ziekte kunnen we toch terugblikken op een prachtige reis die ons van de Bourgogne tot de Middellandse zee bracht.

Dag 32
Ik heb een rustige nacht gehad en heb voldoende geslapen. We besluiten om naar huis te rijden. Ondertussen maakte ik een afspraak om na thuiskomst bij de huisarts langs te gaan.
Overzicht overnachtingen
Camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: N 45.832359° - O 5.29175° - 12€/10pl – alle voorzieningen (2x heen- en terugreis)
Flower camping Les Fauvettes - Route de Saint-Jean-du-Gard 1030, Anduze – 15€/nacht acsi – alle voorzieningen – zwembad - rivier op 400m – bamboebos op 3,9 km (rondrijden rivier) – ruime plaatsen met veel bomen – eerste rijen goed geschikt voor motorhomes – andere plaatsen zijn te bereiken via zeer smalle steile weggetjes – navette bus ('navette des Gardons') aan camping, 3x per dag brengt het je naar toeristische attracties in omgeving
Aire Camping-car park de Goudargues, La Gambione - Route d'Uzes, 30630 Goudargues - GPS: 44.210312° 4.468678° - 14,5€/31pl – alle voorzieningen – 700m van dorp
Aire Camping-Car Park - Route de Saint-Laurent 5083A, La Roque-sur-Cèze – gps: N44.19603; O 004.52315 - 11,20€/28pl – alle voorzieningen (24x stroom) – 900m van dorp en watervallen
Domaine Viticole de St. Firmin - Rue Saint-Firmin, Uzès, Frankrijk – gps: N 44.01671, O 004.42087 – gratis/15pl – voorzieningen zonder stroom - let op: poort alleen open 8-19u - proeven en verkoop van wijn, jam, olijfolie, honing, groente en fruit, op het terrasje met druivenranken kan je gezellig aperitieven - centrum 500m
Aire Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins – gps: N 43.9376;         O 004.55537 – 13,5€/31pl – alle voorzieningen – 1,5 km van de pont du gard
Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert – 19€/nacht acsi – alle voorzieningen – van hieruit met MH naar volgende bestemmingen
Camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière - CS 60001,13460 Saintes Maries de la Mer – 23€/nacht (asci) – alle voorzieningen – snackbar, winkeltje, broodservice – meer dan 500 plaatsen, aan het strand – dorp 500m - Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt. Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte
Camping municipal Le Garanel – Chemin de lan Princesse 99, Sommières – 17€/nacht (acsi) – alle voorzieningen – broodjesservice – centrum 600m
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: N 48.299286° O 6.136336° - 13,5€/20pl - alle voorzieningen – mooie rustige camperplaats, maar lokale bevolking gebruikt de paden van de camperplaats om naar het achtergelegen parkje te wandelen. Ze lopen ook over de plaatsen van de campers. Jeugd blijft er regelmatig rondhangen.
We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Saint-Gilles - Central Parking, 6331c Route de Nîmes, Saint-Gilles – gratis CP 13pl – centrum 500m
Aigues-Mortes - Parking P4 (is ook CP), 49 Bd Diderot, Aigues-Mortes – centrum 350m

E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.
Dag 17
We ontwaken met veel bewolking en zeer veel wind. Rond 10u komt de zon tevoorschijn, maar door de wind is het toch fris.
Na de middag nemen we net buiten de camping de 'navette des Gardons', een speciale bus die drie keer per dag langs verscheidene toeristische plaatjes en attracties rijdt. We zijn onderweg naar de Bambouseraie, Europa’s grootste bamboetuin. Een makkelijkere verplaatsing konden we niet hebben. We worden door de chauffeur van de navette afgezet aan de ingang van de bamboetuin.
Onmiddellijk bij het betreden van het domein worden we overweldigd door de bamboe. We zien er o.a. bamboe van bijna 30 meter hoog. De toppen van de bamboe aan beide zijden van het pad zijn met elkaar verbonden geraakt, zodat we zowaar door een tunnel wandelen.
We nemen ruim de tijd om alles te bekijken en in ons op te nemen, want de meer dan 150 jaar oude tuin is ongeveer 15 hectare en je vindt er meer dan 100 verschillende soorten bamboe. We zagen er zo ook de zeldzame zwarte bamboe. Ik hoopte om tussen de bamboe een panda te kunnen waarnemen, maar kwam op dat vlak bedrogen uit.
Maar we zagen niet alleen het reuzenbamboebos. Tussenin rijzen de reuzen van het tropische woud boven het bamboe; de meer dan 100 jaar oude sequoiabomen (mammoetbomen) zijn echt indrukwekkend.
Na even de hangnetten tussen het bamboe op 8 meter hoogte getrotseerd te hebben (Monique bleef wijselijk op een bankje toekijken), vervolgen we onze rondgang door de Mazelserres waar vele exotische planten terug te vinden zijn (de serres zijn gebouwd in 1860 door Eugène Mazel, een gepassioneerd botanicus uit de streek). Ze vormden de basis voor La Bambouseraie). De bonsais waren minder indrukwekkend dan ik gedacht had.
Vervolgens staan we stil bij de Japanse Feng Shui tuin, wandelen we door het dal van de Draak waar waterlelies en lotussen boven het water prijken, en verderop wanen we ons in de Aziatische jungle. Tussen de bamboe verschijnen bananenbomen, ananasstruiken, camelia’s … en plots stoten we op een Laotiaans dorp met typische huisjes in bamboe, een klein rijstveld en een paar hangbuikzwijntjes. Toen ik een zwijntje naar mij lokte en het achter de oren krabde ging het spontaan op zijn rug liggen.
We dwalen nog verder rond en na een tweetal uren beëindigen we onze rondgang via het indrukwekkende pad afgebakend met Chinese palmbomen.
Terugkeren deden we zoals we gekomen waren. De navette pikte ons op aan de ingang en zette ons af net voorbij de camping.
Dag 18
Eén van de hoofdattracties uit de streek is de 'train à vapeurs', een toeristische stoomtrein die rijdt tussen Anduze en Saint-Jean-du-Gard, en dit 4 maal per dag (3x in laagseizoen).
Het is dinsdag, marktdag in Saint-Jean-du-Gard, betekent dat de trein van 9.30u, speciaal voor de markt, geen stoomtrein is maar een diesellocomotief.
Zelf nemen we de trein van 11.30u, wat wel een stoomtrein is.
Ik had de tickets online gekocht en diende ze enkel nog te scannen in het station om zo een papieren ticket te verkrijgen.
De laatste trein vertrekt in Saint-Jean-du-Gard om 16u, wat wil zeggen dat al diegenen die om 9.30u en om 11.30u vertrokken allemaal met dezelfde trein willen terugkeren.
Daarom boekten wij een enkele rit en keerden terug met de navette (die ik gisteren beschreef).
De treinrit zelf is een unieke ervaring; de kadans van de wielen op de sporen, de geur van het staal en de kolen, de stoom en rook die de open wagons binnendringt. Ik raad wel aan niet in de eerste wagon te gaan zitten. Er waren momenten dat de passagiers geen hand voor ogen zagen van de rook.
Tijdens de rit konden we dan ook genieten van mooie  landschap, de rivier de Gardon die tussen de kliffen kronkelde en de paarden die door de vallei galoppeerden.
Bij het aankomen in Saint-Jean-du-Gard was de markt bijna afgelopen, maar we konden er toch nog even langs de kramen slenteren.
Het stadje zelf heeft niet veel te bieden. Er zijn weinig bezienswaardigheden, en aan de paar restaurantjes in het centrum stond een bordje: volzet. In restaurant Le Bistrot konden we toch nog een tafeltje bemachtigen, waarna we lekker gegeten hebben.
Een bezoek aan het historisch museum, waar de geschiedenis van de lokale zijde-industrie aan bod kwam, maakte veel goed.
Twee uur vroeger dan gepland keerden we met de navette terug naar de camping.
Dag 19
We hebben camping Les Fauvettes verlaten en rijden verder zuidwaarts. Via een nieuwsbrief ontdekte ik op een 60tal km van Anduze een mooi plaatsje. We zijn in Goudargues. We installeren er ons op 700m van het dorp op Aire de Camping-car park La Gambione - Route d'Uzes.
In de namiddag wandelen we via een pad langs de rivier de Cèze naar het centrum van het dorp.
Goudargues is een gezellig plaatsje. Het centrum van het dorp wordt doorsneden door een aantal kanaaltjes, die omzoomd worden door eeuwenoude platanen. Onder de platanen zijn er terrassen van de restaurantjes en bars. waar het goed vertoeven is. Vooral 's zomers is het daar gezellig druk. Nu waren er maar enkele tientallen toeristen, maar toch was het er gezellig.
Vanwege de kanaaltjes wordt Goudargues door sommigen ook wel het La Venise Gardoise (Venetië van de Gard) genoemd. Wij vinden deze uitspraak toch een beetje overdreven. Dat neemt niet weg, dat de kanaaltjes het dorp wel heel veel sfeer geven. Een sfeer die een beetje Provençaals aanvoelt.
De kanaaltjes in Goudargues zijn ontstaan uit een beek, die in de 12e eeuw door Benedictijner monniken gekanaliseerd werd. De beek voert het water af van de verschillende bronnen, die in het dorp ontspringen. Een aantal van die bronnen is nog steeds duidelijk herkenbaar. Zo wandelden we voorbij de fontein midden op het grote marktplein, die wordt gevoed door een bron, en bij het binnenkomen van het dorp bleven we even staan aan de fraai gerestaureerde wasplaats aan de Avenue du Lavoir. Het water dat uit de muil van de kikker stroomt is eveneens afkomstig van een bron.
Na onze kleine wandeling zoeken we één van de terrassen onder de platanen op. Het is er goed vertoeven aan het water, uiteraard met een drankje. Het grappige was dat de serveerster dacht dat ze mij een speciaal biertje kon geven. Tot ze hoorde dat we van België waren en dat jupiler onze “dagschotel” is.
Dag 20
We laden alles in en vertrekken om 18 km verder terug halt te houden. Aangezien we alles te voet doen zoek ik steeds een overnachtingsplaats op wandelafstand van de plaats die we willen bezoeken, vandaar de soms korte afstanden.
Vandaag zijn we in La Roque-sur-Cėze, een pittoresk dorpje hoog op een heuvel. Beneden vloeit de rivier de Cėze. We installeren de camper opnieuw op een camperplaats van Camping-car Park, dit op de route de Saint-Laurent.
In de voormiddag wandelen we iets voorbij het dorp naar de Cascades du Sautadet, watervallen op de rivier de Cèze.
Het is geen watermassa die van grote hoogte naar beneden valt, maar daarom niet minder mooi. Door de vele rotspartijen bestaat de Cascades du Sautadet niet uit één waterval maar uit meerdere. De meeste zijn slechts een meter hoog en tussen de watervallen vind je ondiepe poelen water. Er is een geheel stelsel ontstaan van gangen, kloven en beekjes en dit zorgt voor een prachtig plaatje. De kloven eindigen dan aan de zogenaamde plage. Een plek waar de rivier terug wat dieper en breder is en met mooie stroken keien errond. Voor de Franse families uit de streek de perfecte plek voor een frisse duik of om even pootje te baden.
Na wat klauterwerk slaag ik er in om het mooiste deel van de waterval te benaderen. Monique kijkt wijselijk toe, zittend op een steen aan de kloof.
Na de middag wandelen we dan naar het dorp. Eerst de brug over de rivier heelhuids overkomen. Ze is amper twee meter breed en waar auto's beurtelings overrijden. Als je strak tegen het muurtje gaat staan dan raken de spiegels van de auto's je net niet. Gelukkig zijn er twee uitwijkmogelijkheden waar je veilig kunt wachten tot de auto's de brug over zijn.
Daarna begint het klimwerk. De steile keiweggetjes leiden ons het pittoreske dorpje binnen. Wat opvalt is dat bijna niemand te bespeuren valt. Vermoedelijk zoekt iedereen de koelte van het rivierwater op. Via de kapel stijgen we verder langs de schilderachtige straatjes met de stenen huisjes.
Ik vat de steilste klim aan langs de Monte du Chateau. Een weggetje dat naar het vervallen kasteel leidt bovenop de heuvel.
De keien worden voelbaar onder de voeten, de zon brandt op mijn huid en mijn ademhaling wordt zwaar, maar met een voldaan gevoel bereik ik de top.
Het panorama was de inspanning meer dan waard. Het verre zicht op de omgeving is prachtig. In de verte zie ik zowaar, zei het wazig, de Mont Ventoux.
Tijdens het naar beneden gaan zie ik op een pleintje tafeltjes en stoelen staan (die had ik blijkbaar niet gezien tijdens het naar boven klauteren). Blijkt een bistro te zijn. Ik zoek de uitbaatster en drink een lokaal biertje alvorens ik lager Monique vervoeg.
Terug aan de camper kunnen we terugblikken op een misschien iets vermoeiende, maar toch zeer aangename dag.
Dag 21
Deze morgen start mistig, maar tegen 10u schijnt de zon terug volop.
We zijn in het stadje Uzès aangekomen. We hebben nog een plaatsje op de gratis camperplaats van het wijndomein Saint-Firmin, Rue Saint-Firmin, Uzès – gps: N 44.01671, O 004.42087.
Het is bijna middag, ideaal om op het wijndomein te aperitieven. Dit doe ik met een zeer lekkere wijn van het domein, vergezeld van wat olijven. Met een kleine voorraad wijn, druivensap en wat vijgenconfituur gaan we terug naar de camper.
In de namiddag bezoeken we het historische centrum van het stadje. Het is er gezellig druk, mede doordat veel Parijzenaren het charmante  Uzės in hun hart hebben gesloten. De rijke geschiedenis vertaald zich in de vele monumenten waaronder imposante herenhuizen. We slenteren door de gezellige steegjes, de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes en langs pleintjes.
Enkele monumenten zijn: de opmerkelijke romaanse Fenestrelletoren, een overblijfsel van de oude kathedraal, die bijzonder is omdat hij de enige ronde klokkentoren van Frankrijk is; de kathedraal Saint-Théodorit met zijn opmerkelijk orgel, is ook een bezoekje waard.
Het middelpunt van het centrum en zeker niet te missen is “la Place aux Herbes”, het Kruidenplein, een mooi plein met fontein en veel groene platanen. Op dit plein met zijn terrasjes, cafés en restaurants is het aangenaam vertoeven en zo zoeken wij er ook een terrasje op.
Elke zaterdagmorgen vindt er op la Place aux herbes en in de omliggende straten een Provençaalse markt plaats (is ook de reden waarom de camperplaats om 17.00u al overvol staat). Je kan er typische lokale gerechtjes en producten uit de streek proeven.
Deze markt is, volgens ingewijden, de mooiste markt van Zuid-Frankrijk.
Morgen zullen we ontdekken of dit ook zo is!
Dag 22
Deze morgen gaan we de bewering na: is de markt van Uzės de mooiste van Zuid-Frankrijk?
Om 9.30u is het al tamelijk druk. We komen op het centrale deel van de markt op la Place des herbes.
Eerlijk gezegd: het is er gezellig. We kuieren tussen de kraampjes onder de platanen en alle geuren van de producten komen je tegemoet. Je maakt er praatjes met totaal onbekende mensen en de sfeer is er zeer gemoedelijk en rustig.
We hebben al verschillende markten bezocht ik het zuiden, en ja, deze van Uzės behoort tot de betere volgens ons. Uiteraard is dit zeer persoonlijk.
Na ons bezoek drinken we nog een koffie op een terras, waarna we vertrekken richting Pont du Gard.
We installeren ons op een Aire de Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins.
Na een middagdutje wandelen we naar de Pont du Gard. Blijkt dat het toch een 2,5 km wandelen is vanaf de camperplaats. Na een eindje meegewandeld te hebben besluit Monique om terug te keren naar de motorhome, en de rest van de namiddag rustig door te brengen en het eten voor vanavond voor te bereiden. Ik wandel verder en bereik de prachtige brug over de rivier de Gardon. De brug is gebouwd in de eerste eeuw na christus door de Romeinen als aquaduct (voor het transport van water). Met zijn drie niveaus en 49 meter hoogte is de Pont du Gard echt wel indrukwekkend.
Ongelofelijk hoe goed dit monument bewaard gebleven is. Het is er zalig vertoeven aan de oevers en velen nemen een duikje in het frisse water of huren een kano om onder de brug door te varen. Ik aanschouw alles vanaf de oever en wanneer ik over de brug wandel heb ik een mooi zicht op de rivier, de gorges en de omgeving. Een bezoek meer dan waard!
Dichterbij de brug is wel een camping (la sousta) en parkeren in de omgeving kan je enkel op de naast de site gelegen parking (ticket: 9€).
Dag 23
In de voormiddag stoppen we even in Saint-Gilles. Parkeren doen we op de parking Charles De Gaulle, Impasse Gambetta. Dit is ook een gratis camperplaat. De stad Saint-Gilles wordt ook de poort van de Camargue Gardoise genoemd en is een belangrijke plaats voor bedevaarders op weg naar Santiago de Compostella.
Het is er druk want bewoners gaan er op zondagmorgen naar de markt. We bezoeken de 12e-eeuwse Saint-Gillesabdijkerk, net zoals een paar bedevaarders. We kunnen echter niet rondwandelen in de kerk omdat er net een dienst begon.
Na een korte wandeling door het oude stadje en het drinken van een aperitief op een terras.
We rijden daarna door naar Vauvert, alwaar we ons installeren op Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert. Het is onze bedoeling om hier drie nachten te verblijven en de camping te gebruiken als uitvalsbasis voor onze volgende bestemmingen.
Het is echt een leuke, verzorgde camping met zeer vriendelijke uitbaters.
Het is 18u, tijd om mijn verslag af te ronden, want het is 'happy hour' op het terras van de camping!
Dag 24
Na een rustige voormiddag op de camping rijden we naar Aigues-Mortes. Dit middeleeuws stadje is in de 13e eeuw gebouwd om te dienen als uitvalsbasis voor de kruistochten.
We parkeren op parking P4 (enige waar motorhomes mogen staan, 2€/uur) en wandelen naar het oude stadscentrum op 100m van de parking.
Om het stadscentrum heen, is een stevige muur gebouwd om de stad te beschermen tegen buitenstaanders. De stadsmuur is bijna helemaal intact en bestaat uit 5 torens en 10 stadspoorten. Het is via één van deze poorten dat wij binnengaan.
Je kunt de muur bezichtigen en langs de torens wandelen, maar daar betaal je wel 8€/persoon voor. Wij pasten voor deze ervaring.
De muren zijn in een rechthoek gebouwd en de straatjes erbinnen liggen in de vorm van een dambord. We wandelen er door de smalle straatjes met leuke winkels en langs gezellige pleinen. Het mooiste plein van het stadje is het Place Saint-Louis met een standbeeld van Lodewijk de Heilige.
In het straatje tegenover het plein is de mooie kerk Notre-Dame-des-Sablons gelegen. Deze dateert eveneens van de 13e eeuw. In deze kerk voelde je de geschiedenis. Je neemt er plaats op een bank en beeld je in dat naast jou de tempeliers zitten die hun laatste mis bijwoonden alvorens op kruistochten te vertrekken.
Het was nog steeds zeer warm en we konden de stad niet verlaten zonder eerst de nodige verfrissingen te consumeren op één van de vele terrassen.
Dag 25
Vandaag toeren we even door het landschap van de Camargue.
We starten in de Camargue Gardoise (Petite Camargue), gelegen in het zuiden van de Gard. We rijden door diverse landschappen, bestaande uit meren, rietvelden, moerassen en weides. Kuddes wilde paarden hebben we niet kunnen spotten. De meeste Camargue-paarden zijn van plaatselijke veehouders die naast paarden ook vaak stieren houden. We passeerden verschillende boerderijen
De  witgrijze paarden graasden rustig tussen het riet. Ondertussen bevrijdden koereigers, die bovenop de rug van de paarden stonden, deze van ongedierte. De stieren hadden allen de schaduw opgezocht om ongestoord te herkauwen. Spijtig dat ik nergens een parkeerplaatsje vond zodat ik deze prachtige dieren kon fotograferen. Om deze dieren echt te kunnen fotograferen moet je verder en dieper de Camargue in. Iets wat we op een volgende reis zeker nog doen.
De regio staat vooral bekend om de honderden flamingo’s. De beste plaats om deze vogels waar te nemen is in het natuurreservaat Parc Ornithologique du Pont-de-Gau (8€/persoon), op een viertal km van Saintes-Maries-de-la-mer gelegen.
Het was nog maar 10.30u wanneer wij aan het reservaat waren en de kleine parking stond al helemaal vol. Net naast de parking konden we nog parkeren op een strook naast de rijbaan, maar algauw stond deze ook vol. Is toch een groot minpunt voor dit park.
Door het park zijn twee wandelroutes uitgestippeld die je langs de moerasgebieden gidsen. Er zijn ook een paar observatiehutten.
Onmiddellijk bij het begin van onze wandeling door het park zagen we de eerste flamingo's.
Ze stonden vrolijk te knorren en trappelden lustig met hun poten in de modder om het ongedierte naar boven te jagen. Met hun kop omgekeerd in het water zeven ze dan met hun bek de vrijgekomen diertjes.
Het zijn niet alleen flamingo's die we konden waarnemen. De witte reigers en de zilverreigers stonden roerloos in het water te wachten tot een prooi passeerde.
De aalscholvers zaten met gespreide vleugels op een tak. Eénmaal droog doken ze opnieuw het water in op zoek naar vis.
Plots zag Monique in een zijweggetje een beverrat. Al snuffelend kroop de rat in het rond. Ik kon nog net op tijd inzoomen om een onduidelijke foto te maken alvorens een koppel Fransen naar de beverrat toestapten. Uiteraard verdween het dier in het struikgewas. 
Naarmate onze wandeling vorderde stegen de aantallen flamingo's en af en toe vlogen er een paar over onze hoofden.
Na twee uur beëindigden we onze wandeling (de korte wandeling van 2,6 km).
Ondertussen was de temperatuur alweer ferm boven de 30 graden gestegen en keerden we terug naar de camping. We stopten nog even op een parking langs de weg om iets te eten om dan, eens terug op onze plaats, de rest van de namiddag luierend in de schaduw door te brengen.

Dag 26
Het was een eerder korte nacht, om 6u begon op het wijnveld naast de camping de 'vendange' (de druivenoogst). Geen individuele plukkers hier, maar een oogstmachine die over de wijnranken scheerde. De tractors trokken lawaaierige karren volgeladen met rode druiven. De afspraak met de camping werd wel nageleefd, want normaal wordt er de ganse nacht geoogst!
Vroeg wakker betekende vroeg opgeruimd en we verlieten deze voor ons zeer gezellige camping.
We rijden naar de Middellandse zee, naar Saintes-Maries-de-la-mer. Om 10.30u checken we in op de zeer grote camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière. Meer dan 500 plaatsen met de zee in de achtertuin. Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt.
Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte.

In de namiddag was het heerlijk vertoeven aan het water. Een licht briesje, de voeten in het zeewater en golfjes die braken over de knieën; het was een zeer verfrissende afwisseling tijdens deze hete dagen.
Ik wist dat er op de camping nog 'Benimar Friends' stonden. Leden van de groep Benimar eigenaars, waarvan ik beheerder ben. Het was een hartelijk weerzien van Renilda, Richard en de hond Elysah. Heerlijke mensen waar we bevriend mee zijn.
De ganse vooravond hebben we bijgepraat met een hapje en een drankje.
Dag 27
In de voormiddag wandelen we samen met de vrienden langs de dijk naar het centrum van Saintes-Maries-de-la-Mer. Dit kleine vissersstadje met haar charmante witte huisjes is voornamelijk gekend als een bedevaartsoord voor zigeuners. De legende vertelt dat op deze plaats de drie heilige Maria's aan land gekomen zijn: Maria Magdalena, Maria van Klopas en Maria Salomé. In hun gezelschap was de zwarte Sara, die patrones werd van de zigeuners. Op 24 mei zakken ze met honderden, voornamelijk Spaanse Roma, af naar dit oord voor de herdenking.
We slenteren verder door de smalle straatjes met zijn vele winkeltjes tot op de Place de l'Eglise, waar de Notre-Dame-de-la-Mer kerk, gebouwd in de 12e eeuw, gelegen is. Het is in deze kerk dat de herdenking plaatsvindt. Voor 4€ klimmen we door de toren naar het dak van de kerk, een kerk die versterkt werd en de allures heeft van een burcht. We hebben er een prachtig uitzicht op de omgeving en de zee.
In de crypte van de kerk is een beeltenis te zien van Sara. Tijdens de bedevaart verdringen de roma's elkaar op dit beeld te kunnen aanraken.
Buiten op het plein lopen er ook nu romavrouwen rond die de mensen aanklampen om via de handpalm hun toekomst te voorspellen.
Het is ondertussen middag en zoeken we een schaduwrijk terras op om iets te drinken en te eten. Monique at er een plat de fruits de mer, waarop buiten de nodige oesters, langoustines en mosselen één van de specialiteiten van de Camargue lag: de tellines, kleine schelpjes uit de Middellandse zee (kleiner dan venusschelpen) die eventjes kort gebakken worden in olijfolie met knoflook en peterselie.
Na de lunch kuierden we terug naar de camper om de hitte van de namiddag al luierend door te komen in de schaduw van de luifel.
Dag 28
Vandaag is het onze laatste dag in de Gard. We verlaten Saintes-Maries-de-la-Mer en rijden terug noordwaarts, naar Sommières.
Parkeren en overnachten door we er op de camping municipal Le Garanel, Chemin de la Princesse 99.

In de namiddag wandelen we naar het oude centrum op 5 minuten van de camping. Sommières is een heel bijzonder plaatsje aan de rivier de Vidourle dat je niet mag missen. Dit plaatsje heeft haar middeleeuwse karakter goed weten te behouden. Via een stadspoort gaan we het verleden binnen. De ganse binnenstad bevond zich binnen de versterkte muren van het kasteel. We slenteren door de oude smalle straatjes met de vele restaurantjes en winkeltjes van vooral lokale ambachtslieden. We bezoeken de middeleeuwse kerk en komen dan op het centrale marktplein, de Place Jean Jaurès, waar de meeste activiteit zich afspeelt.
We wandelen verder naar het andere einde van het centrum en verlaten dit door een prachtige poort waarboven het belfort van Sommières gelegen is. Erbuiten stoten we onmiddellijk op de voornaamste bezienswaardigheid van de stad, zijnde de oude Romeinse brug, wat ooit een brug met 17 bogen was. Maar in de 10e eeuw begon men de oevers te bebouwen waardoor de meeste bogen verdwenen.
We keren dan terug naar het marktplein en aangezien dit het einde van onze rondreis in de Gard is willen we die in schoonheid afronden. We doen dit bij Marc en Marlène, waar we een coupe met overheerlijk, ambachtelijk ijs eten.
Dag 29
Bij het verlaten van de camping in Sommières was het serieus paswerk. We moesten door smalle straatjes omrijden omdat de route afgesneden was voor de wekelijkse markt op zaterdag.
Gelukkig stond er geen voertuig verkeerd geparkeerd en konden we probleemloos het oude centrum verlaten.
Een beetje tegen de goesting rijden we richting België.
We stoppen na 327 km in Saint-Vulbas op Aire camping-car park - Rue du Lavoir, waar we de nacht zullen doorbrengen.
In de late namiddag, na de grote hitte (35°), maak ik nog een wandelingetje langs de Rhone, teneinde de benen nog eens te strekken.

Dag 30
Onze laatste stop in Frankrijk na een rit van 375 km is in Mirecourt, terug op een aire de Camping-car Park - Place Thierry in Mirecourt. Er waren nog een paar plaatsen, maar gezien mijn reservatie waren we zeker van een plaats (je weet nooit wat de eventuele vertragingen zijn bij een lange rit).
Op de camperplaats was het rustig, wat niet kon gezegd worden er buiten. Dit weekend is het kermis in Mirecourt ... op de Place Thierry, en de luidruchtigste attractie staat net voor de ingang van de CP!
Het constante gebonk van de bassen, en de uitermate luide klanken die weergalmen over de camperplaats.
Na een half uur had ik al zin om de stekker uit het stopcontact te gaan trekken. Gelukkig werd na een uur het volume verminderd (nog luid, maar doenbaar).
18u ... opluchting op de camperplaats. De attractie voor de deur is gestopt en onmiddellijk startte de afbraak.
Enkel de basgeluiden afkomstig van de botsauto's op het andere plein zijn nog hoorbaar. Hopelijk duurt het niet te lang vanavond!
Morgen laatste deel van de terugreis.

Dag 31
Tijdens de nacht word ik plots zeer ziek. Het toilet en een emmer zijn plots mijn beste vrienden. Dit ging zo de ganse nacht door, slapen kon ik niet. ’s Morgens was het nog steeds niet beter en in dergelijke toestand zou het onverantwoord zijn om naar huis te rijden. Noodgedwongen blijven we nog een dagje op de camperplaats.
Het weer is mooi en de rest van de dag gebruik ik om buiten uit te rusten. Ondanks de ziekte kunnen we toch terugblikken op een prachtige reis die ons van de Bourgogne tot de Middellandse zee bracht.

Dag 32
Ik heb een rustige nacht gehad en heb voldoende geslapen. We besluiten om naar huis te rijden. Ondertussen maakte ik een afspraak om na thuiskomst bij de huisarts langs te gaan.
Overzicht overnachtingen
Camping-car park de Saint-Vulbas - Rue du Lavoir, 01150 Saint Vulbas - GPS: N 45.832359° - O 5.29175° - 12€/10pl – alle voorzieningen (2x heen- en terugreis)
Flower camping Les Fauvettes - Route de Saint-Jean-du-Gard 1030, Anduze – 15€/nacht acsi – alle voorzieningen – zwembad - rivier op 400m – bamboebos op 3,9 km (rondrijden rivier) – ruime plaatsen met veel bomen – eerste rijen goed geschikt voor motorhomes – andere plaatsen zijn te bereiken via zeer smalle steile weggetjes – navette bus ('navette des Gardons') aan camping, 3x per dag brengt het je naar toeristische attracties in omgeving
Aire Camping-car park de Goudargues, La Gambione - Route d'Uzes, 30630 Goudargues - GPS: 44.210312° 4.468678° - 14,5€/31pl – alle voorzieningen – 700m van dorp
Aire Camping-Car Park - Route de Saint-Laurent 5083A, La Roque-sur-Cèze – gps: N44.19603; O 004.52315 - 11,20€/28pl – alle voorzieningen (24x stroom) – 900m van dorp en watervallen
Domaine Viticole de St. Firmin - Rue Saint-Firmin, Uzès, Frankrijk – gps: N 44.01671, O 004.42087 – gratis/15pl – voorzieningen zonder stroom - let op: poort alleen open 8-19u - proeven en verkoop van wijn, jam, olijfolie, honing, groente en fruit, op het terrasje met druivenranken kan je gezellig aperitieven - centrum 500m
Aire Camping-Car Park - Avenue du Pont du Gard 20, Remoulins – gps: N 43.9376;         O 004.55537 – 13,5€/31pl – alle voorzieningen – 1,5 km van de pont du gard
Flowercamping Le mas de Mourgues - Route de Saint-Gilles D6572- Gallician, Vauvert – 19€/nacht acsi – alle voorzieningen – van hieruit met MH naar volgende bestemmingen
Camping La Brise de Camargue - Rue Marcel Carrière - CS 60001,13460 Saintes Maries de la Mer – 23€/nacht (asci) – alle voorzieningen – snackbar, winkeltje, broodservice – meer dan 500 plaatsen, aan het strand – dorp 500m - Op meerdere plaatsen staan de campers, tenten en caravans opeengepakt. Onze plaats is een beetje ingesloten, maar we hebben wel voldoende ruimte
Camping municipal Le Garanel – Chemin de lan Princesse 99, Sommières – 17€/nacht (acsi) – alle voorzieningen – broodjesservice – centrum 600m
Aire Camping-Car Park de Mirecourt - Place Thierry, 88500 Mirecourt - GPS: N 48.299286° O 6.136336° - 13,5€/20pl - alle voorzieningen – mooie rustige camperplaats, maar lokale bevolking gebruikt de paden van de camperplaats om naar het achtergelegen parkje te wandelen. Ze lopen ook over de plaatsen van de campers. Jeugd blijft er regelmatig rondhangen.

We overnachtten niet bij elke plaats die we bezochten. Hierna vind je de parkings waar we met de motorhome terecht konden:

Saint-Gilles - Central Parking, 6331c Route de Nîmes, Saint-Gilles – gratis CP 13pl – centrum 500m
Aigues-Mortes - Parking P4 (is ook CP), 49 Bd Diderot, Aigues-Mortes – centrum 350m
E-mail: info@dmcamperreizen.be

Copyright © DMCamperreizen 2018.
All right reserved.